Startpagina Uw stem

Vogelgriep vraagt nuance, geen agribashing

Vlaams Volksvertegenwoordiger Bart Dochy wenst te reageren op de recente uitlatingen in de media in verband met de verspreiding van de vogelgriep. Hierom kroop hij in zijn pen en schreef volgend stuk hierover.

Leestijd : 4 min

De voorbije dagen las ik onder andere een opiniestuk in De Standaard met als stelling dat vogelgriep ‘niet de schuld is van wilde vogels, maar van de te intensieve pluimveeteelt’. Ook via andere kanalen werden gelijkaardige berichten verspreid. Ik begrijp de emotie achter zulke stukken: wie dode wilde vogels ziet, wil een oorzaak en liefst een schuldige. Alleen: bij vogelgriep is een ‘gemakkelijk verhaal’ daarom geen juist verhaal.

Waar vogelgriep echt blijft circuleren

De vraag is niet alleen waar een uitbraak plaatsvindt, maar vooral waar het virus zich doorgaans in stand houdt. Bij vogelgriep ligt dat natuurlijke ‘reservoir’ in de eerste plaats bij wilde (water)vogels. Verschillende soorten eenden, ganzen en andere watervogels kunnen het virus meedragen en uitscheiden, soms met beperkte of weinig opvallende symptomen. Daardoor kan het virus blijven rondgaan binnen die populaties.

De verspreiding gebeurt vervolgens vooral via indirecte routes: uitwerpselen en secreties komen in de omgeving terecht, en vooral in natte milieus. In plassen, grachten, overstroomde weiden, kustzones kan besmetting efficiënt verlopen doordat andere vogels met hetzelfde water en dezelfde oevers in contact komen. Tel daarbij de sterke menging op van vogels op rust- en foerageerplaatsen én de trekbewegingen, en je krijgt een mechanisme dat het virus niet alleen onderhoudt, maar ook over grote afstanden verplaatst.

Dat is precies waarom het misleidend is om te doen alsof commerciële pluimveebedrijven het virus ‘aanjagen’ of ‘in stand houden’ in de natuur. Een professionele uitbraak is net het moment waarop de overheid en de sector alles inzetten om de cyclus te breken door snelle detectie, afbakening van zones, vervoersbeperkingen, ruiming waar nodig, en grondige reiniging en ontsmetting.

Een bedrijf is dus geen duurzaam reservoir zoals wilde populaties dat kunnen zijn; het is eerder een plek waar het virus, als het binnen geraakt, kortstondig kan amplificeren, waarna de keten hard wordt doorgeknipt. En net omdat die buitendruk vanuit de natuur soms extreem hoog is, kan insleep ondanks strenge bioveiligheid toch gebeuren: een minuscuul spoor van materiaal, modder, stof, een logistieke beweging op het erf… Eén onzichtbare schakel volstaat.

Reservoir versus haard: 2 verschillende zaken

De essentie is dat wilde vogelpopulaties die besmet zijn met het vogelgriepvirus het virus verspreiden. Daardoor kan de omgeving (en dus ook de omgeving van stallen) besmet raken. Het FAVV waarschuwt net daarom expliciet voor insleep door omgevingscontaminatie door wilde vogels. Dat betekent níet dat een uitbraak geen effect kan hebben op de buurt rond een haard. Er kan tijdelijk extra virusdruk ontstaan tot alles geruimd, gereinigd en ontsmet is. Maar dat is iets anders dan beweren dat pluimveebedrijven het virus ‘in stand houden’.

Wanneer de data inzameling van Sciensane aantoont dat er meer besmettingen zijn bij wilde vogels, wordt extra waarkzaamheid gevraagd en extra beschermingsmaatregelen opgelegd aan pluimveebedrijven en aan particuliere pluimveehouders.

Bioveiligheid is geen slogan, maar dagelijkse discipline

Wie met de vinger wijst naar ‘de stallen’, miskent hoe hard er in de sector wordt gewerkt om insleep te voorkomen. Sedert 23 oktober heeft het FAVV extra maatregelen opgelegd zoals ophok-/afschermplicht, binnen/onder netten voederen en drenken, en een expliciet verbod op onbehandeld oppervlaktewater of regenwater om pluimvee te drenken.

Dat komt bovenop de dagelijkse praktijk: hygiënesluizen, bedrijfskleding, bezoekers beperken, reiniging/ontsmetting van materiaal en voertuigen, opslag en afdekking van strooisel, en eindeloze alertheid bij elke afwijking in sterfte of gedrag. Het FAVV benadrukt daarbij dat door de hoge omgevingsdruk strooisel, kratten en voertuigen extra aandacht vragen.

Waarom dan toch besmettingen?

Zelfs met sterke bioveiligheid kan het misgaan wanneer de buitendruk hoog is. Een minuscuul spoor modder, stof of materiaalcontact kan volstaan. Dat is geen bewijs van nalatigheid, maar van de hardnekkigheid van een virus dat in de omgeving circuleert en soms een zwakke schakel vindt.

En intussen leven pluimveehouders en hun gezinnen in een uitzonderlijke vorm van stress en paraatheid. Dat is geen dramatiek: het is de realiteit van een sector waar één positieve vaststelling onmiddellijk ingrijpende maatregelen in gang zet.

Dit gaat over mensen - en over correcte informatie

Daarom doet het pijn wanneer het publieke debat evolueert naar schuld en stigmatisering. Dat is precies hoe agribashing groeit: een karikatuur waarin ‘de landbouw’ de dader is en de rest het slachtoffer. Het gevolg is polarisatie, wantrouwen en vooral: minder ruimte voor het enige dat helpt: feitelijke, genuanceerde risicocommunicatie en breed draagvlak voor maatregelen.

Je kan tegelijk erkennen dat wilde vogels zwaar getroffen zijn én dat pluimveehouders niet de aanstokers zijn, maar vaak de volgende slachtoffers van hetzelfde virus. Wie echt oplossingen wil, geeft correcte informatie en maakt onderscheid tussen reservoir en lokale haard, tussen structurele circulatie in wilde populaties en tijdelijke verhoogde virusdruk rond een uitbraak.

Recente haarden in Vlaanderen (najaar 2025)

Sinds eind oktober zijn er meerdere professionele haarden in Vlaanderen: Houthulst (22/10/2025), Ravels (25/10/2025), Dilsen-Stokkem (20/11/2025), Kinrooi (22/11/2025) en Pelt (23/11/2025 en 24/11/2025). Het Vlaams Departement Zorg bevestigde tegelijk dat er ook meer vaststellingen bij wilde vogels zijn in dezelfde periode.

Laat ons dus ophouden met snel schuldigen te zoeken. Vogelgriep vraagt wetenschap, discipline en solidariteit, geen slogans. En al zeker geen woorden die nog extra druk leggen op mensen die al maanden leven met stress, onzekerheid en de constante vrees voor de nachtmerrie van de uitbraak op het bedrijf.

Bart Dochy

Lees ook in Uw stem

Met enkele muisklikken 2.000 euro verdienen

Uw stem Een lezer tipte ons over het feit dat vele Vlaamse landbouwers momenteel voor 2.000 euro aan adviessubsidies nog niet hebben aangevraagd. Dit kan met enkele muisklikken gebeuren, maar moet voor 31 december 2025 gerealiseerd zijn.
Meer artikelen bekijken