AgXeed produceert stevige robottractor op rupsen
Het Nederlandse bedrijf AgXeed viel in de prijzen op de landbouwbeurzen Agritechnica en EIMA, en produceert nu wekelijks één nieuwe Agbot 5.115T2-robottractor. Wij bezochten de moderne productielijn in Grubbenvorst, die in no time kan opschalen naar één robottractor per dag.

De toepasbaarheid van de AgXeed-robottractor met bestaande werktuigen weet zowel akkerbouwers als groentetelers te overtuigen. Is een 8 ton zware robottractor op rupsen, met een dieselmotor van 150 pk en hightech-software, ook voor de Vlaamse landbouw direct inzetbaar?
Kracht en degelijkheid
Voorzien van een stevig stel Zuidberg-rupsen en hefinrichtingen voor- en achterop van dezelfde Nederlandse fabrikant straalt de robot kracht en degelijkheid uit. De Agbot lijkt in niets op de frêle wiedrobots die over het veld kruipen op zoek naar onkruiden. Met 85 l/min aan hydrauliekcapaciteit, uit degelijke Bosch-ventielen, en een driepuntshef die achteraan 8 ton kan tillen en vooraan 3,5 ton, kan de robot overweg met de standaardwerktuigen op een landbouwbedrijf. Dat maakt de robot makkelijker inzetbaar in de landbouwpraktijk.
Is een akkerbouwer of groenteteler er klaar voor om het stuur van zijn tractor uit handen te geven? Die beslissing hoeft hij niet op gevoel te maken, zo verzekert Pieter Rooijakkers van AgXeed. “We maakten een rekenmodel waarmee een kandidaat-koper de rendabiliteit van de robot op zijn bedrijf kan uittellen. Grosso modokan je voor elke 1.000 draaiuren van de robot circa 850 arbeidsuren van personeel schrappen. In de zoektocht naar meer capaciteit is het machinepark van een landbouwer groter, zwaarder en complexer geworden. De Agbot is de ideale partner voor een landbouwer die alle werkzaamheden binnen het beschikbare tijdsframe wil uitvoeren, en tegelijk ook het risico op bodemverdichting wil minimaliseren. Na 2 natte jaren is nog maar eens gebleken hoe belangrijk bodemgezondheid is, en welk voordeel de Agbot heeft tegenover een tractor.”
Moeilijk, maar niet onmogelijk
Misschien ben je landbouwer geworden om met een tractor te kunnen rijden, en is het moeilijk in te beelden dat een robot dat in jouw plaats zou doen. Het is moeilijk, maar niet onmogelijk. Kijk maar naar de snelle opmars van robotmaaiers in het tuinsegment. Samen met batterijmaaiers maken ze meer dan de helft uit van de nieuw verkochte maaiers in België. Toch verkeert de doorsnee man niet in een identiteitscrisis nu hij op zaterdag zijn ronkende grasmachine niet uit het tuinhuis kan rijden. Integendeel, in de vrijgekomen tijd houden we ons met andere zaken bezig. Beeld je in hoeveel tijd er op een landbouwbedrijf zou vrijkomen als een robot 20 uur per dag toegewijd met veldtaken bezig is…
Een dag telt toch 24 uren? “Met 75% motorbelasting kan de robot 20 uur aan de slag voor de dieseltank leeg is”, licht Rooijakkers toe. “Naargelang de bedrijfsvoering is 10 tot 25% van de tijd nodig om de robot te verplaatsen, tanken en onderhoud te geven.” Het verplaatsen van de robot gaat een dingetje worden op het slecht verkavelde Vlaamse platteland. Door de afwezigheid van een cabine rij je de robottractor niet even van het ene naar het andere perceel, maar komt er een dieplader aan te pas. Op grote percelen gaat de Agbot dus beter tot zijn recht komen, en de boer beter kunnen ontzorgen.
Bedrijfsvoering verbeteren
Verkoopverantwoordelijke Pieter Rooijakkers en zijn collega Arjan Mulder (CCO) drukken ons op het hart dat hun robot niet alleen de arbeidsefficiëntie verhoogt, maar de bedrijfsvoering ook zal verbeteren. “Dankzij de rupsen kan de robot vroeger op het land, of langer door in het najaar. Het seizoen wordt dus langer. Bovendien kunnen werkzaamheden in elkaar overvloeien. Zo kan de autonome Agbot al aan de stoppelbewerking starten wanneer de maaidorser nog zijn rondjes maakt. Tijdswinst is er ook dankzij het webportaal, dat toelaat om elke taak optimaal voor te bereiden, inclusief geschatte tijdsduur. Alle data van de robot kunnen via het portaal bekeken worden, en met behulp van simpele sensoren kan dat ook met de data van werktuigen. In de toekomst zijn er legio mogelijkheden voor data-integraties die het de gebruiker gemakkelijker maken om moeilijke keuzes te maken.”
