Startpagina Economie

Akkoord over landbouwbarema’s 2017

Tussen de beroepsgroeperingen en de administratie van Financiën werd vorige week een akkoord bereikt over het landbouwbarema en het barema van de varkenshouders met betrekking tot de inkomsten van 2017.

Leestijd : 3 min

Het jaar 2017 was een beter jaar voor de landbouwsector. De opbrengsten per hectare waren serieus hoger dan het jaar voordien, en dit vooral ten gevolge van de betere weersomstandigheden. De prijzen anderzijds waren vooral voor aardappelen en suikerbieten dalend. Dit was anders in de varkenssector, waar zowel zeugenhouders als vleesvarkenshouders betere prijzen ontvingen. Ook melkveehouders kenden een gunstig 2017.

Bij de besprekingen van het landbouwforfait kwamen deze evoluties zeer duidelijk naar boven. Zowel de macro-economische cijfers van de officiële statistieken van de overheid als de resultaten van de onderzoeken van de fiscus op de landbouwbedrijven en bij leveranciers en afnemers, gingen allen in dezelfde richting. Dit betekent dat er enkel voor de varkens- en melkveehouderij een stijging van de semi-brutowinstcijfers te noteren viel.

Akkerbouw relatief slecht

Akkerbouwers kenden een relatief slecht jaar. De slechtere prijzen voor aardappelen en suikerbieten hadden een enorme invloed op de rendabiliteit van de sector in 2017. Het enige lichtpunt waren de gestegen opbrengsten van granen, suikerbieten en aardappelen waardoor de daling van de semi-brutowinst beperkt bleef. Het barema daalde gemiddeld met 5,5 %. In de Waalse streken zonder aardappelen was er een lichte stijging door de betere kg-opbrengsten.

Melk leeft op

De vleesveehouders kenden in 2017 opnieuw een minder goed jaar. De prijzen in de vleesveehouderij waren lager dan in 2016. In combinatie met gestegen krachtvoederprijzen leidde dit globaal tot een daling van 3,5 %.

De melkveehouderij kende een sterke heropleving in 2017 ten gevolge van een aanzienlijk gestegen melkprijs. Voor de melkveehouders betekende 2017 een stijging van de melkprijs en van de opbrengst van de reformkoeien en de kalveren. Samen met de gestegen melkproductie per koe resulteerde dit in een stijging van de semi-brutowinst met 30 %.

Het niveau van de coëfficiënten liters melk per ha – onder andere nodig om de fictieve ha melk te berekenen – werd met ongeveer 9 % verhoogd. Hierdoor zullen minder (fictieve) ha melk moeten worden aangegeven. De verhoging van de semi-brutowinst per ha voor de bedrijven met meer dan 25 ha melk anderzijds wordt opnieuw 5 euro per ha. Een melkveebedrijf met 35 ha melk zal dus voor zijn ha melk boven de 25 de semi-brutowinst zien verhogen met 50 euro per ha.

barema

Aftrekbare kosten

De individueel aftrekbare kosten blijven dezelfde (pacht, dierenartskosten, sociale bijdragen, intresten, …). De lonen en loonwerken zijn aftrekbaar tot een maximum van 430 euro per ha.

Varkenshouders doen het beter

Varkenshouders boekten in 2017 een beter resultaat. In de varkenshouderij werd een stijging van de biggen- en vleesvarkensprijs genoteerd in combinatie met een lichte stijging van de prijs van het krachtvoeder. Dit resulteerde in een semi-brutowinst van 245 euro per productieve zeug (160 euro semi-brutowinst in 2016) en 10 euro per verkocht vleesvarken (5,25 euro semi-brutowinst in 2016).

Dit jaar dienen opnieuw geen extra zeugen te worden aangegeven voor bedrijven met een hoger productiegetal. Ook na aftrek van een aantal individueel aftrekbare kosten (sociale bijdragen, intresten, kosten dierenarts, loonwerk, pachten, sterftes, …) zal er wellicht in tegenstelling tot voorgaande jaren een belastbare netto-winst overblijven. Voor varkenshouders op contract bleef de semi-brutowinst onveranderd 10 euro per afgemest varken.

De aftrek van verliezen voor sterfte van varkens mogen gespreid afgetrokken worden over een periode van twee jaar. Dit betekent dat niet afgetrokken verliezen van 2016 kunnen afgetrokken worden in 2017.

Belastingaangiften

De aangifteformulieren van de land- en tuinbouwers zullen vanaf eind september 2018 worden verzonden, de uiterste datum van terugzending is bepaald op 13 december 2018. Zoals vorig jaar beschikken de mandatarissen (boekhouders, belastingconsulenten...) automatisch over een bijkomende termijn tot en met 10 januari 2019 voor het indienen van een elektronische aangifte via Tax-on-web. In tegenstelling tot een paar jaar geleden mag geen bijkomend (collectief) uitstel meer worden verleend. De landbouwers worden dan ook verzocht om hun gegevens zo vlug mogelijk aan hun adviseur te bezorgen wanneer hij of zij hierom verzoekt, zodat deze kan zorgen voor een tijdige aangifte.

Paul Van Der Schueren

DLV Accountants

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken