Kuhn: ruim gamma nieuwigheden voor Agritechnica

Kuhn is de grootste Franse constructeur van landbouwmachines. Het bedrijf is gevestigd in de Elzas en heeft niet alleen een Duitse naam, maar ook de Duitse werkmentaliteit. Het is in handen van een Zwitserse holding en heeft diverse vestigingen in Frankrijk maar ook in de VS. In totaal werken er meer dan 5.000 mensen bij Kuhn en er worden ongeveer 60.000 machines per jaar geproduceerd. Een gamma van 1.500 verschillende machines ten dienste van de akkerbouw, veeteelt en landschapsverzorging.

Ploeg is niet verdwenen

Hoewel niet kerende bodembewerking veel aandacht krijgt, zal de ploeg nog veel gebruikt worden. Daarom heeft Kuhn de ploeg verder ontwikkeld met het unieke systeem Smart Lift. Met smart lift worden bij een grotere ploeg (> 5-schaar) de scharen afzonderlijk in en uit de grond gelift. De bedoeling is dat de wendakker een bijna strakke lijn vormt zodat men geen gaten en bulten heeft bij het ploegen van deze wendakker.

Om dit te realiseren gebruikt Kuhn het systeem van een non-stop ploeg, waarbij elk ploeglichaam kan uitwijken. De uitwijking gebeurt nu hydraulisch en wordt aangestuurd door de trekkerhydrauliek. De hydraulische stuurschuiven gaan werken op een GPS/RTK-signaal. Bij het inzetten, zijn alle scharen ‘gelift’ en vervolgens gaan deze op RTK-commando en zonder tussenkomst van de bestuurder één na één de bodem in.

Dit smart lift-systeem wordt door Isobus bestuurd, net zoals de smart line-toepassing. Met smart line zorgt de Kuhn-ploeg ervoor dat de ploegvoor ofwel kaarsrecht is en evenwijdig aan de AB-lijn ofwel dat het perceel van onregelmatige vorm met eenzelfde aantal werkgangen volledig geploegd is. Uiteraard binnen de grenzen van het aanvaardbare. Met het Isobussysteem zal de ploeg ook zichzelf klaarzetten voor gebruik. De verticale en horizontale uitlijning, de werkbreedte van de eerste schaar, de totale werkbreedte en de treklijn worden geoptimaliseerd via Isobus.

Optimer van 12 m

De Optimer is een succesvolle schijveneg van Kuhn. Dit systeem wordt uitgebreid naar 9 en 12 m werkbreedte. Omdat men verwacht dat er op wereldniveau toch terug meer ondiepe stoppelbewerking uitgevoerd gaat worden, is deze machine speciaal voor grotere bedrijven ontwikkeld.

De machine zal ingezet worden om een vals zaaibed voor de onkruiden en oogstresten te creëren. Deze kiemplanten zullen via een tweede bewerking vernietigd worden. Frankrijk houdt dus duidelijk rekening met een mogelijke verdwijning van glyfosaat. De machine heeft schijven van 510 mm, welke onafhankelijk met torsie-vering zijn op opgehangen. De grote bodemvrijheid van het chassis reduceert de verstopping tot bijna nul, en dit bij werksnelheden tot 15 km/u. De dubbele U-aandrukrol heeft een goede bodemaanpassing en door het bodem-tot-bodem-contact is het vollopen minimaal. De werkdiepte wordt hydraulische geregeld over de volledige werkgang.

Aurock met schijven

Kuhn heeft bijna 40 jaar ervaring met niet-kerende bodembewerking. Je kan dus stellen dat conserverende landbouw veel meer is dan niet ploegen. Drie zaken moeten optimaal in orde zijn: ten eerste, steeds zoveel mogelijk de bodem bedekken; ten tweede, een zeer ruime vruchtafwisseling; en ten derde niet ploegen. Indien men de volgorde van belangrijkheid respecteert, zal de bodem beter beschermd zijn tegen erosie, en minder bodemverdichting en een beter vochtleverend vermogen kennen.

Om dit proces haalbaar te maken ontwikkelde Kuhn de zaaimachine Aurock. De machine bestaat uit een voortrein met vrij grote vertikale gemonteerde schijven (figuur 1). Deze moeten een sleuf in de begroeide bodem maken ter voorbereiding van het zaaien. De schijven kunnen geribd of gegolfd zijn, dit afhankelijk van bodem en toepassing. Hiermee wordt een ‘slot’ gemaakt en de bodem wordt ook wat los gemaakt. De zaaielementen bestaan uit dubbele schijven die het zaad afleggen op diepte in de gemaakte sleuven.

De snijschijven zijn op de voortrein en de zaaischijven op de achtertrein gemonteerd. Beide machinedelen zijn met een knikdraaipunt verbonden. Het draaipunt is zo gepositioneerd dat bij bochtenwerk de zaaischijven spoorvolgend zijn aan de snijschijven.

50 jaar schijvenmaaiers en toch nog verbeteringen

De Opti-Disc maaibalk van Kuhn bestaat 15 jaar en wordt nu aangepast naar een ‘elite’-uitvoering. Met de Elite-uitvoering worden de maaischijven bijna vlak gezet zodat een golvende stoppel niet meer voorkomt. De messen kunnen 360 graden rond hun as draaien zodat in stenige terreinen minder schade optreedt.

De overlapping van de messen wordt ook groter mede door de inplanting van de schijven op de balk. Op de plaats waar de messen naar achter draaien, en dus het gras naar achter werpen, is de ruimte tussen de twee schijven enkele cm verbreed. Dit houdt ook in dat de ruimte tussen de twee naar voor draaiende schijven met dezelfde ruimte wordt verkleind. De doorvoer van het gewas wordt hierdoor gestimuleerd. De hoogte van de grasstoppel wordt geregeld met glijsloffen verkrijgbaar in verschillende diktes. Met 50 jaar ervaring in de productie van schijvenmaaiers wil Kuhn met deze aanpassingen aan de top van de maaitechniek blijven.

De GMD 3123 F is een lichtere frontmaaier speciaal gemaakt voor landbouwbedrijven met tractor lichter dan 150 pk. Het zwad dat deze frontmaaier aflegt, is smal zodat de tractorwielen het gemaaide gras niet in de grond drukken. De messen kunnen eenvoudig verwisseld worden met het fast-fit-systeem.

Ook bij de frontmaaier PZ3021 F wordt een zwad van minder dan 100 cm gemaakt. Hiervoor heeft deze maaier aan de twee buitenkanten een brede maaitrommel en in het midden twee maaischijven. De PZ-machine kan pendelen over 12 graden links en rechts, in geheven positie zorgen sterke veren voor een stabilisatie. Uiterlijk krijgt deze PZ ook een Kuhn-look mee.

De klassieke achterbouw-maaiers kunnen geleverd worden met zijophanging of middenophanging. Met een zijophanging kan over een zeer grote hellingshoek, tot zelfs verticaal gemaaid worden.

Nieuwe reeks GA-harken

De GA 13031 is een hark met vier rotoren die hydraulisch aangedreven worden. De werkbreedte kan met de inschuifbare draagarmen aangepast worden aan de plaatselijke situatie. De rotoren kunnen in de drie dimensies bewegen en vangen zo de bodemoneffenheden op. Deze zware getrokken uitvoering kan met een lichte tractor bediend worden omdat de machine beschikt over een eigen hydraulisch circuit aangedreven met de aftakas.

De GA 7631 is een getrokken versie met twee rotoren en middenafleg. Een belangrijke aanpassing is de verbeterde mechanische aandrijving en het frame. Het frame is verhoogd en tijdens de werkzaamheden kunnen de rotor tot 70 cm boven de bodem gelift worden zodat de reeds gemaakte zwaden niet beschadigd worden bij mogelijkse kruising.

De GA 7530 is een getrokken hark met 2 rotoren en zijafleg. Met deze machine kunnen zwaden gevormd worden op 15 m, op 7,5 m en op 3,5 m. Deze laatste smalle zwaden worden gemaakt voor ofwel kleine persen ofwel als nachtzwaden om het droogeffect te versnellen. Elke rotor heeft vier loopwielen om de bodem goed te volgen, en de masterdrive-transmissie kan zware situatie aan. Ook hier is het frame aangepast om de rotor op de wendakker hoog te kunnen liften zodat de gemaakte zwaden niet beschadigd worden.

In geheven toestand en bij het maken van bochten wordt zo’n machine onstabiel. Hiervoor heeft Kuhn een stabidrive-systeem uitgewerkt waardoor de krachten van het zwaartepunt van de machine overgebracht worden naar de speciale aankoppeling aan de tractor.

Een speciale hark is de Merge Maxx. Een pick-up neemt het gras op en het materiaal wordt zijdelings verplaatst met een transportband. Nieuw aan deze machine is de uitbreiding naar bredere machines tot 11 m. Deze kunnen een zwad met middenafleg of met zij-afleg vormen. De Merge Max is een dure machine, maar Kuhn gelooft dat het systeem zorgt voor minder vervuiling met grondpartikels. Hiervoor is de pick-up ook aangepast om de bodemoneffenheden te volgen.

Aangepast spuiten

Om de spuitdosis plaatselijk aan te passen maakt Kuhn gebruik van een pulsatiesysteem. Hierbij wordt de vloeistof met een frequentie van 20 Hertz uit de spuitdop geperst. Hierdoor is de druk altijd constant. De vloeistofhoeveelheid wordt geregeld door de openingstijd van de dop aan te passen.

Het plaatsspecifiek spuiten met herkenning van onkruiden is een project waar Kuhn nog mee bezig is. De resultaten zijn hoopgevend. Men kan spuiten aan 10 à 15 km/u met, afhankelijk van het perceel,een reductie van middelen met 50 à 80% (figuur 2).

Maarten Huybrechts

In een volgend artikel brengen we nog andere nieuwigheden van Kuhn.