Startpagina Vleesvee

Nieuwe inspanningen voor Oost-Vlaams witrood ras

De Vlaamse overheid en stamboekbeheerder CRV bundelen de krachten om een nieuwe adem te vinden voor het Belgisch/Oost-Vlaamse witrode dubbeldoelras. Daarvoor werden een reeks maatregelen voorgesteld aan de veehouders.

Leestijd : 6 min

Het was al heel lang geleden dat de veehouders van het witrode ras nog eens samengekomen waren. De vergadering in Oosterzele op 25 februari werd bijgewoond door een twintigtal geïnteresseerden. Naar schatting ontbraken een tiental veehouders die (ook) Oost-Vlaams witrood in de stal hebben, al is het niet van elke afwezige zeker of hij/zij nog actief is en nog met het ras werkt.

Aantallen gaan erop achteruit

Mario Willen van stamboekbeheerder CRV schetste de situatie van het ras, ook wel Belgisch witrood genoemd. In Vlaanderen zijn er nog afgerond 400 Oost-Vlaamse witrode runderen die vorig jaar gekalfd hebben. Dat zijn er net iets minder dan de dubbeldoelvariant van Belgisch witblauw, maar veel meer dan van het West-Vlaams rood- dubbeldoelras of het Kempisch roodbont. Er zijn steeds minder veehouders die het witrode ras hebben en bij diegenen die vasthouden aan het ras zijn er nauwelijks jongeren. De totale aantallen gaan erop achteruit en, omdat er weinig afnemers zijn, kan er ook weinig nieuw en divers genetisch materiaal aangeboden worden. De mogelijkheden voor de veehouders om de melk- en vleesprestaties of de gezondheid in hun stal te verbeteren zijn daardoor veel beperkter dan voor veehouders die voor Holstein of Belgisch witblauw kiezen.

Mario schetste het belang van het ras. “Oost-Vlaamse witrode runderen vormen een soort van levende genenbank die we beter niet verliezen. We weten niet hoe de veeteelt er binnen 10 of 50 jaar zal uitzien. In de toekomst zou het kunnen dat we net die genen van het witrode ras of een klein deeltje van dat DNA nodig hebben om misschien wel alle runderen van alle rassen te redden. Of dat zo is en wanneer, dat valt vandaag niet te voorspellen, maar het is belangrijk om dit ras overeind te houden. Dat zeggen Europa en Vlaanderen. Wie helpt om Oost-Vlaams witrood te behouden, is daardoor niet langer een ‘koppigaard’, maar eerder iemand die zijn verantwoordelijkheid opneemt en die zich wil engageren voor een hoger doel”, vertelde Mario met een kwinkslag.

Korte keten en bio

Hij ziet mogelijkheden voor witrood bij een paar ‘nieuwe’ categorieën van rundveehouders. “Melkveehouders die de laatste liter melk uit hun Holstein-koeien halen, zullen we niet kunnen overtuigen om over te stappen naar Belgisch witrood. Hetzelfde geldt voor wie Belgisch witblauw in de stal heeft. Voor rundveehouders in de korte keten kan het echter lukken. Met witrode runderen heb je nog meer een lokaal verhaal te vertellen, een verhaal dat zal aanslaan bij je klanten. Biologische rundveehouders zoeken dan weer vooral een robuust ras, dat niet vaak ziek wordt en weinig behandelingen nodig heeft. Voor begrazing van natuurgebieden ten slotte heb je ook al een robuust runderras nodig en dan zouden de beheerders van die natuurgebieden beter kiezen voor een lokaal ras dan voor een exoot als de Schotse hooglandkoeien”, somde hij op.

De veehouders van Oost-Vlaams witrood kijken naar CRV als het gaat over het aanbod van genetisch materiaal. Momenteel zijn er rietjes van 9 wit-rode stieren en de maatschappij wil een nieuwe stier kopen. Met het bestaande aanbod van genetisch materiaal blijven de veehouders van het wit-rode ras wat ter plaatse trappelen. Om hun de kans te bieden om bepaalde prestaties te verbeteren, is er een nieuwe regeling.

“Voor bedreigde runderrassen krijgen veehouders een interessante premie van de Vlaamse overheid. Normaal vervalt die premie als er een ander ras wordt ingekruist. Uitzonderlijk kan die premie behouden blijven bij het eenmalig inkruisen van een ander ras, maar er zijn wel een paar belangrijke voorwaarden. Het ingekruiste ras moet op de lijst van ‘goedgekeurde’ rassen staan en de kalveren daarvan moeten opnieuw met witrood gekruist worden. Zo kunnen de veehouders inteelt helpen voorkomen en kunnen ze bijvoorbeeld werken op melk- of vleesproductie, beenwerk, gezondheid, robuustheid…”, meldde Dieder Vangindertael, beleidsadviseur bij de Vlaamse overheid.

Nieuwe rassen inkruisen

Het is nog niet duidelijk hoeveel rassen daarvoor in aanmerking zullen komen. Mario Willen van CRV somde voor de veehouders een zevental kandidaat-rassen op: Shorthorn, Ayrshire, Scandinavisch roodbont, Normandisch, Fleckvieh, Montbéliarde, MRIJ en Red Holstein.

De maatregel riep verschillende reacties op bij de toehoorders in Oosterzele. Er zijn veehouders die – nu de melkprijs nog goed is – hierin een kans zien om de melkproductie van hun dubbeldoelkoeien op te drijven door ze in te kruisen met rode Holstein. Dat gaat volgens anderen dan weer in tegen de doelstelling om net de genetische diversiteit te willen bewaren tegenover het overheersende Holstein.

Anderen merkten op dat ze eigenlijk niet zozeer willen kiezen op ras, maar op de genetische eigenschappen van de individuele stier. Een ras kiezen met een populatie die net zo groot of maar een klein beetje groter is dan Belgisch witrood heeft voor hen geen zin, want uit zo’n kleine populatie kunnen ze waarschijnlijk geen ‘primus’ kiezen die hun bestaande genetisch materiaal goed vooruithelpt. Die strekking ziet meer brood in een breed aanbod van goedgekeurde rassen dan in het goedkeuren van 2 of 3 ‘kleine’ rassen, omdat er zo meer variatie mogelijk is voor wie bijvoorbeeld specifiek op beenwerk of hoornloosheid wil werken.

Hoeveel en welke rassen op de lijst komen, daarover is men het op de vergadering in Oosterzele niet eens geworden, maar tegen de zomer zou er een lijst met rassen aangeduid worden. Inkruisen met andere rassen blijft mogelijk, maar dan verliest men wel de Vlaamse premie voor de beschermde rassen.

Mario Willen van CRV ziet de groep van veehouders met Oost-Vlaams witrode dubbeldoelrunderen graag behouden of nog liever uitbreiden.
Mario Willen van CRV ziet de groep van veehouders met Oost-Vlaams witrode dubbeldoelrunderen graag behouden of nog liever uitbreiden. - Foto: FVDL

Mario Willen gaf aan dat het eenmalig inkruisen van een nieuw ras bij voorkeur moet gebeuren op de ‘beste’ witrode koeien. Hij wijst daarbij op het feit dat maar weinig veehouders van Oost-Vlaams witrode runderen hun dieren laten keuren door externen (punten). Het aanduiden van die beste witrode koeien is vaak gemakkelijker door een extern iemand. In het verleden is er helaas weinig eenduidigheid geweest over het verschil in het keuren van zuivere melkrassen en dubbeldoelrassen, omdat dit toen minder actueel was. Ondertussen zijn er verschillende inspecteurs opgeleid om dubbeldoelrassen te keuren. Daarbij wordt rekening gehouden met bespiering en met de meer extensieve kenmerken, zoals conditie en breedtematen. De laatste jaren worden er heel wat dubbeldoelrassen, zoals Fleckvieh en Montbéliarde, gekeurd die aansluiten bij het witrood.

Premievoorwaarden aangepast

Dieder Vangindertael kondigde nog meer aan. “We hebben de premie voor het houden van runderen van bedreigde runderrassen eerder al een klein beetje kunnen optrekken en die premie is ook beschikbaar voor wie geen actieve landbouwer is. Het is wel aan de veehouders van witrode runderen om die premie te verdedigen, door die te gebruiken en door er mee voor te zorgen dat het ras overleeft. Bij zowat elke begrotingscontrole wordt gevraagd of die premie nog wel nodig is”, waarschuwde hij. Het minimale aantal dieren om in aanmerking te komen voor de premie werd bijgesteld van 10 naar 5 en het maximale aantal dieren werd opgetrokken tot 225.

De regel dat veehouders het aantal witrode dieren moeten opgeven voor de komende 5 jaar blijft behouden, al blijft dat voor sommige veehouders een moeilijke oefening. Doorgaans wordt een laag ingeschat aantal aangeraden, maar zo loop je natuurlijk wel de premie mis voor een aantal dieren.

Overheid kan meer doen

De veehouders kijken nog naar de overheid voor 1 belangrijk aspect. CRV levert inspanningen om de 4 Vlaamse bedreigde runderrassen te helpen behouden. Als leverancier van genetica speelt de onderneming hierin bovendien een sleutelfunctie. De veehouders begrijpen dat CRV niet elk jaar 4 stieren kan kopen voor elk van die bedreigde rassen, als je weet dat heel grof gerekend elke stier – met kosten voor dierenarts, voeding, transport, administratie en werk, enz… - al snel 10.000 euro kost. Dat verdient de onderneming niet terug met de verkoop van rietjes. De overheid zou volgens de veehouders met een aankoopsubsidie kunnen helpen om meer stieren van bedreigde runderrassen in het aanbod te hebben.

Filip Van der Linden

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken