Grondwetellijk Hof bevestigt beperking wekelijkse dierenmarkten tot 8 per jaar
Het Grondwettelijk Hof heeft het beroep van de gemeente Mol tegen de beperking van de wekelijkse dierenmarkten verworpen. Gaia verwelkomt deze beslissing in het belang van het dierenwelzijn op 12 december in een persbericht.
De gemeente Mol trok naar het Grondwettelijk Hof om artikel 27 van de Vlaamse Codex Dierenwelzijn te betwisten. Die verbiedt de verkoop van dieren op markten en de openbare wet. Er zijn wel enkele uitzonderingen, zoals jaarmarkten en gemeenten zoals Mol waar een wekelijkse dierenmarkt gehouden wordt. Die mag vanaf volgend jaar enkel nog maximaal 8 keer per jaar plaatsvinden. Honden en katten verkopen op markten en de openbare weg blijft verboden. Dat verbod geldt al sinds 1995.
Het Grondwettelijk Hof volgt de argumenten van de gemeente Mol niet. In zijn arrest erkent het dat de maatregel erop gericht is dieren te beschermen tegen stress, herhaald vervoer, ontoereikende huisvesting en impulsaankopen. Het Hof oordeelt bovendien dat de beperking noch het gelijkheidsbeginsel schendt, noch een disproportionele beperking vormt van de economische activiteiten. De wet blijft dus van kracht en de verkoop van levende dieren op Vlaamse markten zal vanaf 1 januari 2026 nog maximaal 8 keer per jaar mogen plaatsvinden.
“Dierenmarkten zetten aan tot impulsaankopen die dieren niet ten goede komen”, zegt Michel Vandenbosch, voorzitter van Gaia. “Hen in ontoereikende kooien, bakken of dozen te koop aanbieden, zoals dat op dergelijke markten de regel is, naast de stress door het transport, is eveneens een kwalijke zaak.”
In Brussel volledig verboden
In Brussel is het tentoonstellen van dieren op markten, beurzen en tentoonstellingen al volledig verboden. In Wallonië werd een gelijkaardig verbod op het verhandelen van levende dieren op markten, met uitzondering van veemarkten, in juli 2025 door de Waalse Regering goedgekeurd in afwachting dat het definitief wordt aangenomen.
