Vlaamse varkensbedrijven zijn gefrusteerd over embargo
Eén van de betrachtingen van de Belgische economische missie in China is Peking ervan te overtuigen om weer Belgisch varkensvlees toe te laten. Door de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in het zuiden van ons land, is die export al meer dan een jaar geblokkeerd. Er wordt hard onderhandeld maar een doorbraak is er nog niet, viel maandag te horen bij Buitenlandse Zaken. Bij de Vlaamse varkensbedrijven overheerst intussen de frustratie.
De Chinezen eten zowat de helft van alle varkensvlees ter wereld. Het land is normaal ook goed voor de helft van de wereldwijde productie, maar door de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in eigen land ligt hiervan een groot deel -naar schatting de helft van de Chinese productie- stil. Dit zorgt voor hogere prijzen in China, maar daar kunnen de Vlaamse varkensbedrijven dus niet van profiteren. Sinds september 2018 geldt een embargo voor Belgisch varkensvlees op de Chinese markt.
Ons land is ondanks zijn beperkte omvang een wereldspeler in de sector. België produceert 1,1 miljoen ton varkensvlees per jaar, waarvan meer dan twee derde wordt uitgevoerd, goed voor een zevende plaats op de wereldranglijst. De Chinese markt werd in 2012 opengesteld voor de Belgische varkensbedrijven. Tot aan het embargo in 2018 vertegenwoordigde China ongeveer 2 % van de export. "Maar wat het land zo bijzonder maakt, is dat de Chinezen verzot zijn op de oren, snuit en poten van het varken.
Dat zijn precies de onderdelen die onze bedrijven moeilijker kwijt raken op andere markten", legt Gert Van Causenbroeck van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) uit. "Dankzij de Chinese markt konden onze boeren het volledige varken valoriseren. In een sector met zulke lage marges is dat erg belangrijk." De uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in het zuiden van België zorgde ervoor dat heel wat exportmarkten plots gesloten werden. Recentelijk mag er weer uitgevoerd worden naar Singapore en Vietnam, maar dat compenseert het verlies van de Chinese markt niet, klinkt het.
Op de economische missie werd geprobeerd om duidelijk te maken dat die Afrikaanse varkenspest zich enkel in het zuiden van België heeft gemanifesteerd, en dan nog enkel bij wilde everzwijnen, in een duidelijk afgebakend gebied. De voorbije maanden werden ook geen nieuwe gevallen meer gesignaleerd: de twee meest recente besmette kadavers waren van everzwijnen die al geruime tijd overleden waren. Het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) probeert de situatie te deblokkeren door aan China een stapsgewijze opheffing van het embargo voor te stellen: dat zou in eerste instantie enkel nog gelden voor de provincies Namen, Luik en Luxemburg en binnen zes maanden enkel voor Luxemburg. Maar een akkoord is er dus nog niet.
Voor de Vlaamse bedrijven, die het overgrote deel van de sector uitmaken, zou dat welgekomen zijn. Op de missie tekenden een negental van hen present, waaronder de Belgian Pork group, Danis Meat Group en Jademo. Zij lieten maandag vooral hun frustratie blijken over het feit dat in de Chinese rekken massaal varkensvlees uit Duitsland, Spanje of Nederland ligt. De Vlaamse varkensbedrijven kunnen op die manier meer uitvoeren binnen Europa, maar de marges zijn niet te vergelijken, luidt het.
"Wij moeten in de sector meeboksen met één hand gebonden op de rug", verwoordde Luc De Lille van Danis uit Ruiselede het. Zijn bedrijf was net begonnen met de export naar China toen het embargo van kracht werd. "We hadden al één container gestuurd en twee andere stonden klaar", klinkt het. Op termijn hoopt hij terug te keren. "Er is genoeg plaats op de Chinese markt voor iedereen. Voor mijn bedrijf schat ik het potentieel op 50 à 70 ton varkensvlees per week."
