IYC (9): “Ik ben perfect vervangbaar en dat is fantastisch”
Wat begon als een eenmanszaak, is vandaag de dag een toonaangevende CSA-coöperatie binnen en buiten het Leuvense. Tom Troonbeeckx is een van de trekkers van BoerEnCompagnie en ziet coöperatief samenwerken als hét toekomstmodel voor de landbouw.

Het is een frisse, maar mooie ochtend op zelfplukboerderij BoerEnCompagnie in Leuven. Tom Troonbeeckx wacht ons op met niet alleen de boerderij, maar ook de Leuvense skyline op de achtergrond.
Van droom naar coöperatie
Hoe is het hier allemaal begonnen?
Ik kom niet uit een landbouwersgezin, maar mijn droom was om te kunnen boeren. Dus ging ik hier in 2007 van start met een kleinschalig tuinbouwbedrijf ‘Het Open Veld’. Dat was toen al vanuit de principes van CSA (Community Supported Agriculture), waarbij burgers een abonnement kunnen nemen en zelf komen oogsten. Dat werkte heel goed en binnen de kortste keren was er een lange wachtlijst om groenten af te nemen.
Was de oprichting van een coöperatie een logische volgende stap?
Ik voelde dat er veel meer mogelijk was als we de krachten bundelden. Iemand bood aan om de akkerbouwtak uit te bouwen, er kwamen kansen om het perceel uit te breiden, om te beginnen met vee… De oprichting van de coöperatie ‘BoerEnCompagnie’ in 2017 had verschillende redenen en de hoofdzaak was dat ik dit bedrijf duurzaam wil maken in de tijd. Ik zie zo vaak dat landbouwbedrijven zo sterk ontwikkeld zijn dat kinderen het amper nog kunnen overnemen van hun ouders. Dan krijg je paardenmannen die het hoogste bod uitbrengen en de boer gaat erop in om toch maar iets van zijn pensioen te hebben. Dat wil ik niet. Door de coöperatie op te richten heb ik mezelf vervangbaar gemaakt, ik ben zelfs geen hoofdaandeelhouder meer. En dat is fantastisch. Ik werk hier omdat ik dat wil, het is mijn vrije keuze, niet omdat ik eraan vastzit. En ook als ik er niet meer ben, kan BoerEnCompagnie gewoon verder blijven draaien.
Verantwoordelijkheden en dagelijkse werking zijn verdeeld
Vond je het niet lastig om het ‘eigen baas’ zijn op te geven voor de coöperatie?
Daar heb ik geen moeite mee gehad. Het is mijn overtuiging dat die stap nodig was om duurzaam te kunnen werken. Het is natuurlijk niet vanzelf gegaan. We zijn met 3 werkende vennoten en daarnaast nog 3 andere medewerkers die samen zorgen voor de dagelijkse werking. Dat is soms zoeken, want iedereen heeft eigen idealen en meningen. Maar vandaag hebben we een stabiel en goed team. Vroeger was elk van de bestuurders verantwoordelijk voor een eigen tak op het bedrijf, waardoor er soms onenigheid was over welke investering voorrang moest krijgen. Vandaag werken we alle 3 overkoepelend, waardoor je het bredere plaatje ziet.
Hoe organiseren jullie inspraak in de coöperatie?
We hebben verschillende niveaus van inspraak. Praktische zaken als het teeltplan en de oogsttijdstippen worden onder het team van medewerkers besproken. Daarnaast zijn er 550 mensen die bij ons vlees, groenten, kaas of andere producten kopen, maar die niet per se lid zijn van de coöperatie. Hen bereiken we via onze verschillende communicatiemedia over de oogstmomenten en andere nieuwtjes op de boerderij. Anderzijds zijn er de coöperanten. We zijn gestart met 50 aandeelhouders, vandaag zijn er dat meer dan 200. Hun stem wordt vertegenwoordigd in de jaarlijkse algemene vergadering. In de raad van bestuur zitten tot slot de 2 andere werkende vennoten en ik, samen met 3 coöperanten en een externe bestuurder. Hier nemen we de grote beslissingen en worden ook investeringen van boven de 5.000 euro besproken.
Trots op gezamenlijk traject
BoerEnCompagnie heeft al een mooi groeitraject afgelegd.
Inderdaad. Dat had ik op mijn eentje nooit kunnen realiseren. Intussen hebben we groenteteelt, akkerbouw en veehouderij en verwerken we zo goed als alles zelf: van vleespakketten voor ons varkensvlees, eigen gemaalde bloem tot kaas van onze koeienmelk.
Met de juiste partnerschappen en steun van investeerders en coöperanten kunnen we onze kringlopen sluiten en een breed aanbod voorzien. Zo deden we enkele jaren geleden een oproep voor een kapitaalophaling om ons serregebouw te financieren. Ongelofelijk maar waar: op 2 weken tijd hadden we voor 200.000 euro aandelen verzameld. Dat is sneller dan dat je een dossier bij de bank kan indienen. En ik ben er zeker van dat we in de toekomst nog straffe dingen kunnen realiseren, want de basis van vertrouwen is er.
Goede samenwerking
Heb je een goed contact met de landbouwers in de regio?
