Meer dan helft van landen heeft geen plannen om biodiversiteit voldoende te beschermen
Meer dan de helft van de landen die bij de Verenigde Naties plannen hebben ingediend om hun biodiversiteit te beschermen, schieten tekort in hun doelstellingen. Dat blijkt uit een analyse van Carbon Brief en The Guardian.

In het kader van het Akkoord van Kunming-Montréal werd in 2022 afgesproken om tegen 2030 wereldwijd 30 % van het land en de zee te beschermen.
Van de 137 landen die tot nog toe hun plannen hebben ingediend, zijn er echter 70 waarvan de plannen ontoereikend zijn om die doelstelling te halen. Nog eens 10 andere landen verduidelijken niet of hun plannen zullen volstaan. Samen maken die zowat een derde van het landareaal ter wereld uit. Het gaat onder meer om biodiversiteitshotspots als Indonesië, Peru en Zuid-Afrika, maar ook om Europese landen als Finland, Noorwegen en Zwitserland. Bovendien hebben 61 landen, waaronder het land met de grootste biodiversiteit Brazilië, nog geen plannen ingediend.
België bij betere leerlingen
De Verenigde Staten zijn geen lid van het Biodiversiteitsverdrag en moeten zodus geen plannen voorleggen. België behoort tot de betere leerlingen van de klas en heeft wel toereikende plannen overgemaakt aan de Verenigde Naties.
Eind 2022 werd op de Biodiversiteitstop COP15 in het Canadese Montréal het Akkoord van Kunming-Montréal afgeklopt. Dat akkoord, dat qua belang vergeleken wordt met het Klimaatakkoord van Parijs, omvat 23 doelstellingen, waarvan het beschermen van 30 % van het land en de zee tegen 2030 de belangrijkste is. Als onderdeel van dat akkoord moesten alle landen tegen COP16 in Colombia, eind 2024, hun plannen wereldkundig maken.