Nieuwe middelen voor gewasbescherming voorgesteld
Afgelopen winter vond op de campus van HoGent in Melle de jaarlijkse fytonamiddag van Volsog plaats. Een gevarieerd programma werd uitgewerkt. In dit artikel bekijken we de nieuwe middelen die er aan bod kwamen.

De fytonamiddag werd geopend door Volsog-voorzitter Freddy Versavel. In zijn openingswoord herinnerde hij aan de massale boerenprotesten van vorig jaar, waarbij onder andere minder regels werden gevraagd. “Wel, de fytowereld kreunt nog steeds onder nieuwe en strengere reglementering”, was zijn repliek. “Onze sector zit geprankt tussen geldende wetgevingen allerlei.”
Hij wees erop dat er maar weinig nieuwe middelen naar de sector komen en dat het nieuws soms gaat over aanpassingen van homologaties. “Sommige bestrijdingen worden moeilijk tot niet meer mogelijk met het bestaande productgamma.”
Verder wees hij op het feit dat Europa bepaalde regels wil herzien sinds president Trump aan de macht is in de Verenigde Staten. “Ook Ursula von der Leyen wil de administratieve rompslomp verminderen. Dat is toch wel nieuw in vergelijking met voorgaande verklaringen door Europese leiders. Enkele landen sturen zelfs aan op een massale regelgevingspauze. Frankrijk versoepelt zelfs zijn regels inzake gewasbescherming.”
Wat de politiek bij ons betreft, is hij blij dat de landbouw een strategische sector is en blijft. “Het reductieplan pesticiden blijft behouden. Er is wel een nadruk komen te liggen op de toekenning van alternatieven en op de homologatie/erkenning hiervan, die ze willen verbeteren en versnellen.”
Onkruidbestrijding in bieten
De toelichting van Yves Decroos (FMC) tijdens de Volsog-studienamiddag ging over de onkruidbestrijding in bieten. Om dat aan te pakken, zijn we de middelen Safari en Safari DuoActive verloren, deze handelsnamen bevatten de actieve stof trifluslufuron methyl.
Dat we actieve stoffen verliezen, zijn we ondertussen gewoon, ook Yves Decroos. Zijn loopbaan in de fytowereld startte begin jaren 90. Als er toen ruim 700 actieve stoffen erkend waren bij ons, zijn er dat vandaag de dag minder dan 230 en de verwachting is dat er tegen 2030 maar 150 meer over zullen zijn. “We zullen dus meer moeten doen met minder”, is was conclusie.
Evenwicht zoeken
Hij wees erop dat de Europese Commissie erkent dat er te weinig actieve stoffen erkend zijn en als alternatief mechanische onkruidbestrijding suggereert. Daar is Decroos maar beperkt fan van, gezien de matige resultaten die de laatste jaren (mede door de weersomstandigheden) werden bekomen. Hij hamerde erop dat er niet voor niets aan gewasbescherming wordt gedaan. “Dit stelt de voedselzekerheid zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak veilig en verzekert het inkomen van de land- en tuinbouwer.” Yves Decroos is fan van alles wat een nuttige bijdrage kan leveren om de opbrengst en kwaliteit van onze gewassen te verzekeren. “Jammer genoeg zijn zo goed als alle alternatieven voor de klassieke gewasbescherming geen evenwaardige alternatieven, waardoor het voor de telers en voorlichters steeds moeilijker/uitdagender wordt.”
In de toekomst zullen we volgens hem het juiste evenwicht moeten zoeken tussen werking en selectiviteit van handelsmiddelen én de wetgeving. Hij waarschuwde ervoor dat dit niet evident wordt met de huidige beschikbare middelen.
Yves Decroos kon tijdens zijn presentatie heel goed verantwoorden waarom er aan onkruidbestrijding wordt gedaan in de bietenteelt. Dat werd geïllustreerd met foto’s waaruit blijkt dat melganzenvoet de bieten overwoekert, als dit onkruid niet bestreden wordt. Volgens gegevens van het International Institute of Sugar Beet Research (IIRB), kost 1 melganzenvoet/m2 zo’n 3,7 ton/ha aan bietenopbrengst. “Zij adviseren zelfs om geen compromissen te sluiten als het op de ‘properheid’ van het bietenveld aankomt. Gewasbeschermingsmiddelen zijn dus een noodzaak.”
