Ceja-visienota voor volgende GLB
Europees vastleggen wat alle landbouwbedrijven moeten doen om duurzaam te boeren, gaat niet, meent Ceja. Milieuvoorwaarden terugbrengen naar het niveau van de lidstaten moet ruimte laten voor maatwerk. “Voor ons is het belangrijk dat de doelen om milieu en klimaat te verbeteren vastgelegd worden op Europees niveau, zodat deze voor iedereen gelijk blijven”, zegt Peter Meedendorp, voorzitter van de koepelorganisatie voor jonge boeren. “Maar sommige problemen spelen gewoonweg niet in bepaalde gebieden. Zo is erosie minder een probleem in Vlaanderen en Nederland dan in Italië.” Het heeft volgens Peter dan ook geen zin om Vlaamse boeren maatregelen op te leggen om erosie tegen te gaan.
Dat standpunt maakt Ceja duidelijk in een recent gepubliceerde visienota over het volgende Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). “Ceja vraagt om een ambitieuzer, beter gefinancierd en meer op jongeren gericht GLB, dat in staat is om nieuwe generaties aan te trekken en om de economische, ecologische en sociale doelstellingen van de EU voor de landbouw te realiseren.”
Daar staat bijvoorbeeld in dat Ceja te vinden is voor de oprichting van een derde pijler van het GLB, om milieu- en klimaatsteun beter af te bakenen van inkomenssteun en plattelandsbeleid (de eerste en tweede pijler van het huidige GLB).
De belangrijkste conclusie uit de visienota volgens Peter Meedendorp? “Inkomenssteun zou meer moeten zijn dan een hectarepremie.” Hij denkt bijvoorbeeld aan bijstand bij crisissen en investeringen, interventies die meer gekoppeld zijn aan sociaal-economische weerbaarheid.
Als het van Ceja afhangt, is het volgende GLB doorspekt met steun voor jonge boeren. “10% van het GLB zou voorbehouden moeten worden voor jonge boeren.” Dat is zo’n 30 miljard euro voor bemiddelingsdiensten, bedrijfsopvolgingsregelingen, klimaatdiagnoses op de boerderij en steun voor digitalisering.