Biggenprijs stijgt, maar vleesvarkensprijs volgt niet
Voor Vlaamse vleesvarkensbedrijven, die biggen aankopen en opkweken tot vleesvarkens, is de conjunctuur dalend. Dat blijkt uit een nieuwe sectorbarometer van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij over de actuele economische situatie van landbouwsectoren.

Uit de sectorbarometer voor melkvee blijkt dat deze sector eind 2024 weer op een hoogtepunt kwam, na een sterke terugval in 2023. Voor de varkenssector zijn er gemengde signalen. In maart 2025 zit de vleesvarkenssector in een dip, terwijl de fokvarkens een gunstiger en stijgend arbeidsinkomen tonen. De resultaten voor gesloten varkenshouderijen liggen hier tussenin.
Vier nieuwe barometers
Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij publiceert 4 nieuwe sectorbarometers voor melkvee, fokvarkens, vleesvarkens en gesloten varkenshouderijen. Met deze barometers wordt de vinger aan de pols gehouden van de belangrijkste opbrengsten, kosten en marges van deze landbouwsectoren. De barometers brengen boekhoudgegevens van landbouwbedrijven die zijn aangesloten bij het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN), samen met actuele marktprijzen. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de opbrengsten van melk, biggen en vleesvarkens en de kosten voor voeder, energie en meststoffen.
Dalende melkprijs
Een gunstige melkprijs in 2024, vooral in de tweede helft van het jaar, zorgt voor een hoge opbrengst in de melkveesector (zie figuur 1). Dalende krachtvoederprijzen en afgenomen kosten voor energie en meststoffen betekenen minder variabele kosten, waardoor het bruto saldo in december 2024 zo’n 36,5 euro per 100 l bedraagt. Het arbeidsinkomen bedraagt 23,3 euro per 100 l. Dat is opvallend hoger dan het vijfjarige gemiddelde van respectievelijk 20,7 en 8,4 euro per 100 l. De dalende melkprijs in de eerste maanden van 2025 is nog niet opgenomen in de barometer.
Hoger arbeidsinkomen bij fokvarkens
In de varkensector zijn de signalen minder optimistisch. De fokvarkenssector, waar verkochte biggen het eindproduct zijn, kent een dalend bruto saldo in de loop van 2024. Het arbeidsinkomen, dat zeer hoog lag in 2023 en de eerste helft van 2024, blijft echter ook in de tweede helft van 2024 en begin 2025 positief. Sinds het begin van 2025 is er opnieuw een stijging zichtbaar van het bruto saldo en het arbeidsinkomen. De mengvoederprijs blijft relatief stabiel, terwijl de biggenprijs weer aanslaat na een daling in 2024. Zo bedraagt het bruto saldo in maart 2025 zo’n 39,9 euro per afgeleverde big. Het arbeidsinkomen klokt af op 30,2 euro per big.
Toename vleesvarkensprijs
Voor vleesvarkensbedrijven, die biggen aankopen en opkweken tot vleesvarkens, is de teneur dalend. Na een serieuze dip eind 2023 nam het bruto saldo toe tot september 2024 om daarna opnieuw stevig te dalen, een trend die zich vaker na de zomer voordoet. In maart 2025 was het bruto saldo zelfs negatief met zo’n -3,7 euro per afgeleverd vleesvarken. Hoewel de mengvoederprijs relatief stabiel blijft, is de vleesvarkensprijs de laatste maanden van 2024 gedaald. In maart is daarbovenop de biggenprijs fors toegenomen, terwijl de vleesvarkensprijs niet volgt. De sterke toename van de vleesvarkensprijs de laatste weken zit echter nog niet in de barometer verwerkt.
Gesloten vleesvarkensbedrijven kweken biggen die ze ook zelf afmesten tot vleesvarkens. Daardoor is de biggenprijs voor hen minder van belang. Het arbeidsinkomen in 2023 en 2024 bevindt zich algemeen op een hoog niveau. De dalende vleesvarkensprijs in de tweede helft van 2024 zorgt wel voor dalende opbrengsten en een dalend bruto saldo (zie figuur 2). Het arbeidsinkomen blijft – in tegenstelling tot bij de afmesting – wel positief. In maart 2025 ligt het bruto saldo rond 39,6 euro per afgeleverd vleesvarken en het arbeidsinkomen rond 15,2 euro per vleesvarken.
De sectorbarometers worden maandelijks geactualiseerd en zijn beschikbaar op www.vlaanderen.be/landbouwcijfers.