Startpagina kleinvee

Schijndracht bij geiten op 85% van de bedrijven

Schijndracht, of ook wel pseudodracht of hydrometra, is een veel voorkomende aandoening bij geiten. In het geval van een schijndracht gaat de geit er (meestal) drachtig uitzien en zich ook zo gedragen, ze wordt namelijk niet meer bronstig.

Leestijd : 4 min

Pseudodrachtigheid komt voor zowel binnen als buiten het dekseizoen en kan zich voordoen na een dekking, maar evengoed zonder een dekking of inseminatie.

Bij gedekte geiten zal de geit na dekking of inseminatie niet meer bronstig worden en zich ook drachtig gedragen. Niet geïnsemineerde of gedekte geiten worden gewoon niet bronstig, maar zullen wel symptomen van dracht vertonen. Schijndracht is dan ook de meest voorkomende oorzaak van het “niet meer bronstig worden” bij geiten.

Wat is schijndracht?

Een schijndracht is een opstapeling van steriel vocht in de baarmoeder, zonder dat er een vrucht of vruchtvliezen aanwezig zijn in de baarmoeder. Deze geiten hebben (meestal) een sterk opgezette buik en een gezwollen uier, maar kunnen ook echt melk produceren. De hoeveelheid vocht in de buik kan variëren tussen de 100 milliliter tot zelfs 10 liter. Schijndrachten komen voor op 85% van de geitenbedrijven, bij 2% tot 20% van de geiten op het bedrijf.

Hoe kan een schijndracht gediagnosticeerd worden?

Men kan een hydrometra gaan diagnosticeren door een echografie te doen via de flank van de geit. Tussen de 20 en 30 dagen na een dekking is de diagnose echter moeilijk aangezien een schijndracht op deze moment van de dracht heel erg lijkt op een normale dracht, namelijk vocht aanwezig in de baarmoeder. Daarom wordt er aangeraden om op geitenbedrijven de geiten te controleren op dracht na 40 tot 70 dagen na dekking (introductie van de bok) of inseminatie.

Laat geiten vroeg genoeg door de dierenarts scannen om een schijndracht tijdig te onderkennen.
Laat geiten vroeg genoeg door de dierenarts scannen om een schijndracht tijdig te onderkennen.

Bij een normale dracht zal er vocht te zien zijn, karunkels (maanvormige uitstulpingen van de baarmoederwand), vruchtvliezen en één of meerdere vruchten. Dit ziet men echter niet bij een schijndracht, gezien er enkel een vergrote baarmoeder met helder vocht (zwart op echografie) te zien is. Indien men de schijndracht niet opmerkt zal men zien dat de geit op de uitgerekende moment niet zal lammeren, maar wel een cloudburst zal vertonen. Dit wil zeggen dat er een grote hoeveelheid helder tot vlokkerig slijm naar buitenkomt, in plaats van de verwachte lammeren. Dit wil dan wel zeggen dat er 5 maanden (de duur van een normale dracht) verloren is gegaan, en de geit geen lammeren noch melk zal produceren.

Wat is de oorzaak van schijndracht?

Het is tot op heden nog niet volledig duidelijk wat de exacte oorzaak van een pseudodracht is. In een normale cyclus van de geit gaan er één of meerdere follikels met eicellen erin rijpen op de eierstokken. Deze follikels produceren een hormoon (oestrogeen) waardoor de geit bronstsymptomen zal vertonen. Als de eicellen rijp zijn gaan de follikels barsten zodat de eicellen naar de baarmoeder kunnen getransporteerd worden. Door het openbarsten van de follikels ontstaat er een ‘geel lichaam.’ Dit geel lichaam produceert een ander hormoon (progesteron), ook wel het drachtigheidshormoon genoemd. Als de geit na dekking effectief drachtig wordt, dan zal het geel lichaam blijven bestaan en zal het dit drachtigheidshormoon blijven vormen tot het einde van de dracht. Indien de geit niet drachtig wordt na dekking, dan zal het geel lichaam worden afgebroken en ontwikkelen er zich terug follikels. Bij een schijndracht loopt deze laatste stap fout. De geit is niet drachtig, maar toch wordt het geel lichaam niet afgebroken. Hierdoor zal het drachtigheidshormoon aanwezig blijven en wordt de baarmoeder gestimuleerd om vocht te produceren. De hoeveelheid vocht kan over een periode van enkele weken enorm toenemen, tot wel 10 liter.

Risicofactoren?

Schijndracht komt vooral voor bij melkgeiten, maar wordt zeker ook bij andere geiten, oa. dwerggeiten, gezien. Een hydrometra komt vooral voor bij dieren die al meer dan een keer gelammerd hebben (oudere geiten) en in mindere mate bij jaarlingen. Geiten die worden doorgemolken (bv. melkgeiten) of geiten die heel laat voor de eerste maal gedekt worden hebben ook meer kans op een schijndracht. Dieren die buiten het normale dekseizoen gedekt of geïnsemineerd worden, ontwikkelen frequenter een hydrometra. Ook geiten die met hormonen (bv. sponsen) behandeld zijn, lopen ook meer risico op een schijndracht. Een erfelijke factor is tot op heden nog niet aangetoond.

Behandeling?

Een pseudodracht is eenvoudig te behandelen door het geel lichaam te laten verdwijnen. Dit kan simpelweg door een of twee injecties met prostaglandines. Deze prostaglandines breken het geel lichaam af, waardoor de geit weer bronstig zal worden. Ze zal dan de grote hoeveelheid slijm verwijderen uit haar baarmoeder, waarna de geit terug geïnsemineerd of gedekt kan worden. Onderzoek heeft evenwel aangetoond dat twee injecties met prostaglandines, met 12 dagen tussen, een betere vruchtbaarheid geven na de behandeling. Na dergelijke behandeling zal 85% van de dieren alsnog drachtig geraken. Een kleine 5% van de geiten zal na de behandeling terug schijndrachtig worden.

Maya Meesters

Faculteit Diergeneeskunde, Ugent.

Lees ook in kleinvee

Terug veel belangstelling voor voorlichtingsvergaderingen

kleinvee Naar jaarlijkse gewoonte ging onlangs op 3 plaatsen in Vlaanderen een voorlichtingsvergadering voor schapenhouders door georganiseerd door het Praktijkcentrum voor Kleine Herkauwers (PCKH). Deze vergaderingen werden telkens gekoppeld aan een bedrijfsbezoek.
Meer artikelen bekijken