Waakzaamheid staat hoog op de agenda
België is opnieuw in de ban van de vogelgriep. Begin deze maand zijn in Sint-Gillis-Waas 2 katten besmet geraakt met vogelgriep, op een pluimveebedrijf dat eerder geruimd werd. Landbouwleven polste bij Sciensano hoe ze daar vogelgriep opvolgen.

België implementeert inzake vogelgriep een waakzaamheid op verschillende niveaus.
Een eerste luik omvat de klinische bewaking bij professioneel en hobbypluimvee. Hieronder valt bijvoorbeeld de kosteloze analyse bij het Nationaal Referentie Laboratorium (NRL) bij Sciensano indien een dierenarts de aanwezigheid van vogelgriep niet kan uitsluiten (hier geldt een wettelijk kader dat door de dierenartsen gekend is en dat federaal geregeld is).
Snelle detectie om verspreiding te voorkomen
Bij acute verdenkingen bij pluimvee zal het FAVV verwittigd worden door de bedrijfsdierenarts, die urgentieanalyses zal laten uitvoeren bij het NRL. Hiervoor is er een permanentie – een wachtdienst – bij het NRL, zodat uitbraken bij bedrijven snel worden gedetecteerd en sanitaire maatregelen snel opgelegd kunnen worden door het FAVV om verdere verspreiding te voorkomen.
Daarnaast is er ook bewaking bij wilde vogels en wilde zoogdieren via de 3 regio’s. In Vlaanderen gebeurt dat door het Agentschap Natuur en Bos (ANB). Voor de landzoogdieren gaat dit vooral over carnivoren zoals rode vossen, maar ook dode zeezoogdieren die aanspoelen aan onze kust worden standaard doorgestuurd voor analyse.
Zoeken naar adaptatie aan zoogdieren
Voor alle HPAI-stammen (hoogpathogene vogelgriep) die Sciensano detecteert bij pluimvee en zoogdieren, en op een selectie van stalen van wilde vogels, wordt een volledige genoomsequentiebepaling gedaan om het genotype te bepalen en om te screenen op merkers die wijzen op adaptatie aan zoogdieren.
Bij een infectie op een bedrijf, in een vogelopvangcentrum of op een andere plaats worden de gezondheidsdiensten van die regio op de hoogte gebracht en is er een procedure dat de mensen die in in contact kwamen vrijwillig kunnen deelnemen aan een opvolging. Daarnaast is er een proactieve opvolging van personen die beroepshalve mogelijk in contact komen met dierlijke influenzastammen, zoals dierenartsen voor pluimvee en varkens, maar ook medewerkers van vogelopvancentra, enzomeer. De humane stalen komen terecht bij het Nationaal Referentiecentrum voor humane influenza bij Sciensano.
In Europa nog niet gevonden
bij runderenIn België werd zowel bij dierenartsen en rundveehouders informatie verspreid over de symptomen waarop men moet letten om stalen in te sturen (atypische mastitis, colostrumachtige melk). Die testen zijn klaar voor zowel melk als voor serumstalen bij het nationaal referentielaboratorium voor vogelgriep bij Sciensano. In Europa werden retrospectieve analyses uitgevoerd op melk en serumstalen, maar geen enkele indicatie van infecties bij runderen werd teruggevonden. Ook de humane gezondheidsinstanties hebben specifieke protocols om dierlijke influenza op te pikken.
De stammen die op dit op dit moment circuleren, zijn nog steeds typisch aviaire stammen die vogels infecteren en die zich bij vogels makkelijk verspreiden. Deze virussen moeten nog een aantal barrières overwinnen om ‘succesvol’ te zijn bij zoogdieren, dus om zich efficiënt te binden aan de humane cellen, om deze cellen te infecteren en om zich efficiënt te kunnen vermenigvuldigen.
Accidentele infecties in hoogbesmette omgevingen
Accidentele infecties bij zoogdieren treden reeds enige tijd op in hoogbesmette omgevingen, zoals nu het geval is in Amerika, maar bijvoorbeeld ook eerder dit jaar in Engeland bij een pluimveewerker die nauw contact had met besmet pluimvee. Overdracht van mens op mens werd gelukkig op dit moment, voor de clade die circuleert in Europa, nog niet omschreven.
Wanneer een virus echter veel voorkomt en veel kansen krijgt om zoogdieren te infecteren, krijgt het ook veel kansen om zich aan te passen aan deze nieuwe gastheer. Waakzaamheid is dus zeker aangewezen, en staat dan ook in België bij zowel de verantwoordelijke overheden als het nationaal referentie labo voor aviaire influenza en het nationaal referentiecentrum voor humane influenza, hoog op de agenda.
Al vaccins voor mensen
Er bestaan al H5-vogelgriepvaccins voor de mens. Deze zullen regelmatig aangepast en herhaald moeten worden om ze efficiënt te houden. Vaccinatie tegen seizoensgriep wordt soms wel aangeraden om menginfecties tussen mens en vogels tegen te gaan.