Startpagina kleinvee

In geitenhouderij gestapt met goesting en kennis

Sedert hun huwelijk in augustus 1990 bouwden Wauter en Kathy Bohez-Decruyenaere uit het West-Vlaamse Hulste een tuinbouwbedrijf tot een leefbaar bedrijf uit. Nu ook de twee zonen Adriaan en Willem in het bedrijf komen, werd een nieuwe stap gezet en werd geïnvesteerd in een nieuw bedrijf met 800 melkgeiten.

Leestijd : 8 min

Al 26 jaar telen Wauter en Kathy op hun bedrijf van een tiental hectaren groenten voor levering aan de veiling REO uit Roeselare. Het gaat om prei, kolen, selder, rapen en radijs onder glas. Daarnaast telen ze op een deel van de oppervlakte ook nog wat aardappelen, gerst en ook grasland. Dit om aan vruchtafwisseling te kunnen doen.

Geiten voor de jeugd

Intussen zijn hun twee zonen Adriaan (23 jaar) en Willem (20 jaar) ook op een leeftijd gekomen dat ze hun eigen weg willen gaan. Hoewel hun studies niet direct naar de landbouw leidden, hebben ze toch beiden aangegeven in het bedrijf te willen komen. Voor Adriaan is dat nu al het geval en ook Willem zal wellicht volgend jaar in het bedrijf stappen.

Omdat de oppervlakte te beperkt is om aan die extra arbeidskrachten ook een voldoende inkomen op te leveren, werd uitgekeken naar een bijkomende tak. Er werden verschillende opties bekeken, maar uiteindelijk werd gekozen voor de melkgeitenhouderij. Omdat op het bedrijf geen NERD’s (mestrechten) aanwezig waren moesten die aangekocht worden bij landbouwers die ermee stopten. “Voor geitenhouderij kunnen mestrechten van zowel rundveebedrijven of varkensbedrijven aangekocht worden”, zo geeft Wauter aan.

Kennis verzameld

“We zijn bij onze keuze niet over één nacht ijs gegaan”, zo legt Adriaan uit. “We hebben gezien dat er de jongste jaren een toenemende vraag is naar geitenmelk en het is een sector die nu nog beperkt is. Er zijn daar dus zeker groeimogelijkheden. Om meer informatie te krijgen over de sector heb ik, in het kader van een B-cursus van Groene Kring, stage gelopen op een melkgeitenbedrijf in Oudenburg. Anderzijds hebben we heel wat informatie over de geitenhouderij kunnen opdoen tijdens infovergaderingen van Capra, de melkerij die in ons land gespecialiseerd is in de ophaling van geitenmelk. Ook via de universiteit van Wageningen hebben we informatie en kennis over de melkgeitenhouderij verzameld en we zijn ook herhaaldelijk naar studievergaderingen geweest over die sector. Ten slotte hebben we ook veel bedrijven van collega-melkgeitenhouders bezocht om te zien hoe ze het op hun bedrijf doen.”

Opfokstal

In de zomer van 2015 werd, met de bouw van een opfokstal, een eerste belangrijke stap gezet in het nieuwe project. Die opfokstal is bedoeld voor de huisvesting van de lammeren en de jonge geitjes tijdens de eerste levensweken. Er is ook een loods voorzien voor de machines van het bedrijf. De stal is 60 meter lang en 17 meter breed.

Behaaglijk warm

“Onmiddellijk na de geboorte worden de jonge lammetjes weggehaald bij de moeder en worden ze ondergebracht in kleine hokjes (telkens per twee). De hokjes zijn op werkhoogte geplaatst, zodat men zich niet moet bukken om de lammetjes met de papfles biest te geven. Die hokjes zijn ook voorzien van vloerverwarming, zodat de lammetjes het steeds behaaglijk warm hebben”, zo legt Adriaan de start van de fokkerij uit.

De eerste dag worden de jonge lammetjes in hokjes per twee geplaatst. Die zijn van vloerverwarming voorzien en op werkhoogte geplaatst, zodat de biest gemakkelijk met de fles kan gegeven worden.
De eerste dag worden de jonge lammetjes in hokjes per twee geplaatst. Die zijn van vloerverwarming voorzien en op werkhoogte geplaatst, zodat de biest gemakkelijk met de fles kan gegeven worden.

“De eerste dag krijgen de lammetjes dan driemaal biest. De tweede dag worden de lammetjes overgebracht naar een groepshok en worden ze gewoon gemaakt aan het drinken via een automaat. Daar kunnen telkens vijf lammetjes ineens aan de kunstspenen komen drinken. Na één of twee dagen, wanneer ze het drinken aan de automaat goed gewoon zijn, worden ze overgebracht naar het eigenlijke opfokhok waar ze zullen verblijven tot op speenleeftijd. Dat hok is ingestrooid met lemen en de temperatuur wordt er constant op 18 °C gehouden.”

De jonge geitjes in de opfokstal. Daar wordt de temperatuur constant op 18 °C gehouden.
De jonge geitjes in de opfokstal. Daar wordt de temperatuur constant op 18 °C gehouden.

