Productiviteit en duurzaamheid combineren
In het kader van de studiedag duurzame vleesveehouderij van het departement Landbouw en Visserij werd ook een bedrijfsbezoek gebracht aan het rundveebedrijf van de familie Michiel en Betty Deroo-Kerckhof in Zwevezele. Naast de uitgebreide zorg voor hun veestapel besteden ze ook veel aandacht aan duurzaamheid.




Michiel Deroo runt samen met zijn vrouw Betty en zijn zoon Wout een gemengd bedrijf van vlees- en melkvee in Zwevezele. Zijn zoon gaat nog deels buitenshuis werken. Ook Michiel neemt nog taken buitenhuis op als vakgroepvoorzitter vleesvee en als hoofdbestuurslid bij Boerenbond.
Gemengde veestapel
Het vleesvee is niet 100% zuiver Belgisch witblauw, ongeveer 25% is vreemd bloed. Op het bedrijf gebruikt de familie Deroo momenteel vier dekstieren, waarvan één van het Belgisch witblauw ras, en drie stieren die ingekruist werden met Charolais, Parthenais en Rouge des Prés (Maine Anjou). Met deze stieren doelt hij op grote en zware dieren zonder daarbij de karkaswaarde en -kwaliteit uit het oog te verliezen.
Stierkalveren ook afmesten
Afkalfmanagement
Het bedrijf beschikt over een keizersnedebox. Om het juiste moment van afkalven te bepalen maakt Michiel gebruikt van CowsOnWeb, een technisch hulpmiddel om de temperatuur van de drachtige dieren op te volgen. De keizersnedebox wordt na iedere keizersnede gereinigd.
Biestmanagement
Het is een belangrijke strategie van het bedrijf Deroo om enkel bedrijfseigen biest te gebruiken. Meestal beschikken de Belgisch witblauwe runderen over voldoende biest en als dit niet het geval is, wordt er diepgevroren biest van andere runderen of melkkoeien gebruikt. Met een refractometer wordt telkens de kwaliteit van de te verstrekken biest bepaald.
Onmiddellijk na de geboorte wordt het kalf voorzien van 250 g immunoglobulinen. Dit wordt normaal gezien toegediend in één drinkbeurt. De biest die wordt diepgevroren, moet minstens over een gehalte van 70 g immunoglobulinen beschikken. Indien dit niet geval is, wordt deze niet weerhouden.
Huisvesting kalveren
Opfok kalveren
De kalveren worden vanaf dag 2 tweemaal gevoederd met kunstmelk. Per drinkbeurt wordt 2,25 liter melk (165 g melkpoeder/l melk) verschaft. Vanaf de tweede levensdag krijgen ze ook nog water en kalvermengeling. Hooi wordt niet verstrekt aan de kalveren. Het gebruik van hooi zorgde vroeger soms voor problemen. Het hooi dat uit de ruif op de grond in de mest valt en dan door de kalveren wordt opgenomen, kan coccidiose veroorzaken. Omwille van die reden is het bedrijf overgeschakeld naar een mengeling die onder andere bestaat uit spelt en luzerne (Rumi-plus). Dit zorgt ook voor voldoende pensontwikkeling en de kalveren nemen het graag op.
Op een leeftijd van 80 dagen wordt de melkgift geleidelijk aan verminderd om de kalveren op ongeveer drie maanden ouderdom te spenen. Na gebruik van de iglo’s worden de kalverplaatsen en emmers gereinigd en ontsmet. In de iglo’s krijgen de kalveren steeds dezelfde emmer, in de groepsiglo’s worden ook steeds dezelfde emmers per groep gebruikt.
Huisvesting jongvee, koeien en stieren
In 2015 werd op het bedrijf een nieuwe jongveestal gebouwd. De dieren komen hierin terecht nadat ze de groepsiglo’s hebben verlaten. De jongveestal is een openfrontstal, maar het effect van het openfront verdwijnt deels doordat het vlak naast een andere stal staat.