Wat het verdwijnen van Safari (Duo Active) betreft, is het volgens Yves Decroos een afscheid in schoonheid. “Het middel zorgde voor de sterkste onkruidbestrijdingsschema’s in bieten en was zeer effectief tegen schermbloemigen. Dat ondervangen, wordt een probleem. We zullen het moeten doen met de riemen die we hebben, want er is geen evenwaardig alternatief”.
Venzar en Centium
Als oplossing kijkt hij naar de middelen Venzar en Centium. Het Nederlandse Bieteninstituut IRS communiceerde reeds de meerwaarde van Venzar 500 SC in de lagedosis-schema’s (FAR-systeem) op bingelkruid, duivenkervel, herik, kleefkruid, koolzaadopslag, melganzenvoet, uitstaande melde en veelknopigen. Het IRS adviseert om meerdere werkzame stoffen in te schakelen om een zeer breed onkruidspectrum aan te pakken. De middelencombinaties die zij in vooropkomst naar voren schuiven, vindt Yves Decroos zwaar en duur.
In België adviseert FMC om Centrium + metamitron in vooropkomst in te zetten kort na de zaai (2 à 3 dagen). Op deze wijze wordt verkleuring van de bieten vermeden. De dosering van de middelen wordt mee aangepast naargelang de grondsoort. Zo gelden voor zandgrond andere adviezen, omdat de bieten daar doorgaans iets minder sterk staan. Als stuifschade verwacht wordt, is Centium in vooropkomst geen advies.
Een ander advies luidt om Venzar toe te voegen aan het onkruidbestrijdingsschema van Conviso- bieten om resistentieproblemen aan te pakken. Er werd op gewezen dat sinds begin dit jaar aangepaste reglementering geldt voor het herbicide Conviso One.
FAR-versterker
Venzar 500 SC wordt de ‘versterker’ van het FAR-systeem genoemd, zowel op contact- als bodemwerking. Het is sterk tegen moeilijke onkruiden, zoals uitstaande melde, bingelkruid, zwaluwtong, varkensgras, kamille, herik… en is goed mengbaar met andere herbiciden.
Ook Centium 360CS noemt Decroos een versterker van het FAR-systeem. Tevens is er hier een versterking van de contact- en bodemwerking, naast een goede mengbaarheid. Dit herbicide kan ingeschakeld worden om een soort correctiebehandeling uit te voeren op de groot geworden onkruiden. Hiernaast versterkt het tegen melganzenvoet en is het sterk tegen bingelkruid, zwaluwtong, varkensgras…
Bemerkt werd dat Centrium 360CS witverkleuring kan veroorzaken na toepassing, zelfs bij goede groeiomstandigheden. “Deze leidt niet tot opbrengstderving”, benadrukte Decroos. “Het grote verschil zit hem in de formulering van de actieve stof.” Hij noemt het dan ook het meest selectieve en veiligste clomazone-bevattend middel, ook voor buurgewassen.
Aardappelplaag aanpakken
David Dermaut (Certis Belchim) had het tijdens de Volsog-studienamiddag over hoe de snel evoluerende en toenemende ziektedruk optimaal aangepakt kon worden. In dit kader had hij 2 nieuwe fungiciden voor te stellen, namelijk Areli en Panorama.
“Het klopt dat aardappeltelers worden geconfronteerd met een verstrengde regelgeving en een toenemende ziektedruk op het gewas. De mate waarin dit laatste gebeurt, hangt mede af van hoe nat of regenrijk het seizoen is.” Uit zijn presentatie onthouden we ook dat er nieuwe opkomende plaagstammen zijn.
