Edito: Meanderende bemoeienissen
Nieuw onderzoek toont aan dat ‘meanderend’ maaien de biodiversiteit kan verhogen. Over landbouwkundige voor- of nadelen vinden we in de marge van deze berichtgeving echter niets terug. Wordt dit niet de bemoeienis te veel voor de landbouwsector?
Een wetenschapper verbonden aan de UGent komt na meerjarig onderzoek met een nieuwe bevinding bij graslanduitbating. Hij stelde vast dat het maaien van gras in kronkelende, meanderende lijnen in plaats van strakke, rechte lijnen de aanwezigheid en diversiteit van bestuivers, zoals vlinders en wilde bijen, aanzienlijk kan verhogen.
Er is niets mis met dit inzicht, maar zet de mooie theorie maar eens om in landbouwpraktijk. Vooreerst werkt een goed afgestelde machine optimaal als er strak rechtdoor wordt gereden. In bochten valt de kwaliteit van het uitgevoerde werk makkelijk terug. Dat is nu eenmaal een gegeven verbonden aan ‘de wetten van de mechanica’. Specifiek bij maaien denken we dan aan het creëren van plekken ongemaaid gras, of aan het uitrukken van grasplanten in bochten. Daarnaast wordt zo het gemaaide gewas snel bevuild met aarde, zand, stenen, onreinheden... Deze heeft een goede landbouwer liever niet in het voer omdat dit de voerkwaliteit en dus ook de dierprestaties negatief beïnvloedt. Om over de achteruitgang van de kwaliteit van de grasmat nog maar te zwijgen.
Al decennialang hameren voorlichters en leveranciers van landbouwmachines op het belang van een goed afgestelde machine voor het verkrijgen van optimaal ruwvoer. Dit aspect ontging klaarblijkelijk de onderzoekers van de UGent. Ze missen duidelijk voeling met de landbouwpraktijk. Laten we vooral hopen dat hun inzicht geen verplichting wordt, want hun bevindingen klinken bepaalde partijen waarschijnlijk als muziek in de oren. Dat zou wel eens de bemoeienis te veel kunnen zijn. Landbouwers worden nu al met een resem regels geconfronteerd die het moeilijk werkbaar maken in de praktijk. Ga nu maar eens maaien waarbij je spreekwoordelijk stomdronken achter het stuur zit... Dat moedigen we voor alle duidelijkheid niet aan!
Kunnen we de bevinding van de UGent niet meenemen in een breder verhaal? Maai meanderend waar het kan, bijvoorbeeld in natuurgebieden, parken en tuinen. Hier draait het immers niet om ruwvoederproductie, en kan biodiversiteit makkelijker op de eerste plaats gezet worden.
Bij landbouwers draait het maaien juist wel om een optimale grasproductie en het streven naar een economisch rendabel bedrijfsmodel. Laat hen op hun beurt kiezen uit een reeks maatregelen om de biodiversiteit te verhogen die passen bij hun boerderij en die haalbaar zijn binnen hun bedrijfsvoering. Zo niet kaderen wij meanderend maaien als de zoveelste bemoeienis te veel.
