Startpagina Actueel

Frankrijk sluit import uit van levering aan publieke catering

Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) trekt samen met zijn federale collega David Clarinval (MR) naar de Europese Commissie voor de manier waarop Frankrijk zijn markt afschermt. Er is een belangrijke wijziging op komst in de Franse regelgeving voor de levering van landbouwproducten aan de publieke cateringsector die Vlaamse landbouwproducenten de facto uitsluit.

Leestijd : 4 min

Het onderwerp werd in het Vlaams parlement in de commissie Landbouw van 21 mei aangekaart door Eva Ryde van N-VA.

“Vanaf 1 januari 2027 zal enkel nog de Franse milieucertificering HVE niveau 3 (Haute Valeur Environnementale) worden aanvaard als bewijs van duurzaamheid bij leveringen aan de collectieve catering in Frankrijk. De oogst van 2026 zou dus al op deze manier gecertifieerd moeten zijn. Tot op heden volstond niveau 2, waarvoor onze Vlaamse producenten een gelijkwaardigheid kunnen aantonen via het VegaplanFR-certificaat”, duidt Ryde.

Geen gelijkwaardige procedure in Vlaanderen

“Voor niveau 3 bestaat er echter geen Europese erkennings- of gelijkwaardigheidsprocedure. Dat betekent dat Vlaamse, en bij uitbreiding alle niet-Franse landbouwers, in de praktijk uitgesloten dreigen te worden van deze afzetmarkt indien ze enkel in Vlaanderen of Wallonië actief zijn, tenzij zij het Franse certificaat rechtstreeks kunnen behalen. Omdat deze certificering in de eerste plaats gericht is op de Franse context en administratie, wordt het behalen ervan voor buitenlandse landbouwers eigenlijk als nagenoeg onmogelijk beschouwd.Dit is in wezen een belemmering van de markttoegang, louter door administratieve barrières op te werpen”, stelt Ryde.

Minister Brouns was al op de hoogte van het probleem. “De Franse wet is van 22 augustus 2021 en bevat een aantal maatregelen die ervoor moeten zorgen dat bij het gunnen en uitvoeren van overheidsopdrachten beter rekening wordt gehouden met duurzame ontwikkeling. Vanaf 2027 moet minstens de helft van de samenstelling van maaltijden in publieke en private catering het HVE3-label dragen. Daarenboven moet van die 50% nog eens 20% biologisch zijn”, vult Brouns aan.

Onduidelijkheid

In België bestaat momenteel geen equivalent voor het HVE3-label. Voor het HVE2-label werd destijds een specifieke module ontwikkeld binnen Vegaplan, die door Frankrijk als gelijkwaardig werd erkend. Voor het HVE3-label is het volgens minister Brouns echter onduidelijk of Belgische operatoren toegang zullen krijgen tot de Franse certificeringsprocedure.

“Deze maatregel vormt inderdaad een belemmering van het vrije verkeer van goederen en diensten binnen de interne markt van de Europese Unie. Daarnaast is het ook onzeker of Frankrijk zelf over voldoende gecertificeerde producten beschikt om aan deze duurzaamheidsvereisten te voldoen. De opvolging van initiatieven met mogelijke impact op andere lidstaten waar de overeenstemming met het Unierecht onderzocht worden, ligt in handen van de federale collega’s. Navraag over deze casus leert dat het momenteel onduidelijk is of Frankrijk voor deze maatregel de volledige Technical Regulation Information System-melding heeft gedaan”, stelt Brouns.

“Samen met mijn federale collega zal ik dit dossier onder de aandacht brengen van de Europese Commissie, met de vraag op welke manier de goede werking van de interne markt binnen Europa in deze context kan worden gewaarborgd. Het lijkt mij immers aangewezen dat de Commissie, als hoedster van de interne markt, hierin haar verantwoordelijkheid neemt”, meent de minister.

Landsgrenzen geen goede parameter

Hij wil er wel graag op wijzen dat het op zich niet verkeerd is om in te zetten op lokale producten. “Of landsgrenzen daarvoor de beste parameter zijn, moeten we in vraag durven stellen, al heb ik de voorbije jaren het gevoel toch sterk gehad dat ook heel wat politieke partijen van mening waren dat lokaal alleen ‘uit Vlaanderen’ kon betekenen. Ik denk dat we die grenzen moeten durven te overstijgen”, stelt de minister.

In het recente Vlaamse regeerakkoord staat dat Vlaamse overheid in haar aankoopbeleid focust op het afnemen van biologische en andere lokale producenten en dat lokale besturen en andere overheidsdiensten aangemoedigd worden om hetzelfde te doen. “Dus, hoewel het streven naar duurzamere landbouw op zich volledig in lijn ligt met de Europese doelstellingen, moet de aanpak transparant, non-discriminatoir en grensoverschrijdend afgestemd zijn. Wanneer lidstaten eigen normen opleggen die moeilijk of niet toegankelijk zijn voor buitenlandse marktspelers, dreigt dit te resulteren in fragmentatie in plaats van harmonisatie, wat net strijdig is met de Europese vereenvoudigingsdoelen”, meent hij.

Nationale labelling mag geen drempel zijn

Aansluitend is Eva Ryde bezorgd dat Frankrijk een groot bepleiter lijkt te zijn van nationale labeling. “Daarbij komt op de producten een stempel van in welk land ze geproduceerd zijn. Het is een bijkomende bezorgdheid dat Frankrijk die kaart trekt, omdat dat problematisch zou kunnen zijn. Dat zou als gevolg kunnen hebben dat het logistiek heel wat uitdagingen veroorzaakt om op producten die in Vlaanderen verwerkt worden, nog eens te gaan beklemtonen van welk land die precies komen”, stelt Ryde.

“Ik zie dat heel wat landen willen inzetten op die afkomstlabeling. Dat mag geen drempel zijn, maar moet eerder stimulerend zijn. Het Europese debat is wel gaande op dat vlak en we zullen onze positie daarin nog kracht bijzetten”, besluit Jo Brouns.

Filip Van der Linden

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken