Biodiversiteitstop dreigt vooral over fondsenwerving te gaan
De VN-biodiversiteitstop COP16 die maandag 21 oktober gestart is in het Colombiaanse Cali en nog tot 1 november duurt, dreigt vooral rond geld te draaien en over het omzetten van beloftes in praktijk.

Twee jaar geleden ondertekenden 196 landen (met uitzondering van de Verenigde Staten) het zogeheten 'vredespact met de natuur' of 'akkoord van Kunming-Montréal'. In dat document, dat wordt beschouwd als het equivalent van het Klimaatakkoord van Parijs, werden 23 doelstellingen opgelijst die tegen 2030 behaald moeten worden. Het gaat onder meer om het beschermen van 30 % van het wereldwijde land- en zeeoppervlak, het herstel van 30 % van de aangetaste ecosystemen, het terugdringen van het pesticidegebruik met de helft en het halveren van het aantal invasieve soorten.
Beloftes omzetten in plannen
De ondertekenende landen engageerden zich ook om tegen deze top deze beloftes om te zetten in concrete plannen. Zondag 20 oktober bleek echter dat tot nog toe slechts 33 landen een nationale strategie hebben ingediend. Nog eens 105 andere landen hebben gedeeltelijke plannen overgemaakt. Ons land heeft voorlopig nog helemaal geen plan ingediend. De VN maakt zich echter sterk dat er tijdens de COP nog verschillende landen hun plan op tafel zullen leggen.
Geld zoeken
Om die ambitieuze plannen in de praktijk te kunnen omzetten, is echter ook heel wat geld nodig. De afgesproken ambitie is om tegen 2030 minstens 200 miljard dollar per jaar te investeren in het behoud en het herstel van de wereldwijde biodiversiteit. Rijke landen beloofden tot nog toe echter slechts minstens 20 miljard dollar per jaar tegen 2025 en 30 miljard vanaf 2030, dus er valt nog een grote kloof te overbruggen. Net als bij vele andere akkoorden vormt de voornaamste twistappel wie met het geld over de brug moet komen.
De landen uit het Globale Zuiden vragen meer inspanningen van de rijke landen, terwijl die erop wijzen dat ook opkomende economieën zoals China de nodige fondsen moeten ophoesten. Op COP16 worden ongeveer 23.000 mensen verwacht, onder wie ongeveer 12 staatshoofden/regeringsleiders, zoals de Braziliaanse president Lula da Silva en de Mexicaanse president Claudia Sheinbaum, en circa honderd ministers.
Voor ons land zakt ook een delegatie af, maar is er geen ministeriële aanwezigheid. In tegenstelling tot de bekendere VN-klimaattoppen vinden de biodiversiteitstoppen slechts om de 2 jaar plaats.