Startpagina Actueel

Melkveehouders Jan Lievens en Cindy Stevens: Onze stem voldoende laten horen

Ook melkveehouders zijn dagelijks bezig met een rendabele bedrijfsvoering. Moderne stallen, wetenschappelijke inzet én hard werken: het is bij Jan Lievens en Cindy Stevens in Geel niet anders. En dat vele werk weerspiegelt zich onvoldoende in een eerlijke melkprijs. “Efficiënt werken, optimaliseren, en de kostprijs in de hand houden, dat zijn onze doelen.”

Leestijd : 6 min

Lievens, de familienaam in Bel (een gehucht van Geel) verwijst naar verschillende generaties landbouwers, al decennia actief in de melkveehouderij. Jan Lievens (39), de op één na jongste generatie, is getrouwd met Cindy Stevens (34). Ze hebben samen 2 zoontjes, Senne (6) en Robbe (5).

Zowel de grootouders en ouders van Jan waren melkveehouders. “In 1970 is mijn vader op deze locatie begonnen, in een nieuwe bindstal voor 40 koeien. In 1982 werd deze uitgebreid met een loopstal voor 30 koeien.” Daarnaast was er ook nog een varkenstak op het bedrijf.”

In de gebouwen van mijn grootvader aan de overkant van de straat was plaats voor 30 zeugen. En enkele kilometers verderop was er nog een vleesvarkensstal met 120 plaatsen bij de ouderlijke woning van mijn moeder.” Vanaf begin jaren 2000 werd volop ingezet op melkvee.

Toch even twijfel

Jan hielp thuis vaak mee en volgde de middelbare landbouwschool in Geel, daarna maakte hij ook een bacheloropleiding af aan de Thomas More Hogeschool in Geel. “Ik heb toch even getwijfeld of ik het bedrijf verder zou zetten en werkte zelfs enkele maanden buitenshuis. Tot ik in 2002 besliste om toch, eerst als zelfstandig helper, in het bedrijf te stappen.” Vanaf 2006 werd het bedrijf door vader Jos en zoon Jan Lievens samen uitgebaat. Sinds april 2019 is de bedrijfsovername door Jan volledig afgerond. Het is een op en top familiaal bedrijf: naast de ouders van Jan, werkt ook echtgenote Cindy mee op het bedrijf.

Cindy Stevens en Jan Lievens houden van de boerenstiel.
Cindy Stevens en Jan Lievens houden van de boerenstiel. - Foto: LV

“Ik ben blij dat ik toen besliste om er voluit voor te gaan. Het is niet altijd de gemakkelijkste stiel en je moet wat van alle markten thuis zijn. Maar net die afwisseling maakt het ook aantrekkelijk. We kloppen vaak lange dagen, maar echt hard werken zou ik het niet noemen. Door mechanisatie en automatisatie is er nog weinig echte handenarbeid. Dat was voor de vorige generaties nog wel anders. Het grootste voordeel is dat je thuis werkt en de kinderen alle dagen ziet opgroeien, in tegenstelling tot mensen de buitenshuis werken en ook vaak 10 tot 12 uur van huis weg zijn.”

Moderne melkveestal

In de recent gemoderniseerde stal uit 1993 zitten vandaag 130 melkkoeien. “In 2013 werd de 2x4 tandemmelkstal vervangen door 2 melkrobots. In 2017 werd de bestaande stal verlengd: er kwamen 1500 m³ mestopslag, 47 ligboxen voor het melkvee, 27 ligboxen voor het jongvee en een ruime afkalfstal bij. In 2018 werd de bestaande stal onder handen genomen: zijmuren werden vervangen door windgordijnen, het asbestdak werd vervangen en er werd led-verlichting voorzien.”

Alle veldwerk zelf

“Daarnaast doen we al het veldwerk voor de voedergewassen in eigen beheer, normaal komt geen loonwerker op het bedrijf. Maïs en gras hakselen, drijfmest injecteren… doen we allemaal zelf met eigen (veelal tweedehandse) mechanisatie. Mijn vader is destijds met die activiteiten gestart. Ook wij blijven dat doen, zolang we er tijd voor hebben. Vooral om het juiste oogsttijdstip zelf te kunnen bepalen en voldoende tijd te nemen om de kuilen aan te rijden tijdens het hakselen. Op die manier houden we de kwaliteit van het ruwvoer zo optimaal mogelijk.”

Gemiddeld is de productie 10.000 liter.
Gemiddeld is de productie 10.000 liter. - Foto: LV

Het gaat in totaal om 35 ha maïs, 28 ha grasland, 6 ha grasklaver en 2,7 ha luzerne, als derde teelt. “We proberen we zoveel mogelijk ruwvoedermelk uit onze koeien te halen omdat we voldoende grond rondom het bedrijf hebben zitten. Het krachtvoeder wordt aangekocht, ook daar proberen we zo economisch mogelijk in te zijn. Met de komst van de melkrobots vreesde ik dat het krachtvoederverbruik ging stijgen, maar dat pakte goed uit. Momenteel ligt het verbruik op 16 kg/100 l melk met een dagproductie van 33 l.”

Melkquotum

“Mijn vader was vroeger een atypische boer: hij kocht liever grond in plaats van melkquotum. De afschaffing van dat melkquotum duurde wel heel wat langer dan wat hij had verwacht”, zegt Jan. Hij had een 80-tal melkkoeien, en een quotum van 330.000 l. “De gemiddelde productie was toen ongeveer 4.500 l per koe, bijna allemaal ruwvoedermelk. Er werd zo goed als geen krachtvoer gevoerd.”

Toen Jan mee in het bedrijf kwam werd er geleidelijk toch nog wat geïnvesteerd in quotum en is het rantsoen van de melkkoeien stelselmatig opgebouwd met meer bijproducten en krachtvoer. “Ondertussen zitten we aan een gemiddelde productie van 10.000 l per koe per jaar. Ik sta er in feite van versteld hoe vlot dat we dit gehaald hebben.”

Een goed uitgebalanceerd rantsoen is hierbij belangrijk. “Momenteel bestaat het rantsoen uit 6 kg droge voordroogkuil, 5 kg nattere voordroogkuil, 26 kg mais, 9 kg perspulp en 4,5 kg protistar. Dit wordt in de melkrobots aangevuld met maximaal 6 kg evenwichtig krachtvoer en 2 kg eiwitkern, afhankelijk van de individuele productie van de koe. Die automatisatie heeft veel voordelen. De melkrobot past automatisch het krachtvoeder aan de productie van de koe aan. Ook gegevens als activiteit, herkauwindex en melkkwaliteit hebben we van elke individuele koe mooi in beeld door de melkrobot.”

Vruchtbaarheid

“Wat nog beter kan? De vruchtbaarheid kan nog naar een hoger niveau. Er moet ook weer meer aandacht naar het celgetal gaan. Een gemiddelde van 180.000 vind ik aan de hoge kant. Die aandacht is wat verwaterd door onder andere de uitbreidings- en verbouwingswerken aan de stal en de bouw van onze woning”, zegt Jan.

“Daarbovenop heeft onze jongste zoon heel wat extra zorgen nodig gehad in zijn eerste levensjaren. Dan moet je prioriteiten stellen en keuzes maken”, zegt Cindy. “Ook de opfok van het jongvee kan nog beter. Ook met de klauwgezondheid willen we weer wat korter op de bal spelen.”

Beter doen, alles optimaliseren en de kostprijs onder controle houden. Daar draait het om. Nee, van uitbreiding is geen sprake meer. “Indien ik nog zou willen groeien, moet ik met personeel gaan werken. En dat is niet direct aan mij besteed, denk ik”, zegt Jan.

“Het is goed zo. Wij willen ook nog wat tijd hebben voor de kinderen. Daarnaast zullen we ook voor de oudere generatie zorgen, als dat later nodig zou zijn. Ze hebben ook altijd voor ons gezorgd”, geeft Cindy nog mee. “We staan voluit achter die familiale landbouw.”

Lage melkprijs

“Die melkprijs is vandaag te laag als je die vergelijkt in Europese context. Ik zeg niet dat we ons met Milcobel moeten spiegelen aan bijvoorbeeld Friesland-Campina. Die betalen meer, maar de randvoorwaarden zijn ook anders. Zo ben ik toch liever melkveehouder in België dan in Nederland. Daar zorgt onder andere het fosfaatquotum nu weer voor een stilstand in de sector. Uitbreiden is daar haast onmogelijk geworden. Ik ben wel blij dat Milcobel zijn leden niet beperkt heeft in de bedrijfsontwikkeling. Hierdoor hebben wij de afgelopen jaren nog forse stappen kunnen zetten tegen een relatief beperkte kostprijs.”

Milcobel is een coöperatie, in principe zou de winst terug moeten vloeien naar de leden-melkveehouders. “Ja, ik begin er mij toch wel wat zorgen over te maken. De melkprijs kan wel eens een periode wat minder zijn, maar de laatste jaren lijkt het me een structureel probleem te worden.”

“En er worden alsmaar meer bijkomende eisen gesteld, wat zich echter niet vertaalt in een betere prijs voor de boer. Het is een zorgelijke evolutie. Maar je weet dat je geen invloed hebt op de te ontvangen melkprijs als je beslist om je melk in bulk te verkopen. Het enige dat je zelf kan doen is de kostprijs van je product zo laag mogelijk proberen te houden.”

Jan is een moderne melkveehouder met visie, die bezig is met de toekomst, met rentabiliteit. Ook met de volgende generatie.

“We hebben nu ge- en verbouwd, wij kunnen weer 20 jaar verder, zonder echt grote investeringen te moeten doen. Het zal onze generatie nog wel meegaan. Wat er na ons komt, weet ik niet. Is er dan nog plaats voor gezinslandbouw? Of zijn bedrijven met pakweg 300 of 400 koeien dan de norm? Hebben onze kinderen daar zin in? Daarin laten we ze volledig vrij. Ze moeten later vooral doen wat ze graag doen. Is dat in de landbouw, leuk. Is dat elders, ook goed”, aldus Cindy en Jan.

Sociale media

“Het blijft toch zo’n mooie stiel, en het gaat om een primaire behoefte: ons voedsel. Het is in België nog niet verboden om vlees te eten, maar je zou eraan gaan twijfelen met wat je soms leest en hoort… Alles wordt extremer, ook door de sociale media.”

“Je wordt van sommige reacties echt niet vrolijk. Het is de nieuwe realiteit, maar veel mensen beseffen niet meer waar hun voedsel vandaan komt. Ook hier proberen wij ons steentje aan bij te dragen door onder andere klassen te ontvangen van het schooltje, hier in Bel. Het is aan ons om een positief verhaal en een eerlijk beeld te blijven schetsen.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Welke groenten nu al zaaien in volle grond en in perspotjes?

Groenvoorziening We zijn het niet meer gewoon, maar de tweede week van april viel er zowaar enkele dagen op rij geen regen. De aangename temperatuur en het lentezonnetje deden ons tuiniershart sneller slaan. Helaas is het in vele tuintjes nog te nat om nu al aan de slag te gaan. Afgelopen 6 maanden waren dan ook natter dan gemiddeld en het weerbericht voorspelt dat ook de komende week wisselvallig en fris wordt met de nodige aprilse grillen.
Meer artikelen bekijken