“Boeren is geen job, maar een levenswijze”
Het is opvallend voor wie met Maarten Lemaire en Lieselot Vankeerberghen over de bedrijfsvoering op hun gemengd landbouwbedrijf praat: ‘zorgzaamheid’ vormt de rode draad, naast een doorgedreven specialisatie en een weloverwogen kleinschaligheid. Dit geldt voor de verzorging van hun vleesvee, de teelt van hun aardappelen, wortelen, tarwe en maïs én voor het vermarkten van hun aardappelen. “Ondanks de toename van het aantal regeltjes en beslissingen die voor boeren niet altijd logisch lijken, doen we onze job dolgraag en gaan we met volle goesting door. Wat telt, is het gezond boerenverstand. In die filosofie werken we keihard verder.”
Rassen en volumes
Hoeve Lemaire probeert zich op de aardappelmarkt te onderscheiden door een groot aantal verschillende rassen aan te bieden. Een tiental, op vandaag. Niet alleen Bintje, Charlotte, Nicola, Désirée en Franceline, maar ook bijvoorbeeld Belle de Fontenay en Ratte Patatjes.
“We wassen en verwerken bewust geen aardappelen. Het gaat ons om het pure product: de patat. Die wordt ongewassen verkocht, wat een betere en langere kwaliteit garandeert. Naast het ruim assortiment aardappelsoorten onderscheiden we ons ook door verschillende volumes aan te bieden: 3, 5, 10 en 25 kilo. En dit per (courante) soort. Er is steeds meer vraag naar vastkokend, maar toch wordt het ‘bloemig’ Bintje nog altijd bij ons het meest verkocht.”
Naast de marktverkoop wordt ook geleverd aan een handjevol restaurants uit de streek die hun aardappelen zelf schillen. Dat zijn meestal de kleinere restaurants en van een culi
Wat met de waterreserves?
Vleesvee
Wat met Belgisch witblauw in de toekomst?
“Witblauw blijft nog altijd onze Belgische trots, maar of ze die status kan blijven houden, weten we niet. De Belg consumeert het steeds minder. Meer en meer vraagtekens worden ook gezet bij de keizersnede. Het is immers extra werk en een extra kost, in tegenstelling tot een natuurlijke bevalling. Andere rassen kunnen bovendien gekweekt worden met minder grondstoffen en meer gras. En dit weerspiegelt zich in de kosten.”
“Ik vermoed dat het Belgisch witblauw het nog moeilijker kan krijgen, tenzij de consument ervoor kiest om weer meer edele stukken te eten en te kopen. Vandaag vraagt de consument meer en meer gemalen vlees, worsten en hamburgers, én minder biefstukken.”
“Anderzijds heeft niet iedereen het zo begrepen op Blonde d’Acquitaine, omdat deze dieren eerder schichtig en gevaarlijk in de omgang kunnen zijn. Je moet voorzichtiger met hen omgaan. Zelf heb ik hier nog geen problemen mee gehad. Ik ga rustig met hen om en vertoef vaak tussen de dieren zodat ze me kennen. Je kan ook op die ‘schichtigheid’ selecteren.
Veel verschil in rentabiliteit tussen Belgisch witblauw en Blonde d’Acquitaine is er momenteel niet.” Lieselot merkt nog op dat Maarten het ideale karakter heeft om met dieren om te gaan. “Het globale aantal dieren gaan we niet verder uitbouwen. We zullen op termijn ook niet beide rassen behouden, maar zullen er slechts één verderzetten.”
Levenswijze
“Ja, ik sta nog elke morgen vol goesting op”, lacht Maarten. “De vrijheid, voor een deel je werk zelf mogen bepalen, de verbondenheid met de natuur en de nood om gezond verstand te gebruiken en om je continu aan te passen, geven ons elke dag weer energie. Boeren is geen job, maar een levenswijze. Vandaag laden we volop stro, dan verzorgen we weer de beesten en sorteren we aardappelen. Ondertussen lezen we ook onze mails op de smartphone. Die afwisseling is leuk en zorgt voor een balans. Uiteraard moet er iets tegenover staan. En dat is jammer genoeg niet vanzelfsprekend. We zijn ook heel zorgzaam in alles wat we doen. Een boer is in feite altijd aan het zorgen: voor zijn dieren, voor zijn teelten, voor zijn gezin.”
“We zetten door met wat we bezig zijn. En we willen ook duidelijk maken aan het brede publiek wat we doen. Dat is één van de redenen waarom we voor de eerste keer aan de Dag van de Landbouw zullen deelnemen. De mensen hebben de voeling met de landbouw wat verloren en zijn onwetend geworden. Ze vragen bijvoorbeeld in februari al nieuwe aardappelen, maar dat kan niet in het Pajottenland. Ten vroegste in de eerste helft van juni zijn er onze nieuwe patatjes.” In alles wat in de landbouw wordt gedaan, neemt de specialisering en deskundigheid verder toe. De jongere generatie stelt ook meer zelf in vraag en heeft een kritische blik ‘kan het niet anders?’. En dat is positief, zonder het kind met het badwater weg te gooien.”
Naast aardappelen en vleesvee zijn er ook de wortelen voor een industriële verwerker (Kimco). “De wortelen zijn er destijds gekomen ter vervanging van de suikerbieten (8 ha).” Die partner regelt alles: gaat bij de boeren langs om contracten te maken, volgt de markt op… Dat is ook een vorm van zekerheid die we hebben, en tot nu toe is het een betrouwbare en eerlijke partner.”
Grondbewerking
“We maken al gebruik van gps en spuiten gericht. Precisielandbouw is de toekomst, maar zelf werken we voorlopig nog niet perceelafhankelijk. Bemerk dat in de aardappelteelt de duurtijd tussen twee sproeibeurten korter wordt in vergelijking met vroeger. Dat is een gevolg van meer ziektes. Anderzijds, als we niet hoeven te sproeien, doen we dat ook niet.”
Maarten denkt er wel aan om in de toekomst meer ‘ploegloos’ te gaan werken. “We zaaien nu al een deel van de tarwe ploegloos. Zo leer je ook je grond beter kennen, en deze kennis vormt mee de basis voor een goede teelt. Deze interesse voor de grond heeft ook weer te maken met onze ‘zorgzaamheid’. Ploegbewerkingen vergen heel veel van de grond. De machines worden bovendien steeds zwaarder. Ja, zorg komt altijd in onze bedrijfsvoering terug: zorg voor kwaliteit, zorg voor de dieren, de teelten, de grond… en uiteraard zorg voor elkaar.”