Absoluut, we gunnen elkaar het licht in de ogen. In de eerste plaats zijn we allemaal boeren, ook al runnen we ons bedrijf elk op onze eigen manier. Ik hoor van hen vaak dat ze ook wel eens iets ‘anders’ willen proberen, maar dat dat niet altijd lukt doordat de familiegeschiedenis hun weg bepaalt. Ik heb het nadeel dat ik niet kan steunen op vorige generaties, maar dat heeft als voordeel dat ik vrij ben in het pad dat ik kies. Ook voor toegang tot grond werk ik vaak samen met nabijgelegen landbouwers. Om deze huiskavel bij elkaar te krijgen, is er heel wat onderhandeling nodig geweest. Als ik een stuk grond kan kopen dat interessant is voor een van mijn buren, kunnen we soms ruilen voor een perceel van hen dat aan deze boerderij grenst. Vaak moet ik er dan een paar aren bij inschieten, maar dat is dan maar zo. Je moet elkaar iets gunnen.
Soorten coöperaties
Men ziet een coöperatie vaak als 1 van 2 uitersten: een kleine ‘geitenwollensokken’-samenwerking of een grootschalige verwerker. Hoe zie jij dat?
Ik denk en hoop dat wij ergens midden op dat spectrum zitten. We zijn, met alle respect, professioneler dan heel wat goedbedoelde, kleinschalige initiatieven. Idealisme is belangrijk, maar zakelijkheid is dat misschien wel nog meer. In het begin wilden we vasthouden aan onze overtuiging om alleen gezonde producten te maken, maar dan blijkt al snel dat roomijs van lokale weidekoeien een gat in de markt is. Als wij het niet maken, doet iemand anders het, dus hebben we onze plannen aangepast. Je moet het jezelf gunnen om geld te verdienen, want anders blijft het niet duren.
Door het feit dat we in onze trouwe achterban mensen hebben die kapitaalkrachtig zijn en geloven in onze waarden en missie, kunnen we zaken als de bouw van de serre realiseren. Dat is een enorme sterkte die je als coöperatie hebt en daar moet je gebruik van maken.
Financiële plaatje klopt
Is het ook financieel interessant om aandeelhouder te zijn?
We zouden een dividend kunnen uitkeren, maar de aandeelhouders hebben tot nu toe altijd beslist om de winst te herinvesteren in de coöperatie. Als aandeelhouder maak je dus pas winst als je je aandelen verkoopt, maar dat gebeurt zeer zelden. Af en toe maken aandeelhouders die keuze, bijvoorbeeld omdat ze hun kinderen willen ondersteunen bij de aankoop van een huis. Dan passeert dit via de raad van bestuur en proberen we ervoor te zorgen dat mensen zo snel mogelijk hun geld krijgen. Het ‘Lernaut en Hauspie-verhaal’ is helaas nooit ver uit de gedachten als het over coöperaties gaat, maar in normale omstandigheden hebben wij zeker geen cashflowprobleem.
‘The sky is the limit’ met een coöperatie.
Hoe kostenefficiënt is jullie manier van ondernemen? Gangbare landbouw specialiseert zich meer en meer, jullie doen net het tegenovergestelde.
Dat klopt. Enerzijds hebben we daardoor het voordeel dat onze kringloop gesloten is en dat er amper reststromen zijn. Daarnaast heb je in de korte keten de mogelijkheid om zelf je prijs te zetten, zonder te overdrijven uiteraard. Ik weet niet precies wat een gangbare varkenshouder vandaag voor zijn varkens krijgt, maar het zal geen 17 euro per kg zijn. We zijn niet afhankelijk van Poetin, die al dan niet met het foute been uit bed is gestapt.
Ik denk dat ik mag zeggen dat we een goed inkomen halen uit BoerEnCompagnie en dat we mensen een duurzaam arbeidscontract kunnen bieden. Zoals elke boer moeten we er veel te hard voor werken, maar goed. Je mag ook niet vergeten dat als je de milieu-impact van heel wat gangbare landbouwbedrijven mee in rekening zou brengen, hun kosten ook een pak hoger zouden liggen.
Eerlijke communicatie en transparantie creëren begrip
Op welke manier willen jullie je milieu-impact laag houden?
Biologisch produceren is de basis, maar we gaan veel verder dan dat. Niet-kerende grondbewerking, doorzaai van gewassen rechtstreeks in de groenbemester, zelf compost maken… We sluiten zo goed als alle kringlopen. Bij ons geen greenwashing of een opgeklopt marketingverhaal. We communiceren eerlijk en transparant, ook als er iets minder goed is gegaan.
Is er begrip wanneer het minder goed gaat, bijvoorbeeld bij een slechte oogst?
Leuk vinden mensen dat uiteraard niet, maar er is veel begrip. Als er een jaar weinig prei is, eten we daar allemaal gewoon wat minder van. Het alternatief is dat je als landbouwer alle risico’s alleen draagt en dat is met het huidige veranderende klimaat en de grote kost van investeringen bijna onhaalbaar geworden. De druk op de schouders van landbouwers is ontzettend groot en ik geloof echt dat coöperaties daar een uitweg uit kunnen bieden. Het is het ondernemingsmodel van de toekomst. The sky is the limit.