Startpagina Bedrijfsnieuws

Sterke geurhinder: Empro krijgt boete van 120.000 euro maar geen exploitatieverbod

Het pluimveeverwerkingsbedrijf Empro Europe in Dendermonde moet een boete van 120.000 euro betalen, maar het door het openbaar ministerie en omwonenden gevraagde exploitatieverbod wordt niet opgelegd. Dat heeft de Gentse correctionele rechtbank maandag 30 juni beslist. “Het bedrijf had jarenlang verzuimd om de nodige investeringen in haar installaties te verrichten, waardoor omwonenden regelmatig last hadden van een sterke geurhinder”, stelt de rechtbank.

Leestijd : 3 min

Empro moest zich voor de correctionele rechtbank verantwoorden voor inbreuken die dateren van 2023 en 2024. Ook de zaakvoerder werd gedagvaard. Het openbaar ministerie vroeg 8.000 euro boete voor de man en 40.000 euro boete voor het bedrijf, maar het bedrijf ontkende dat er sprake is van abnormale of structurele geurhinder.

Eerdere veroordeling

Buurtbewoners hadden al verschillende keren geprotesteerd aan het bedrijf op het industrieterrein Hoogveld in Dendermonde. Empro Europe startte in 2015 op de locatie, maar volgens omwonenden is de geurhinder ondraaglijk. Er volgden al verschillende procedures rond de vergunningen en in 2020 oordeelde de deputatie dat mogelijks geopteerd moet worden voor een compleet nieuw concept qua bedrijfsvoering en zuiveringstechnieken, eventueel op een andere locatie die minder geurgevoelig is. Het bedrijf tekende beroep aan tegen deze beslissing en Vlaams minister voor Omgeving Zuhal Demir boog toen de beslissing van de deputatie om in een schorsing voor een periode van minstens 3 maanden.

In 2021 werd het bedrijf door de correctionele rechtbank in Dendermonde veroordeeld tot een boete van 56.000 euro voor verschillende inbreuken op de milieuwetgeving in 2018 en 2019. Het exploitatieverbod waar het parket om gevraagd had, werd toen ook niet opgelegd. De firma tekende geen beroep aan maar de klachten hielden aan.

Nieuwe omgevingsvergunning

De jaren nadien stelde de omgevingsinspectie diverse schendingen vast van de milieuregelgevingen inzake afvalwater en grondwater. “De correcte werking van de waterzuiveringsinstallatie werd ook onvoldoende opgevolgd”, zegt de rechtbank in een persbericht. “Meerdere bijzondere voorwaarden van de omgevingsvergunning werden eveneens niet ten volle nageleefd. Op 30 juni 2022 werd aan Empro een nieuwe omgevingsvergunning verleend, met daarin onder andere een aantal bijkomende maatregelen om geurhinder te voorkomen.”

In het najaar van 2023 vond de omgevingsinspectie opnieuw diverse inbreuken vast, onder meer met het geloosde afvalwater, de opslag van dierlijke bijproducten, etikettering, het gebrek aan ontsmettende voet- of wielbaden en het niet nemen van de jaarlijkse grondwatermonsters. “Ondanks een nieuw gebouwde schouw was er ook opnieuw sprake van regelmatige geurhinder. Volgens een onafhankelijk deskundige werden de geuremissies minstens sinds 12 december 2023 meerdere keren waargenomen tot afstanden van 700 tot 1.100 meter van het bedrijf. Bij sommige vaststellingen werd de geurhinder door de inspectie als onaanvaardbaar hinderlijk omschreven”, meldt de rechtbank.

Empro vroeg vrijspraak

Empro moest zich verantwoorden voor een schending van de zorgvuldigheidsplicht, een schending van de algemene, sectorale of bijzondere exploitatie- en vergunningsvoorwaarden door onder andere het veroorzaken van aanhoudende geurhinder, en een schending van de vergunningsplicht.

Het bedrijf had de vrijspraak gevraagd en aan de rechtbank meegegeven dat het voor honderd mensen direct en indirect voor tewerkstelling zorgt. “We zijn een milieu-innovatief bedrijf in de groene sector”, stelde de advocaat van de vennootschap. “Als deze vordering toegekend wordt, gaan we failliet. We zijn een hinderlijk bedrijf, maar geen abnormaal hinderlijk bedrijf. We zitten in een industriegebied met de nodige afstand en we zijn 100% vergund op dit moment.”

Belga

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken