De brede weersverzekering geëvalueerd
In opdracht van het ministerie van het ministerie van Economische Zaken deed Wageningen Economic Research een eerste evaluatie voor de brede weersverzekering (BWV), wat leidde tot een rapport in 2016. Zowel landbouwers en verzekeraars, als landbouworganisaties deden mee in het onderzoek. Enkele bevindingen uit het rapport:
- Aan het einde van de looptijd voor de periode 2010-2014 van de eerste regeling zijn er te weinig deelnemers om een commercieel aantrekkelijke verzekering in de markt te zetten.
- Het aantal bedrijven met een BWV is meer dan verdubbeld in de periode 2010-2015. Doordat meer bedrijven verzekerd zijn, is het totale areaal op bedrijven met een verzekering ook toegenomen.
- De bedrijven met een BWV zijn gemiddeld gesproken groter dan de bedrijven zonder een BWV; het aandeel bedrijven dat is gegroeid in omvang in de periode 2007-2015 is groter voor bedrijven met een BWV.
- De belangrijkste reden om een BWV af te sluiten is het feit dat dit de enige manier is om vanuit de overheid bij gewasschade nog een vergoeding te krijgen. Dit ondersteunt de aanname bij de start van de Regeling dat het aantal deelnemers afhankelijk is van het besef dat er geen schade wordt vergoed door de overheid.
- Wat betreft de voorwaarden van de verzekering, de mogelijkheid om specifieke gewassen te verzekeren en het feit dat de subsidie sinds 2015 direct in mindering wordt gebracht op de te betalen premie, blijken eveneens belangrijke overwegingen voor het afsluiten van de verzekering. De hoogte van de assurantiebelasting en de mogelijke korting op de premiesubsidie bij het overschrijden van het beschikbare premiebudget blijken belangrijke knelpunten.
- Respondenten zonder BWV geven als voornaamste redenen aan dat ze de dekking van de verzekering te beperkt vinden en het eigen risico en de premie te hoog. De regelgeving rondom de premiesubsidie kan dus belemmerend uitwerken op deelname.