Hij legde verder de aandacht op een geslaagde plaagbestrijding. Daar dragen verschillende factoren toe bij, zoals correct spuitwerk. Platgereden loof in spuitsporen, perceelskanten, eventuele hoogspanningsmasten of andere in het perceel, bemoeilijken een volledige bedekking van het gewas. Daardoor worden er net toegangspoorten voor de aardappelplaag gevormd. Een andere tip om een geslaagde plaagbestrijding te bereiken, is om het snelgroeiende aardappelloof in de jeugdgroei tijdig en voldoende te beschermen.
Een goed fungicideschema houdt ook rekening met de FRAC-richtlijnen en combineert actieve stoffen. Dermaut raadde tevens aan om maximaal actieve stoffen af te wisselen en om volle doseringen aan te houden. Weersgegevens opvolgen en spuitintervallen aanpassen naargelang de ziektedruk is ook mogelijk. Mogelijkheden om te verruimen ziet hij bijvoorbeeld in de tweede helft van het seizoen, als het weer mee zit.
Areli als coformulering
Vorig jaar kon Certis Belchim voor het eerst zijn nieuw fungicide tegen phytophthora voorstellen, namelijk Areli, een coformulering van 2 actieve stoffen, Cyazofamid, gekend uit Ranman Top, en Valifenalaat, een actieve stof die terug beschikbaar is op de markt. De eerste actieve stof wordt geprezen om zijn preventieve en sterk sporendodend karakter, de tweede omwille van zijn translaminaire eigenschap. David Dermaut legde uit dat de spuitvloeistof op de bovenzijde van het blad komt en dat door de lokaal systemische werking, ook de onderkant beschermd wordt.
Areli dichtte hij verder een unieke combinatie van 5 sterke punten toe. Zo uit het fungicide zich preventief supersterk, beschermt het nieuwe groei, is het snel regenvast, werkt het plantafweer-versterkend en is het effectief op alle gekende plaagstammen.
In het spuitschema wordt Areli in de eerste helft van het seizoen gepositioneerd, omdat het net zo goed de nieuwe loofgroei beschermt. Later in het seizoen schuift Certis Belchim het middel Ranman Top en partners naar voor omwille van de knolbescherming.
Areli wordt dus vooral preventief ingezet. Moet er curatief gehandeld worden, dan dient er een partner gezocht te worden. Is er een verhoogde plaagdruk, dan kijkt Certis Belchim bijvoorbeeld naar Sporax of naar het middel Cymbal 45, als er een toepassing is kort na een regenbui. Simpro kan dan weer een oplossing zijn in het geval er zichtbare plaaginfecties gedetecteerd worden.
Cercosporabestrijding in bieten
Eerder tijdens de Volsog-studienamiddag stond Yves Decroos stil bij de onkruidbestrijding in suikerbieten. David Dermaut belichtte daarna echter de cercosporabestrijding in bieten. Certis Belchim biedt daarvoor met Panorama immers een nieuwe oplossing aan. Net als Areli is Panorama een sterke coformulering, ditmaal van prothioconazole en metconazole. De combinatie van deze triazolen duikt voor het eerst op in de suikerbietenteelt en is effectief tegen meerdere ziektes. Het fungicide heeft een erkenning in meerdere teelten. In granen, koolzaad en raapzaad is dit zo aan een dosering van 0,5 l/ha. In suiker- en voederbieten loopt de dosering heel lichtjes op tot 0,6 l/ha.
In proefveldwerking werd reeds gezien dat Panorama niet alleen cercospora stevig aanpakt, maar ook werking heeft op ramularia, witziekte en roest. Wat de cercosporabestrijding betreft, beval Dermaut aan om niet enkel naar fungicides te kijken. “Heel het verhaal of systeem moet in beeld komen. Denk hierbij aan teeltrotatie en perceelskeuze, maar ook aan het inwerken van oogstresten én aan een goede rassenkeuze.” Wat dit laatste betreft, is geweten dat de bladgezondheid afhankelijk is van de variëteit. “Laat ook bij gezonde rassen de ziektebehandeling niet achterwege”, klonk zijn advies.