De drachtige en reforme koeien bevinden zich in boxen waarbij achteraan de ligplaats is, die bestaat een strobed en waarbij vooraan (aan het voederhek) de mestgang zich bevindt. Deze mestgang wordt met een frequentie van één keer per week uitgemest. Voor het instrooien wordt grotendeels stro gebruikt, maar aangezien deze winter het stro duur was, gebruikt het bedrijf ook deels vlaslemen. Dit is een dankbaar product, aangezien het goedkoop is en veel vocht opneemt.
Rantsoenen jongvee, koeien en stieren
Het jongvee krijgt een jongveemengeling, die verstrekt wordt aan de vaarzen tot op het moment van de dekking. Dit rantsoen bestaat uit kuilmaïs, voordroog en perspulp. Het bedrijf maakt een eigen krachtvoedermengeling die bestaat uit tarwemeel, maïsmeel, sojaschroot en lijnzaadschilfers. Het voeder wordt toegediend met behulp van een voedermengwagen, die vorig jaar werd aangekocht. Een ruwvoederanalyse van de ruwvoeders en een rantsoenberekening worden uitgevoerd. Dit is ook noodzakelijk voor het melkvee op het bedrijf.
De vaarzen die drachtig zijn, krijgen een zoogkoeienmengeling bestaande uit kuilmaïs, voordroogkuil, hooi, perspulp en mineralen. Die vaarzen hebben beperkte weidegang en krijgen bijvoedering in de stal. Nadat de dieren een eerste maal gekalfd hebben, wordt een deel van de koeien, samen met een dekstier verplaatst naar verder afgelegen weiden nadat de eerste snede er is gemaaid.
Het rantsoen van de af te mesten dieren bestaat uit kuilmaïs, perspulp, aardappelsnippers, hooi, Rumi-plus, lijnzaadschilfers, maïsmeel, gemalen tarwe, soja en mineralen.
De waterbron, die op het bedrijf gebruikt wordt, is putwater.
Dierengezondheid
Vruchtbaarheid
Duurzaamheidsmonitor
Tijdens de studiedag ging veel aandacht naar de duurzaamheidsmonitor (zie Landbouwleven van 11 juli). Op het bedrijf van Michiel wordt daar ook aandacht aan besteed. Zo wordt aan duurzame energieopwekking gedaan met zonnepanelen. Er is ook een warmwaterrecuperatie bij de melkkoeling aanwezig op het bedrijf. Dit water wordt gebruikt voor het aanmaken van kunstmelk voor de jonge kalveren.
Op het bedrijf staan natuurlijk een groot aantal stallen met een aanzienlijke dakoppervlakte. Het bedrijf vangt het water afkomstig van deze daken op en gebruikt het voor de reiniging van machines en stallen.
Ook qua biodiversiteit scoort het bedrijf goed. Een aantal zwaluwnesten zijn terug te vinden in de stallen. Er is een agromilieuverbintenis voor grasklaver op het bedrijf. Onder de vorm van de PO Vlaams Hoeverund (producentenorganisatie) probeert Michiel zich te diversifiëren van andere bedrijven. Eigen afzet zoeken aan een betere prijs is en blijft een uitdaging voor de toekomst. Door te participeren aan deze producentenorganisatie en deel te nemen aan het bestuur hoopt het bedrijf dan ook een betere prijs voor de dieren te genereren. Het bedrijf volgt zijn economische cijfers op via een bedrijfseconomische boekhouding.
Naast de behandelbox bevindt zich ook een bascule om de dieren te wegen. Aan de hand van dit resultaat en de gegevens van het slachthuis wordt de karkasgroei van de dieren opgevolgd en berekend. De weinige stieren op dit moment worden afgezet op een leeftijd van 20-21 maanden aan een slachtgewicht van ongeveer 530 kg. De reforme koeien hebben maximaal drie keer gekalfd.