Stro en korrel

“De lammeren krijgen er kunstmelk en geleidelijk wordt er ook krachtvoeder gegeven. Tegen de speenleeftijd (ongeveer 8 weken) moeten ze ongeveer 200 gram krachtvoeder per dag kunnen opnemen. Wanneer dat het geval is - de lammetjes wegen dan ongeveer 12 kg - worden ze overgebracht naar een grotere afdeling in de stal waar ze op stro worden gehouden en waar ze met stro en korrel worden gevoederd. Dat krijgen ze tot ze tussen 4 en 6 maanden oud zijn. Dan wordt overgeschakeld op kuilgras, korrel en stro en dit tot een maand vooraleer ze moeten lammeren. Dan krijgen ze het melkrantsoen dat ook de oudere geiten krijgen.”

Voederanalyse

Het rantsoen van de melkgeiten bestaat voor een groot deel uit voorgedroogd gras. “We kopen dat aan bij buren die in het kader van de vergroeningsmaatregelen (EAG) verplicht zijn om een deel van hun oppervlakte in gras aan te leggen. Op jaarbasis hebben we zo’n 80 tot 100 ha gras nodig, wat met 3 tot 4 sneden per jaar zo’n 25 ha vertegenwoordigt. Wij zorgen voor het maaien, schudden en harken, maar laten het hakselen in loonwerk doen. Veel aandacht moet daarbij besteed worden aan de kwaliteit van het kuilvoeder. Wanneer er teveel verontreiniging met aarde is, wordt immers het risico op listeria (een ziekte die abortus, hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging kan veroorzaken) te hoog”, zo legt Adriaan uit.

Om aan de geiten het jaar rond een zo uniform mogelijk rantsoen te kunnen verstrekken wordt ook aan voederanalyse gedaan. “We weten perfect wat in het kuilvoeder zit en zoeken naar zo constant mogelijke bijproducten om het rantsoen niet te laten schommelen. Een constant rantsoen is belangrijk om de productie op peil te houden”, weet Adriaan.

Nieuwe melkstal

Om het bedrijf op te starten werden lammetjes aangekocht van twee melkgeitenbedrijven. In februari 2016 zijn de eerste 30 lammeren van 2 tot 5 dagen op het bedrijf aangekomen. En de weken erna zijn ook alle andere lammeren aangekomen. In totaal gaat het om 650 dieren. Het zijn overwegend dieren van het witte Saanen ras, dat bekend staat om zijn hoge productie aan melk, maar er zijn ook kruisingen met Toggenburgers… .

Intussen werd in het voorjaar van 2016 een tweede stap gezet in het project met de bouw van een tweede stal waarin de volwassen geiten worden gehuisvest en waarin ook de melkstal is voorzien. Deze stal is 68 meter lang en 24 meter breed. Hij is voorzien voor de huisvesting van een 800-tal melkgeiten, terwijl in de opfokstal 250 jonge dieren kunnen gehuisvest worden. Vooraan is ook een bureel voorzien, een technische ruimte en een hygiënesluis.

Geiten op potstal

De eigenlijke stal bestaat in hoofdzaak uit vier lange stroboxen (potten) die gescheiden zijn met twee voedergangen De stroboxen zijn verdiept ten opzichte van de voedergangen, zodat het voer vanuit de voedergang op kophoogte van de dieren ligt.

De stal omvat vier verdiept aangelegde lange stroboxen, gescheiden door twee voedergangen. Doordat de stroboxen lager aangelegd zijn, ligt het voeder voor de dieren op kophoogte.
De stal omvat vier verdiept aangelegde lange stroboxen, gescheiden door twee voedergangen. Doordat de stroboxen lager aangelegd zijn, ligt het voeder voor de dieren op kophoogte.

Dagelijks worden de boxen bijgestrooid, zodat de dieren zeer proper blijven (zodat de uiers bij het melken niet vooraf moeten gereinigd worden) en om de drie maanden worden de mest uit de boxen verwijderd. Die stalmest vindt een goede afzet in het kader van burenregeling.

Selecteren op productie

De geiten blijven het jaar rond binnen en krijgen er een rantsoen van voorgedroogd gras, perspulp, draf, krachtvoer en stro. Dat wordt met de voermengwagen gemengd en op de voedergang uitgestrooid. “Het moet goed gemengd zijn, want de geiten zijn anders nogal selectief met het eten”, zo geeft Adriaan aan. Dat rantsoen krijgen de geiten naar believen. “We streven er naar met dat rantsoen een productie te bekomen van ongeveer 1.100 liter per geit en per jaar, waarbij ze in totaal ongeveer 45 tot 50 kg krachtvoeder zullen verbruiken per dier per 100 l melk . In het begin zal dat waarschijnlijk niet haalbaar zijn omdat we nu alle dieren hebben moeten aankopen en dus nog niet geselecteerd kon worden op productie. Maar vanaf volgend jaar kunnen we beginnen te selecteren in de jonge geiten.”