Tijdens stoppelbewerking is de robot in zijn sas. Dat kunnen we zien op het grote scherm in de burelen van AgXeed te Grubbenvorst, op amper 45 minuten van de grens met Belgisch Limburg. Een Agbot rijdt over en weer met een 3 m brede diepwoeler op een gerststoppel. Hoe hij draait op de kopakker is op voorhand door de gebruiker ingesteld in het portaal. “Alle gps-instellingen doe je op voorhand, wat efficiënter is dan met je tractor toekomen op een veld en dan je AB-lijn en kopakkermanagement nog moeten kiezen”, aldus Rooijakkers. Op het vlak van keren op de wendakker zijn de mogelijkheden overigens eindeloos.
Brandstofverbruik
Voor akkerbouwers is het brandstofverbruik een parameter om in de gaten te houden. “Onze robot verbruikt minder dan een vergelijkbare 150 pk tractor. Hou je hem in het juiste bereik, dan spaar je 10 tot 20% brandstof uit”, garanderen de techneuten in Grubbenvorst. “Enkel bij hogere werksnelheden zorgen de rupsen voor een iets hoger verbruik dan een bandentractor. Bij lagere snelheden en bewerkingen waar de robot helemaal tot zijn recht komt (rotorkopeggen, diepwoelen...), is het net omgekeerd. Zit er een bestuurder in de tractor, dan zie je dat bij trage werkzaamheden de snelheid na een tijdje toch omhooggaat – door ongeduld. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van het werk, en veroorzaakt vaak onnodige slijtage van de machines. Problemen die zich niet voordoen bij een robot.”
Elektrische aandrijving
Ook bij de aandrijving van machines is er geen rendementsverlies. De Deutz-dieselmotor draait op een constant toerental en voedt de direct aangedreven generator in principe altijd in het optimale bereik. Vanaf de generator wordt via kabels het vermogen verdeeld naar de 2 wielmotors en de elektrisch aangedreven aftakas. Op de tractor zit voor- en achterop ook een 700 Volt aansluiting, zodat de robot klaar is voor het volledig elektrisch aandrijven van machines. Alleen lijken de machinefabrikanten daar anno 2025 weinig voor in de aanbieding te hebben. Voor de gebruikers van een Agbot is dat geen probleem, want Bosch-ventielen leveren voldoende hydraulische capaciteit. Standaard zit er load sensing en Isobus op de robot, heel vergelijkbaar met een moderne tractor.
Elektrische aandrijving van machines is nooit de primaire insteek geweest van de robot. Zelfs het vervangen van de bestuurder was niet waar het de oprichters allemaal om draaide. “Het probleem van bodemverdichting door steeds zwaardere tractoren counteren, daar was het de bedenkers van de Agbot om te doen”, verrast Arjan Mulder. “Vier voormalige medewerkers van Agco konden zich niet vinden in de strategie van steeds groter bouwen voor meer capaciteit. Met rupsen en brede banden krijg je dat niet meer opgelost. Diepe bodemverdichting is problematisch.”
Mulder vervolgt: “In 2018 begonnen de 4 voor eigen rekening, en vandaag staan ze nog steeds aan het roer van AgXeed. Achttien maanden deden ze erover om de eerste Agbot te bouwen. Daarna ging het snel. In 2020 startte de serieproductie. De eerste robot die van de lijn kwam, doet nog elke dag zijn werk en maakte dit voorjaar al 1.000 werkuren. Samen hebben de Agbots al 50.000 uur aan werk verzet. Ondertussen is het aanbod ook uitgebreid. Naast de T2 Agbot op Zuidberg-rupsen bestaan er ook 2 versies op wielen: enerzijds een driewieler die inzetbaar is als smalspoor in het fruit, en anderzijds een lichte vierwieler voor ‘verpleegwerk’. Alle varianten van de Agbot zijn opgebouwd uit bekende materialen. Naast de Deutz-motor, de Zuidberg-onderdelen en Bosch-hydrauliekventielen die we al noemden, zien we ook gps en sensoren van Novotel.”
Gps als hart van de robot
Het gps-systeem is het hart van de robot. Het overzetten van veldgrenzen of AB-lijnen kan indien een landbouwer de percelen al eerder ingelezen heeft met een gps-ontvanger. Echt een goed idee vinden de Nederlandse robotbouwers dat niet. “Beter is om het perceel opnieuw in te lezen met een gps-ontvanger. Dat kan te voet of met de jeep, quad of tractor. Belangrijk is dat je daarbij het perceel bekijkt ‘door de ogen van de robot’. Vervolgens kunnen de rijlijnen geëxporteerd worden voor gebruik op een tractor, of kan een bestaande AB-lijn gebruikt worden voor de juiste positionering.
Elk obstakel moet worden ingelezen. Je wilt niet dat de robot met een rotorkopeg over een grondwaterput heen rijdt. Misschien moet je een perceelrand maaien om te vermijden dat de sensoren het hoge gras als een obstakel zien”, licht Mulder toe. “Tegelijk is de robot slim genoeg om met alleen de buitencontouren van een akker botsingen met weidehekken of hoekpalen te vermijden. De Agbot vermijdt namelijk dat het werktuig bij het keren uitzwaait voorbij de perceelsgrens. Ook zal hij met behulp van de veiligheidssensoren stoppen voor onbekende objecten in het veld, en dit melden via de AgXeed app.” Voor Vlaamse klanten geven Mulder en Rooijakkers nog mee dat RTK-precisie mogelijk is via het gratis Flepos-signaal.
Twee gps-systemen
De Agbot is overigens niet uitgerust met 1 maar 2 gps-systemen. “Het tweede signaal komt van onze veiligheidsantenne. Die zorgt ervoor dat we altijd de rijrichting van de robot kennen, en geeft een back-up. In ons kantoor te Grubbenvorst, een voormalige fabriek van Agco waar nog Terragator zelfrijdende bemesters zijn gebouwd, kunnen we alle Agbots in de gaten houden. Zodra de contactsleutel omgedraaid is, komt een Agbot online en kunnen we als fabrikant meekijken. Een dealer ziet alleen de door hem verkochte machines.”
Een blik op het scherm verraadt dat Europa de belangrijkste markt is voor AgXeed. Niet de mega-akkerbouwbedrijven uit Oost-Europa kopen de robot. Daar zijn enorme werkbreedtes meer in trek. De kopers zijn landbouwers uit Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Tsjechië… Ook enkele machinefabrikanten schaften zich een robot aan om hun eigen werktuigen te testen. Bij de kopers zijn onder meer Claas en Amazone, die allebei ook een minderheidsaandeel in AgXeed hebben.
Omslagpunt
Welke Vlaamse landbouwer wordt de eerste koper van een Agbot? Mulder: “Dat kan zowel een akkerbouwer als een groenteteler zijn. Groentebedrijven hebben het hele seizoen grondbewerking te verrichten. Dankzij de smalspoor-Agbot kunnen we ook fruittelers helpen. Het omslagpunt waarbij de robot voor de meeste bedrijven interessant wordt, ligt rond 700 arbeidsuren. Hoe meer van die veldwerkzaamheden aan trage werksnelheid plaatsvinden, hoe sneller de robot interessant is en een kostenvoordeel heeft ten opzichte van een tractor van pakweg 250 pk. Er zijn Agbots die in het voorjaar 500 tot 1.000 uren maken.”
Gezien de jonge historiek van AgXeed zou een koper zich zorgen kunnen maken over de restwaarde van de robot. “We weten dat dit een zorg is, omdat er nog geen Agbots zijn die 10.000 werkuren maakten”, zegt Rooijakkers. “Maar de gebruikte machines die we opnieuw in de markt zetten, halen allemaal een goede prijs. De Agbots zijn doorontwikkeld, maar bleven in de basis dezelfde machine. De software van gebruikte machines houden we up-to-date.” Bij AgXeed willen ze tot slot nog benadrukken dat de klant eigenaar is van de data die zijn robot genereert. “Van afgeronde taken kan je een heat-map maken, en alle data (bijvoorbeeld brandstofverbruik) laten zich exporteren in Excel. Als fabrikant hebben we daar toegang toe om de robot onderhoud te geven, maar we verkopen de data niet!”
Arjan Mulder en Pieter Rooijakkers hebben er alle vertrouwen in dat robots een deel van het tractorwerk gaan overnemen. “Momenteel bouwen we één Agbot per week, maar met de moderne productielijn hier in Grubbenvorst kunnen we dat in geen tijd opschalen naar één robot per dag.”