Panorama uit zich als sterk product als het moment cruciaal is voor een optimale bescherming. Dat valt tijdens de maximale productie van de suikerbieten. Doorgaans ligt dit van begin augustus tot begin september. Afhankelijk van de druk en de gevoeligheid van de variëteit kan de eerste behandeling wat schommelen. Om de laatste toepassing te positioneren, komt daar ook het moment van leveren van de suikerbieten bij kijken.
Tot slot gaf David Dermaut nog aan dat het Bieteninstituut, KBIVB, al 4 jaar proefervaring heeft met Panorama.
Nieuwe toelatingen
Guy Vroman (Adama) had het over nieuwe toelatingen voor de herbiciden Goltix en Fox en voor het insecticide Mavrik. Het handelsmiddel Goltix SC bevat de actieve stof metamitron en was al toegelaten voor de onkruidbestrijding in suiker- en voederbieten. Daar is nu een hele resem andere teelten aan toegevoegd, zoals aardbeien, rode biet, pastinaak, koolrabi... Eigenlijk te veel om op te noemen in dit artikel. Je kan daarvoor het best fytoweb raadplegen. Om het samen te vatten: de nieuwe toelatingen hebben betrekking op openluchtgroenten, maar ook op kruiden en sierplanten.
De erkende dosering van Goltix SC dient zeker goed nagegaan te worden door de gebruiker. Er zijn immers doseringen van 0,5 tot 5 l/ha, afhankelijk van de teelt. “Wordt dit herbicide toegepast in vooropkomst, dan is voor de goede werking van het middel zowel vocht belangrijk als een bodem met een fijn grondoppervlak”, gaf Vroman aan. Willen we gewasveilig werken, dan is op een lichte bodem een lagere dosering nodig en op een zwaardere bodem een hogere. In naopkomst kan olie toevoegen de contactwerking verbeteren, maar is soms iets minder gewasveilig, mogelijk door ander partners die zijn toegevoegd aan de spuitcombinatie.
Uitbreiding van erkenningen
Het herbicide Fox, dat de actieve stof bifenox bevat, kreeg ondertussen toelating in meerdere teelten, nadat er vorig jaar een derogatie was. Naast diverse wintergranen is er ook toelating in graszaad, wortelen, pastinaak en knolselder. De uitbreiding van Fox is welkom om zwarte nachtschade en glansbesnachtschade in wortelen te bestrijden.
Vroman wees erop dat Fox hoofdzakelijk een contactmiddel is en dat het niet alleen gebruikt mag worden. “Het moet gemengd worden met een partner. Kijk zeker naar de doserings- en fractioneringsmogelijkheden.” Interessante combinaties kunnen er zijn met middelen die pendimethaline, metribuzine en/of aclonifen bevatten.
Fox is veilig als het wordt toegepast op een droog gewas tijdens het moment van toepassing. Het gewas moet ook gezond zijn om een behandeling te verdragen en er mag geen olie of adjuvant toegevoegd worden. Verbrandingssymptomen kunnen optreden, maar die zijn tijdelijk en hebben geen impact op de opbrengst.
De reeds gekende actieve stof ‘tau-fluvalinaat’ krijgt nieuwe toelatingen met het handelsmiddel Mavrik. De stabiele chemische structuur van deze actieve stof zorgt ervoor dat het middel minder snel wordt afgebroken onder invloed van temperatuur (warmte).
Mavrik kent een uitgebreide toelating in meerdere openluchtgroenten, kolen, erwten, bonen, zomer- en wintergranen, aardappelen, suikerbieten, vlas, koolzaad… tegen hoofdzakelijk bladluizen, rupsen, galmuggen, aardvlooien en glanskever. Een van de nieuwigheden die Vroman onderstreepte, was de erkenning tegen bladluizen in suikerbieten. In totaal gaat het tot nu toe echter om 68 toelatingen.
Voordelen van Mavrik zijn de betere werking bij hoge temperaturen, het feit dat de nuttigen gespaard worden, dat het veilig voor bijen is en dat het middel kadert om een mooie antiresistentiestrategie uit te werken. Tot slot benadrukte Guy Vroman dat het ook belangrijk is om met Mavrik een goede toepassingstechniek na te streven.