Licht en isolatie

“Vooraleer deze stal te bouwen zijn we bij verschillende collega’s langs geweest om te zien hoe daar de huisvesting was. De ideeën die we daar hebben opgedaan, hebben we dan in een plan uitgewerkt en aan de architect meegegeven. We wilden daarbij de looplijnen zo kort mogelijk maken om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken. Anderzijds werd ook veel aandacht gegeven aan de isolatie van het dak, want dat is zeer belangrijk. Vooral in de zomer mogen de verschillen tussen dag- en nachttemperatuur niet te hoog oplopen. Daar kunnen de geiten immers niet goed tegen. Ten slotte hebben we, met een lichtkoepel in de nok, gezorgd dat er een goede lichtinval in de stal is, terwijl de isolatie van het dak toch tot aan de nok kon behouden blijven. Met een lichtstraat in het dak is dat niet mogelijk.”

Het dak van de stal is goed geïsoleerd om geen te grote temperatuurschommelingen te krijgen en in de nok is een lichtkoepel voorzien om een goede lichtinval te krijgen.
Het dak van de stal is goed geïsoleerd om geen te grote temperatuurschommelingen te krijgen en in de nok is een lichtkoepel voorzien om een goede lichtinval te krijgen.

Automatische afname

“Voor de melkstal hebben we gekozen voor een 2 x 36 zij aan zij Rapid-Exit. Ons bedrijf is niet groot genoeg opdat een carrousel rendabel zou zijn. En die neemt bovendien zeer veel plaats in. Die melkstal bevindt zich dwars op de kop van de stal. Bij het melken worden de dieren vanuit de boxen naar een wachtruimte gebracht die is voorzien van een opdrijfsysteem. Dat kan zowel vanuit de stal als vanuit de melkstal bediend worden. De melkstal is voorzien van automatische afname, waardoor het melken door één persoon kan gebeuren.”

De geiten worden gemolken in een 2 x 36 zij aan zij Rapid Exit melkstal, voorzien van automatische afname. Op die manier kan één persoon het melken uitvoeren.
De geiten worden gemolken in een 2 x 36 zij aan zij Rapid Exit melkstal, voorzien van automatische afname. Op die manier kan één persoon het melken uitvoeren.

“De melk wordt opgeslagen in een melkkoeltank van 10.000 liter. Vooraleer in de tank terecht te komen wordt ze door een buizenkoeler geleid waarmee het drinkwater van de geiten opgewarmd wordt.”

De melk zal geleverd worden aan Capra, de enige grote melkerij in ons land die gespecialiseerd is in geitenmelk. Zelf verwerken van de melk tot bv. kaas, e.d. wordt niet overwogen. “Dat is zeer arbeidsintensief, zeker wanneer het gaat over melk van 800 geiten. En bovendien zou dan voldaan moeten worden aan zeer strenge eisen vanwege het Voedselagentschap”, aldus Wauter.

Naar gesloten bedrijf

Normaal loopt het dekseizoen bij de geiten van september tot december. De eerste lammeringen gebeuren dan in februari. “Onze eerste lammeren, die in februari vorig jaar zijn aangekomen, zijn gedekt in september. Voor het dekken wordt gebruik gemaakt van aangekochte bokken. Er wordt per groep van dertig geiten één bok voorzien. Acht weken nadat de bok bij de geiten werd geplaatst, wordt een drachtigheidsscan van alle dieren in de groep uitgevoerd.

Tijdens het dekseizoen wordt per groep van dertig geiten één bok bij geplaatst. Acht weken nadat de bok bij de geiten werd gebracht wordt een drachtigheidsscan uitgevoerd.
Tijdens het dekseizoen wordt per groep van dertig geiten één bok bij geplaatst. Acht weken nadat de bok bij de geiten werd gebracht wordt een drachtigheidsscan uitgevoerd.

Deze die drachtig zijn worden in een afzonderlijke groep ondergebracht en de andere worden vier weken laten nogmaals gescand. In de toekomst wil ik op de beste geiten kunstmatige inseminatie (en sponsen) toepassen om daaruit de bokken te selecteren die daarna de dekdienst moeten doen. Op die manier hopen wij in de toekomst een gesloten bedrijf te kunnen uitbaten, waar dus geen dieren meer van buitenaf moeten aangekocht worden. We hopen zo de risico’s op ziekte-insleep te verminderen”, zo legt Adriaan nog uit.

De jonge geitjes worden allemaal op het bedrijf opgefokt en daaruit worden dan de toekomstige moeders aangehouden. Er moet gerekend worden op ongeveer ¼ van de geitenstapel die jaarlijks moet vervangen worden. De jonge bokjes blijven 4 tot 7 dagen op het bedrijf en worden daarna voor de afmest verkocht.

A.D.M.

Lees ook in kleinvee

Terug veel belangstelling voor voorlichtingsvergaderingen

kleinvee Naar jaarlijkse gewoonte ging onlangs op 3 plaatsen in Vlaanderen een voorlichtingsvergadering voor schapenhouders door georganiseerd door het Praktijkcentrum voor Kleine Herkauwers (PCKH). Deze vergaderingen werden telkens gekoppeld aan een bedrijfsbezoek.
Meer artikelen bekijken