Startpagina Actueel

Blijvende zorgen om de wolf

Minister Jo Brouns blijft bij zijn visie dat er momenteel geen redenen zijn om het wolvenbeleid in Vlaanderen te verstrengen. Hij verschilt hierin van mening met een aantal leden in de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement. Brouns gaat echter niet uit de weg dat de commotie rond de terugkeer van de wolf nog niet is verdwenen.

Leestijd : 4 min

Commissieleden Mieke Schauvliege (Groen) en Leo Pieters (VB) streken tijdens de commissievergadering van 1 april Jo Brouns (cd&v) tegen de haren met aan te kaarten dat de wolf in Vlaanderen onvoldoende zou beschermd worden. Volgens Schauvliege is het verkeer de hoofdoorzaak van de grote wolvensterfte. Zij haalde er de Conventie van Bern bij en zei dat Vlaanderen de plicht heeft het leefgebied van de wolf te beschermen. Pieters zwaaide met de Bayerische Wolfsverordnung als sluitende beschermings- en afschotregeling die volgens hem ook in Vlaanderen als basis voor een nieuwe regelgeving zou kunnen dienen.

Ongerustheid en spanningen

De aanwezigheid van grote roofdieren zoals de wolf veroorzaakte de voorbije jaren ongerustheid en spanningen herinnert minister Brouns zich. Er ging geen dag voorbij of er werden schapen, pony’s en zelfs vaarzen gedood. De vele emoties die daardoor werden veroorzaakt maakten het aanvankelijk moeilijk om te streven naar harmonie tussen mens en dier.

In Vlaanderen waren er de voorbije jaren sterk variërende aantallen in de verschillende regio’s in Vlaanderen. Daarom moet er volgens Brouns blijvend aandacht geschonken worden aan draagvlakontwikkeling, zeker in de relatief nieuwe risicozone in Antwerpen. Tegelijkertijd onderzoekt hij welke acties concreet kunnen ondernomen om zowel schapen, alpaca’s, paarden en runderen, alsook de wolven in Vlaanderen zelf, beter te beschermen.

Specifiek wat de wolven betreft zal er extra aandacht moeten worden besteed aan het vermijden van verkeersslachtoffers. Het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (Vapeo) is daarbij de leidraad. Binnen dat programma worden, in samenspraak met minister De Ridder (N-VA), de gekende knelpunten volgens de prioriteiten aangepakt.

Geen soortenbeschermingsprogramma

Er werd volgens minister Brouns geen soortenbeschermingsprogramma voor de wolf opgesteld. In de plaats daarvan is er werk gemaakt van een zeer concreet actieplan met de nodige maatregelen die direct uitvoerbaar zijn. Een soortenbeschermingsprogramma volgt een specifieke, voorgeschreven procedure en de opmaak ervan zou heel wat tijd in beslag nemen.

De minister meent dat het opstellen van een dergelijk soortenbeschermingsprogramma voor de wolf overigens geen wettelijke vereiste is om tot de nodige acties te kunnen overgaan. Met behulp van het wolvenplan kunnen eveneens beschermingsacties worden geconcretiseerd.

Omheining en afrastering

Brouns reageerde op de opmerking van de interpellanten dat rond het militair domein Groot Schietveld in Brasschaat-Brecht-Wuustwezel momenteel een grote omheining wordt geplaatst, maar dat de afrastering van het leefgebied van wolvin Noëlla in Hechtel-Eksel op zich laat wachten. De omheining rond het Groot Schietveld hindert wolvin Emma om in haar leefgebied te verblijven terwijl de afrastering van de drukke N74 in Hechtel daarentegen de wolf zou kunnen beschermen.

Brouns verduidelijkte dat enkele jaren geleden Defensie aangaf dat zij significant meer geconfronteerd werden met onbevoegde personen in de niet-toegankelijke militaire domeinen. Deze situatie vormde een belemmering voor de militaire activiteiten en bracht ernstige risico’s met zich mee. Daarom werd door Defensie besloten om een raster te plaatsen. Dit is een keuze gemaakt in functie van de veiligheid en operationaliteit van de militaire domeinen, specifiek het militair domein van Brasschaat. Zeker met het oog op een potentieel intenser militair gebruik van die gebieden, lijkt dat volgens de minister op dit ogenblik de beste keuze.

Daarbij is door Defensie afgestemd met zowel het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) als ANB om de faunapasseerbaarheid van het raster in dit Natura 2000-gebied te garanderen. Dit resulteerde in het plaatsen van faunavriendelijke oplossingen, zoals ree-uitstapplaatsen en dassenpoorten. Momenteel wordt er gewerkt aan de omheining in het zuidelijke deel van het Schietveld. Er is afgesproken met Defensie en hun aannemers om minstens om de 200 m voldoende grote openingen te voorzien die passeerbaar zijn voor zowel klein als groot wild, waaronder de wolf.

Lagere vorm van bescherming

Brouns houdt verder vast aan wat hij al eerder zei dat ook onder een lagere vorm van Europese bescherming van de wolf de juridische noodzaak blijft bestaan om de populatie te beschermen. Voor Vlaanderen betekent dit dat de Europese verlaging van het beschermingsniveau geen directe implicaties zal hebben. De populatie is momenteel dermate laag dat er geen acute nood bestaat om in te grijpen.

Volgens Brouns blijft het een voortdurende uitdaging om samen te leven met groot wild zoals de wolf in het dichtbebouwde Vlaanderen.

Fons Jacobs

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken