Startpagina Bedrijfsnieuws

Inspelen op wijzigende wetgeving en op weersomstandigheden

Limagrain laat op zijn demoplatform in Kerkhove zien hoe je met een juiste rassenkeuze kan inspelen op de wijzigende wetgeving en op grillige weersomstandigheden.

Leestijd : 5 min

Granen staan dezer tijden onder druk, gaf Sander Van Kerckhove, productmanager akkerbouwgewassen aan bij de start van het veldbezoek. “De prijsvorming bij granen is beneden een acceptabel niveau en in Vlaanderen zitten we met een onwerkbare reglementering wat de stikstofbemesting betreft. Tarwe heeft 25 eenheden stikstof nodig per ton opbrengst dat je beoogt, probeer dat maar eens te realiseren binnen de huidige wetgeving.”

Groter wortelgestel

Jaar na jaar hebben we te maken met extremere weersomstandigheden. “Is het te nat of te droog, daar kan Limagrain weinig aan doen, maar wij zijn ervan overtuigd dat hybride tarwerassen een schakel zijn in de ketting om in de toekomst op een duurzame, rendabele manier tarwe te telen, om een opbrengst te genereren en een goed inkomen te hebben”, aldus Sander Van Kerckhove.

Hij prijst het uitgebreide wortelgestel dat hybride graanrassen hebben ten opzichte van klassieke variëteiten. De wortelmassa van hybriden heeft zo’n 30% droge stof meer dan klassieke rassen én ze wortelen dieper. Daardoor is er minder opbrengstderving in stressomstandigheden. Het wortelgestel zorgt ervoor dat de opbrengst weinig varieert. Hybriden hebben een betere uitstoeling met meer aren per vierkante meter, zo’n 9 tot 10 stuks. Bij klassieke rassen blijft dat steken op 6 à 7 stuks. Ook het duizendkorrelgewicht ligt bij hybriden hoger, ze hebben meer korrels per aren en de fertiliteit ligt hoger.

“In moeilijke jaren zorgt het wortelgestel van de hybriden voor het beter op peil houden van het opbrengstpotentieel”, stelt Van Kerckhove. In moeilijke omstandigheden zijn de verschillen tussen klassieke en hybride rassen het best te zien. Dat komt helaas niet altijd tot uiting in officiële proeven, omdat deze doorgaans op goede gronden zijn aangelegd.

Er wordt ons nog op belangrijke punten inzake teelttechniek gewezen. “Door de grote uitstoelingscapaciteit wordt hybride tarwe dunner gezaaid in vergelijking met klassieke tarwe. Het advies bij een zaai half oktober is 3 om dosissen te zaaien en om de zaaidichtheid te laten evolueren naar 4 dosissen tegen midden november. Na de winter is het belangrijk om snel te gaan bemesten, het liefst met een zwavelhoudende stikstofmeststof.” Sander Van Kerckhove merkt op dat wintertarwe na de winter nog uitstoelt. “Dit moet gestimuleerd worden om opbrengstverhogend te werken. Voer de eerste bemesting uit in functie van het streven naar een maximaal aantal stoelen per plant.”

Generatie hybride rassen 2.0

Volgens Sander Van Kerckhove zijn we de dag van vandaag aanbeland bij een nieuwe generatie hybriden. “Zeg maar 2.0 en de derde generatie zit in de pijplijn.”

Hystoric is een nieuwe hybride wintertarwe in het aanbod van Limagrain. Het is een halfvroege Franse BPS-tarwe, die tolerant is voor chloortoluron en die het PcH-1 gen bezit. Proefervaringen van de voorbije jaren laten een mooie opbrengst zien en een goede meeropbrengst ten opzichte van klassieke rassen. Er wordt op gewezen om Hystoric niet te laat te zaaien en om aandacht te geven aan een goede groeiregulatie.

Hybiscus is nog een nieuwe hybride tarwe, ook een Franse BPS-tarwe én de meest vroegrijpe. “Hiermee is dit ras ideaal om te verbouwen op zandgronden. Doordat die sneller opwarmen, stopt de uitstoeling er sneller”, legt an Kerckhove uit. “Een ander voordeel is dat Hybiscus sneller van het land is, wat mogelijkheden geeft om nog dierlijke mest open te spreiden. Dit ras heeft ook een heel breed ‘zaaivenster’ van 10 oktober tot eind januari.”

Hybingo is een derde nieuwigheid. Dat is een Duitse voedertarwe. “Ze is misschien wel de meest gezonde variëteit in het gamma. Ze heeft quasi aan resistentie grenzende tolerantie voor de voornaamste graanziekten en kan dus extensiever geteeld worden. Desgewenst kan ze ook met 1 groeiregulatie verder. Ondanks de lengte is het toch een stevig ras, met veel stro en een hoge korrelopbrengst.”

Thomas Truyen, Marketing en Communication manager Limagrain Belgium, vult Sander Van Kerckhove aan met de bemerking dat sommige landbouwers een hybride tarwe verbouwen nog een risico vinden. “Eigenlijk is dit niet juist. Het is net een verzekering tegen extreme omstandigheden die we de laatste jaren meer en meer tegenkomen en je speelt in op een moeilijkere bemestingscontext.”

Cabella

Na de wintertarwe werd een nieuw ras gele mosterd bezocht, namelijk Cabella, een aaltjeswerend type. Thomas Truyen vindt het spijtig dat groenbedekkers een kwestie zijn geworden om aan bepaalde wetgeving te voldoen, die dan ook nog eens durft te wijzigen. “Het landbouwkundige gaat hierdoor verloren. Een voorbeeld hiervan zijn groenbedekkermengsels. Onderzoek heeft aangetoond dat een mengsel altijd zo’n 10 à 15% meer organische stof opbrengt dan enkel de pure component te verbouwen. Is er geen wettelijke verplichting, dan wordt vaak voor de goedkopere pure component gekozen.”

De nieuwe aaltjeswerende gele mosterd ‘Cabella’ aanziet Thomas Truyen als een agronomisch hulpmiddel tussen 2 teelten, omdat het zeer goed aaltjes bestrijdt. “Op 2 maanden tijd kan de populatie met 90% gereduceerd worden op een natuurlijke manier, zonder chemisch ingrijpen. Dat is heel interessant voor wie hierachter suikerbieten wil verbouwen.”

Inspelen op droogte

Thomas Truyen stond ook nog stil bij de droge weersomstandigheden die het voorjaar van 2025 kenmerken. In deze context schuift hij het Belpre Sec-graslandmengsel naar voor, omdat dit aangepast is aan droogte en hitte. Naast tetraploïd Engels raaigras zijn ook de droogtetolerante grassoorten rietzwenkgras en kropaar opgenomen in het mengsel. Daanaast blijven de witte en rode klaver uit het mengsel doorgroeien in droge omstandigheden. “Aanzie dit mengsel als verzekering bij droge omstandigheden. Is het toch nat, dan kan Belpre Sec mee met de prestaties van andere grasmengsels”, klonk het.

Een ander gevolg van de droogte is dat er dit jaar zeer vroeg (begin april) gestart werd met het zaaien van maïs. Dan rijst de vraag wanneer deze oogstrijp is. Daar kan de softwaretoepassing Agrility, die Limagrain vorig jaar lanceerde, bij helpen. Aan de hand van satellietbeelden en klimatologische gegevens (van lokale weerstations) kan deze softwaretoepassing de maïsgroei opvolgen. Het ideale oogstmoment kan zelfs voorspeld worden, net als de opbrengst. Thomas Truyen keek vooruit en zag dat maïs die dit jaar gezaaid werd rond 10 april, bij verder normale weersomstandigheden wel eens de eerste week van september hakselrijp kan zijn.

Tim Decoster

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Duistbeheersing met en zonder flufenacet

Bedrijfsnieuws Onlangs besliste Europa om middelen op basis van de actieve stof flufenacet – die in de graan- en aardappelteelt wordt ingezet – in de toekomst te verbieden. Technical manager Yves Decroos van FMC toonde in de West-Vlaamse polderstreek, de hotspot van de duistproblematiek, 2 proefvelden met evenwaardige alternatieven voor de huidige oplossingen om duist aan te pakken.
Meer artikelen bekijken