EU-Parlement steunt vermindering van uitstoot broeikasgassen met 90% tegen 2040
Het Europees Parlement heeft 13 november zijn steun uitgesproken voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie tegen 2040. Het ging akkoord met het voorstel van de bevoegde commissie, zonder aanpassingen. 379 parlementsleden stemden voor, 248 tegen en 10 onthielden zich.
De Europarlementsleden willen wel dat 5% van de inspanning gerealiseerd kan worden via de financiering van projecten die de uitstoot verminderen in derde landen. Ze zetten zich zo op de lijn van de lidstaten, die vorige week hun standpunt vastlegden na een dag en nacht onderhandelen. Dat akkoord bevatte een hele reeks concessies in vergelijking met het voorstel dat de Europese Commissie in juli op tafel legde om de Europese concurrentiekracht veilig te stellen.
Het parlement hamert er wel op dat de investeringen in buitenlandse projecten moeten plaatsvinden in landen met een betrouwbaar klimaatbeleid en niet mogen indruisen tegen de strategische belangen van de EU.
De Europese volksvertegenwoordigers stemmen ook in met de wens van de lidstaten om de lancering van de handel in uitstootrechten in onder meer de transportsector en de verwarming voor gebouwen (ETS2) met een jaar uit te stellen tot 2028.
Compromis
Het dossier was in het Europees Parlement in handen gevallen van de uiterst rechtse fractie Patriots for Europe, maar haar Tsjechische rapporteur Ondrej Knotek werd zoals verwacht buitenspel gezet. Het voorstel is een compromis van de christendemocratische en conservatieve EVP, socialisten, liberalen en groenen. Twee amendementen werden donderdag 13 november weggestemd via een geheime stemming.
Het parlement kan nu onderhandelingen starten met de lidstaten.
Cruciale overwinning
Cd&v-Europarlementsleden Liesbet Sommen en Wouter Beke zijn tevreden met de extra waarborgen voor gezinnen en bedrijven: “De bijkomende flexibiliteiten zorgden ervoor dat we een ambitieus traject naar 2040 kunnen goedkeuren, dat tegelijk haalbaar en sociaal rechtvaardig is”, klinkt het.
Ook Bruno Tobback (Vooruit) spreekt over een ‘cruciale overwinning voor wie de economische toekomst van ons continent ter harte neemt’. Hij wijst er wel op dat de flexibiliteit voor de lidstaten geen uitvlucht mag worden. “Wie liever investeert in schone productie buiten Europa, moet doen wat hij niet laten kan. Maar wij bouwen liever de jobs, de technologie en de industrie van de toekomst hier in Europa en voor onze burgers.”
Sara Matthieu (Groen) betreurt dat de lidstaten het percentage internationale koolstofkredieten hebben opgetrokken van 3% (zoals de Commissie voorstelde) naar 5%. “Het is een vergissing om belastinggeld te verspillen aan afkoopconstructies in plaats van te investeren in onze eigen bedrijven en gezinnen”, zegt ze. “Maar nu dat besluit er ligt, hebben we tenminste in de parlementspositie kunnen afdwingen dat die internationale kredieten échte, verifieerbare klimaatimpact leveren. Anders riskeren we dat ze onze klimaatdoelen ondermijnen en belastingbetalers miljarden kosten zonder de uitstoot daadwerkelijk te verminderen.”
