Startpagina Aardappelen

Irrigatie vervroegt de oogstdatum bij aardappelen

Hoewel de aardappelen dit jaar door het gunstige weer vroeg konden worden geplant, is dat geen garantie op een vroege oogst. Zeker als de droogte van de laatste weken nog even aanhoudt, is een groeivertraging mogelijk, stellen ze bij Viaverda (voorheen Proefcentrum voor de Aardappelteelt).

Leestijd : 4 min

Afhankelijk van de duur van de groeistilstand, kan de oogstdatum verder opschuiven. Terugkijkend op ervaringen uit het verleden, ziet Viaverda dat het in 2023 heel nat was tot begin mei. Daardoor kon toen laat worden geplant, wat nu niet het geval is. Bijkomend zorgde een periode van droogte van half mei tot half juli toen voor een groeivertraging.

Proef met druppelirrigatie

In 2023 legde Viaverda een proef aan met druppel-irrigatie in aardappelen op een zandleemperceel in de gemeente Kruisem. De irrigatieproef kaderde binnen het Relance-project 'Slimme combinatie van teeltkeuze en technologie voor een rendabele klimaatrobuuste land- en tuinbouw' en werd gefinancierd door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.

“Het doel van de irrigatieproef was om de impact van irrigatie in de verschillende groeifases van het gewas te kunnen implementeren in een groeimodel. Daartoe werden 4 behandelingen voorzien”, legt Jeroen De Waele, onderzoeker bij Viaverda, uit. “Niet irrigeren zou worden vergeleken met uitsluitend irrigeren in een vroeg stadium, uitsluitend irrigeren in een laat stadium én irrigatie doorheen het hele teeltseizoen. De aardappelen van het ras Fontane werden geplant op 26 mei 2023. Er werd geïrrigeerd volgens het advies van projectpartner Bodemkundige Dienst van België (BDB). Dit advies hield rekening met het gemeten bodemvocht en met de weersvoorspelling.”

Er werd eind juni 2023 en begin juli 4 keer beregend in de vroege groeifase en eenmaal eind augustus in de late groeifase. “Maar door regenval kort nadien was het effect van deze late irrigatie verwaarloosbaar en werd er beslist om enkel de 2 behandelingen 'geen irrigatie' en 'irrigatie hele teeltseizoen' te beoordelen, aldus onderzoeker Dewaele.”

Hogere opbrengst

De cijfers vertoonden, bekeken over het volledige groeiseizoen, significant hogere opbrengsten voor het geïrrigeerde object in vergelijking met het niet-geïrrigeerde object. Indien dit per staaldatum werd bekeken, was enkel op 17 augustus de totale knolopbrengst significant hoger voor de geïrrigeerde veldjes. Later liep het niet-geïrrigeerde object zijn achterstand tegenover het geïrrigeerde object in door langer door te groeien.

Het gewas werd bewust niet geloofdood, onder meer door de late plantdatum (26 mei). De groei van het niet-geïrrigeerde object bleef in oktober doorgaan, waardoor op 17 oktober dezelfde opbrengsten in beide objecten werden gehaald.

“Het is duidelijk dat het geïrrigeerde gewas nooit groeivertraging opliep tijdens droogteperiodes”, haalt Jeroen Dewaele aan. De bloei en later ook de afrijping, werden daar sneller ingezet en de eindopbrengsten werden 3 weken eerder behaald. “Beregening resulteerde dus in een vroegere oogstdatum en dus in meer oogstzekerheid, maar ook in vroegere inzaaimogelijkheden voor vanggewassen of wintergranen. Omwille van het natte najaar waren dit zeker in 2023 argumenten die konden tellen. ”

Niet meer uitspoeling

Binnen het Vlaio LA-project MiNiMax werden ook bodemstalen genomen in de irrigatieproef. De evolutie in de stikstofvoorraad van de bodem was vergelijkbaar met en zonder irrigatie. “Ook de verdeling van de minerale stikstof over de 3 bodemlagen was vergelijkbaar: er was dus geen uitgesproken indicatie van meer uitspoeling door irrigatie”, aldus onderzoeker Dewaele.

De stikstof in het gewas werd eveneens bepaald om de som te kunnen maken van de bodemvoorraad en de opname en om zo na te gaan of irrigatie zorgde voor een grotere stikstofmineralisatie. Er was echter geen consequent grotere toename in het geïrrigeerde object na het uitvoeren van de irrigatie. “Dit doet ons besluiten dat het bodemvochtgehalte niet beperkend was voor de stikstofvrijstelling, maar wel voor de wateropname door het gewas”, concludeert Dewaele.

Simulaties via model

De groei van beide behandelingen uit de irrigatieproef werd ook gesimuleerd met een groeimodel voor aardappelen. Dit model werd door Viaverda in het kader van het project gekalibreerd en gevalideerd op basis van de eigen historische datasets. De simulaties waren behoorlijk goed, maar de gesimuleerde groei werd in het niet-geïrrigeerde object te vroeg beëindigd. Hier moet verdere kalibratie beterschap brengen. Eenmaal dit op punt staat, kunnen we het model gebruiken om opbrengst en oogstdatum te voorspellen voor verschillende weersscenario’s en om in te schatten of irrigatie al dan niet interessant is, afhankelijk van de droogtegevoeligheid van het perceel.

Ook dit jaar worden er opnieuw irrigatieproeven uitgevoerd in aardappelen, in het kader van een Vlaio-LA-project rond fertigatie. Viaverda zoekt nog landbouwers die ervaring hebben met fertigatie in aardappelen en die aan dit project willen meewerken.

Viaverda/TD

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken