Duistbeheersing met en zonder flufenacet
Onlangs besliste Europa om middelen op basis van de actieve stof flufenacet – die in de graan- en aardappelteelt wordt ingezet – in de toekomst te verbieden. Technical manager Yves Decroos van FMC toonde in de West-Vlaamse polderstreek, de hotspot van de duistproblematiek, 2 proefvelden met evenwaardige alternatieven voor de huidige oplossingen om duist aan te pakken.

Flufenacet is de hoeksteen voor de grassenbestrijding in granen, zowel tegen duist, windhalm als raaigras. Ook in aardappelen is het een heel belang rijke actieve stof. Europa wil echter middelen op basis van flufenacet verbieden. Uitverkoop aan landbouwers en loonsproeiers kan nog tot 10 december 2025, opgebruik kan tot 10 december 2026. FMC is al 5 jaar bezig om de mogelijke alternatieven voor flufenacet te onderzoeken. Yves Decroos bevestigde dat het bedrijf op technisch vlak alternatieven klaar heeft. De vraag is alleen of er een gat van 1 à 2 jaar zal vallen tussen het wegvallen van flufenacet en de komst van de nieuwe middelen. “We bekijken met de aardappel- en de graansector of derogaties mogelijk zijn”, aldus Decroos.
Afgelopen seizoen
In het najaar van 2024 kon er veel graan in heel goede omstandigheden worden uitgezaaid. Door de natte winter kenden de najaarsbehandelingen een goede werking, met als gevolg relatief weinig velden met duist. Daarna volgde er echter een droog voorjaar. Dat was Ideaal voor de veldwerkzaamheden, maar de onkruidbestrijding – zeker in bieten – was vrij problematisch. Bovendien konden telers voor het eerste jaar het versterkend contactmiddel Safari niet meer inzetten. “Er zijn nog altijd opties, maar de grenzen van wat de mensen accepteren inzake selectiviteit verschuiven altijd een beetje”, zegt Decroos. “Zo heeft de verkleuring die Centium kan geven in bieten geen effect op de opbrengst. Voor mengteelten zijn er maar weinig herbiciden erkend in de 2 teelten, met steeds meer opslag van bloemen en faunamengsels in de gewassen tot gevolg. Verder vallen er steeds meer middelen en actieve stoffen weg.” Decroos kijkt nog positief, maar toch wat ongerust naar de toekomst. “De toolbox voor de landbouwer wordt steeds kleiner. Zo heb ik geen idee hoe we volgend jaar de doornappelbestrijding in aardappelen in naopkomst gaan aanpakken.”
Onkruidbestrijding in granen
Op het proefperceel in Westende viel de duistbezetting tegen – voor de landbouwer viel die mee. Met goede behandelingen gedurende enkele jaren was de bezetting serieus gedaald. “De huidige referentie in vooropkomst is Beflex 0,4 l/ha + Navigate 0,6 l/ha. Na de vooropkomst gebeurde een correctiebehandeling met Foxtrot en 2 van onze proefmiddelen, waarbij de duist volledig bestreden werd. De proefmiddelen bieden zowel in vooropkomst als vroege naopkomst een meerwaarde tegen probleemduist, zowel in granen als in aardappelen. Voor de naopkomst hebben we dus al een alternatief voor Foxtrot met flufenacet. Op zware probleempercelen is het echter belangrijk om na de vooropkomst te checken of de bestrijding wel gelukt is, zeker als de omstandigheden van het najaar toelaten om iets te doen. Ons standaardadvies is Beflex 0,4 l/ha + Navigate 0,6 l/ha + Avadex Factor 3,6 l/ha als versterkende partner. Daar halen we 90% werking mee zonder nabehandeling. Avadex Factor lijkt een goede partner voor de nieuwe oplossingen van de toekomst. Voor de optimale werking en selectiviteit zijn goede landbouwpraktijken zoals stoppelresten goed fijn krijgen – zodat ze gemakkelijk verteren – of onderwerken aangewezen, want het heeft een effect op de gewas-stand. Zo krijg je meer organische stof en je creëert ook een drogere bodemlaag.”
Proef in Nieuwpoort
Zo’n 5 km verderop lag een tweede proef aan in Nieuwpoort. De voorjaarsbehandeling bleek er ruim onvoldoende qua werking. Ondanks het feit dat de landbouwer in het voorjaar ook nog een nabehandeling deed met sulfo’s, kreeg hij toch te maken met sulforesistente duist en klaproos. De duist is ook resistent voor de ACC-ase-remmers (fop’s, dim’s en den; groepen van grassenmiddelen).
Door de groeiende resistentieproblematiek voor grassen, duist en windhalm is het belang van de najaarsbehandelingen nog toegenomen. De nieuwe oplossingen die eraan komen, boden duidelijk een evenwaardig alternatief. Net als in de vorige proef bleek dat de nieuwe oplossingen qua vooropkomst vergelijkbaar zijn met de huidige flufenacet-schema’s met Beflex. “Qua selectiviteit in voor- en naopkomst zoeken we dus nog verder naar de juiste partners. In vroege naopkomst is Foxtrot 1 l/ha + Defi 2 à 3 l/ha + olie 1 l/ha het advies voor correcties. Check dus na de vooropkomst of je perceel in orde is, dan wel of je nog een extra behandeling moet uitvoeren. Een nabehandeling in het peristadium (1 bladstadium van de duist) is het juiste moment als je wil corrigeren”, stelde Decroos.
Grondbewerking
Door een te grove grondbewerking voor de zaaibedbereiding loop je het risico dat het zaad bloot komt te liggen en dat de selectiviteit van diverse producten heel matig is. “Probeer het zaad in de mate van het mogelijke bedekt te houden. Goede landbouwpraktijken toepassen – zoals een goede zaaibedbereiding, rekening houden met de toepassingsomstandigheden – blijft dus essentieel. Een goede bodembewerking kan het verschil maken tussen een opbrengst van 5 à 6 ton/ha en 8 à 11 ton/ha”, adviseerde Yves Decroos.