Schouten zegt dit in antwoord op een brief van Nederlandse parlementsleden. De vragen hebben vooral betrekking op de samenwerking tussen NVWA en keuringsdienst NAK. Wat de fraude richting België betreft, was deze moeilijk op te sporen omdat zowel een teeltbedrijf als handelsbedrijf betrokken was. Volgens de minister was het onmogelijk te voorkomen dat ‘fout’ pootgoed vervolgens nog gepoot is in Nederland. Ze schrijft dat pas na 3 mei duidelijk werd dat naast in België ook illegaal pootgoed in Nederland was geplant.
De aardappelen op de betreffende percelen zaten toen al twee tot drie weken in de grond. Het NVWA heeft volgens de minister passende maatregelen opgelegd voor de uitplant van illegaal pootgoed. Ze schrijft dat volgens het Nederlands recht en op basis van ervaringen in het verleden de daadwerkelijke vernietiging van de aardappelen op dergelijke percelen als disproportioneel is. Daarmee wijkt Nederland af van ons land, waar waar het pootgoed met valse labels wel direct is gerooid.
De fraude met pootgoed is voor Schouten geen aanleiding om de bevoegdheden van keuringsdienst NAK uit te breiden.
