Rundveehouders krijgen meer tijd om 5%-maatregel te melden
Het Departement Omgeving geeft rundveehouders meer tijd om de 5% stikstofreductie te melden en maakt de procedure minder complex. Deze versoepelingen moeten rundveehouders meer ademruimte bieden, alhoewel de deadline voor de uitvoering van de 5%-maatregel niet verandert.

Elke rundveehouder moet nog steeds uiterlijk 31 december minimaal 5% ammoniakuitstoot reduceren. Dat kan door een ammoniakemissiereducerende maatregel toe te passen (zoals een mestrobot of -schuif), minder dieren te houden (al dan niet tijdelijk, zie verder) of een combinatie van beide.
Die ingreep kan wel nog gemeld worden tot het moment van de uiterste indiendatum van de mestbankaangifte – dat was dit jaar eind maart. Hiervoor zal vanaf 18 november een aangepaste, vereenvoudigde versie van het meldingsformulier beschikbaar zijn. Die versie kan vanaf 1 december ingediend worden via het Omgevingsloket. Door de meldingsdeadline te verlengen en de procedure te vereenvoudigen hoopt het Departement Omgeving de administratieve last voor de landbouwer zoveel mogelijk te beperken.
Wanneer een landbouwer na 31 december 2025 beslist om een nieuwe of andere ingreep toe te passen met een rendement van minstens 5%, zal dat mogelijk zijn zolang de reductie van minimaal 5% gerealiseerd wordt. Dit moet worden opgenomen in de vergunning. Landbouwers kunnen er dus tijdelijk voor kiezen om minder runderen te houden, om dan later een ammoniakemissiereducerende techniek toe te passen zonder permanent dierplaatsen te verliezen. Dit kan de nodige ademruimte geven aan rundveehouders nu de deadline voor de tussentijdse reductie met rasse schreden nadert.
Meldingsformulier
In het meldingsformulier ‘Tussentijdse reductie voor rundveehouderijen’ moeten rundveehouders aangeven welke ingreep zij toepassen. Dat kan één of meerdere ammoniakemissiereducerende maatregelen zijn. Dan moet je de code van de maatregel, op hoeveel dierplaatsen de maatregel van toepassing is, een omschrijving van de maatregel en het reductiepercentage van deze maatregel doorgeven.
Rundveehouders kunnen ook het aantal dierplaatsen verminderen ten opzichte van de actueel vergunde situatie (minder dieren houden), al dan niet door een tijdelijke buitengebruikstelling. Een combinatie van zowel ammoniakemissiereducerende maatregelen als minder dieren houden is ook mogelijk.
Bedrijven die een vrijstelling hebben aangegeven én gekregen moeten niet voldoen aan de verplichting tot een tussentijdse reductie. Het gaat om biologische bedrijven met een impactscore van minder dan of gelijk aan 1%, kleine bedrijven met een impactscore van minder dan of gelijk aan 0,025% én minder dan 500 kg ammoniakuitstoot per jaar. Ook rundveehouders die al aan voldaan hebben aan de verplichting tot een tussentijdse reductie en dit opgenomen hebben in hun vergunning moeten geen melding meer doen.
De tussentijdse reductie wordt beschouwd als een voorwaarde binnen de bestaande vergunning. Doorheen de exploitatie kan de naleving van deze voorwaarde gecontroleerd worden. Op het moment van een aanvraag voor een tijdelijke vergunning tot 2030 zal bovendien de tussentijdse reductie op het moment van de vergunningsaanvraag eveneens gecontroleerd worden.
Gemorrel in de marge
Boerenbond benadrukt dat met deze versoepelingen de kern van het probleem niet is opgelost. “Ons standpunt blijft heel duidelijk: het stikstofdecreet moet herschreven worden. We betreuren dat de Vlaamse regering niet snel genoeg werk maakt van de omslag naar een emissiemodel.” Een omslag naar een emissiereductiemodel – in plaats van het huidige depositiemodel – zou boeren meer rechtszekerheid geven, aldus Boerenbond.
“Er worden nu kleine stappen gezet om de haalbaarheid van de 5%-maatregel te vergroten”, zegt Boerenbond voorzitter Lode Ceyssens. “Dat geeft de boeren die zich, door het falen van de overheid, nog niet in regel hebben kunnen stellen met de 5% stikstofreductie toch enige ademruimte.”
De landbouworganisatie pleitte eerder voor een uitstel van de 5%-maatregel. “Er zijn vandaag nog te weinig technieken voorhanden die boeren kunnen toepassen om hun stikstofuitstoot te verlagen.”





