Startpagina Akkerbouw

Grenslandboer, een randgeval

Renaat Fruytier is van Moerbeke. Een echte Vlaming, en daarnaast een echte Vlaamse boer... ware het niet dat een deel van zijn percelen in Nederland ligt. En dat brengt vooral lasten met zich mee. “Wij doen bijna alles dubbel”, klinkt het. Zijn bedrijf ligt slechts 4 m van de grens.

Leestijd : 6 min

Het leven van een landbouwer is aangenaam, maar in sommige gevallen best zwaar. Het leven van een grenslandboer is eerder apart. Landbouwleven is te gast bij Renaat Fruytier, een akkerbouwer met wat vee. Hij heeft zo’n 70 Belgisch Witblauw runderen staan en doet 25 à 30 kalvingen per jaar. De stieren groeien op en mest hij af om te verkopen, met de koeien kweekt hij verder. Omdat de grens Nederland-België in de wei ligt, en de beesten dus ook wel eens naar Nederland migreren, was hij verplicht om ze in te enten tegen blauwtong. “In België is dat niet verplicht, in Nederland wel”, zegt hij. Maar als hij kon, zou hij ze wel verkopen in Nederland. “De vleessector draait vierkant in België. We krijgen slechte prijzen voor het vlees”, gaat Renaat verder.

Omdat de grens in de wei ligt, en de koeien die passeren, moesten de dieren ingeënt worden tegen blauwtong.
Omdat de grens in de wei ligt, en de koeien die passeren, moesten de dieren ingeënt worden tegen blauwtong. - Foto: MV

Meer nog dan voor veeteelt, is het voor de akkerbouw nog een meer speciale situatie.

Vierde generatie grenslandboer

Het was niet Renaat die het landbouwbedrijf oprichtte. Zijn overgrootvader was de eerste generatie landbouwer, met melkkoeien, varkens en akkerbouw. “Mijn vader heeft het dan overgenomen, en daarna ik.” Onderweg zijn er echter wel wat dingen veranderd. Met de varkens zijn ze gestopt. Zijn vader startte met thuisverkoop, dat Renaat nu verderzet. “En volgend jaar komt mijn zoon Thijs ook mee in het bedrijf”, klinkt het. De andere zoon, Lander is 17 en nog te jong. De vrouw van Renaat werkt niet op de boerderij en werkt buitenshuis als boekhoudster. “Een troef, want ze doet wel de boekhouding voor het landbouwbedrijf,” vertelt hij. “Grenslandboeren kan je niet alleen, daarvoor is het te complex. Ik laat me ook bijstaan door de landbouworganisaties en mijn fytoleverancier.”

Vooral pootgoed

Op termijn werd stevig geïnvesteerd in pootgoed. “Omdat Nederland een echt pootgoedland is, gaat een groot deel naar België en - iets minder - naar Nederland,” vertelt de landbouwer. “Maar eigenlijk gaat ons pootgoed de hele wereld rond.” Het bedrijf exporteert zo onder andere naar Italië, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Libanon, Egypte en Irak. Vroeger exporteerden ze ook naar Syrië. “Met de problemen daar zijn we eerst gestopt met direct transport. Op een bepaald moment kreeg Syrië nog ons pootgoed via Duitsland, maar dat is nu ook gedaan.”

Het transport van pootgoed door de grens Nederland en België is over het algemeen administratief goed geregeld. “De grenslandboeren aan Frankrijk hebben minder geluk. De Franse wetgeving laat het transporteren van pootgoed in bulk niet toe.”

Qua normering en klassen zijn beide landen even streng. De veldkeuring echter, is strenger in Nederland. “Als je in Nederland niet in orde bent, kan je je misschien al verwachten aan een terugzetting in klasse. In België krijg je nog tijd om op te zuiveren. In Nederland wordt je wel verwittigd wanneer je controle krijgt, en dat is niet zo in België.”

Akkerbouwpercelen verspreid in beide landen

Aardappelen zijn de hoofdteelt van het landbouwbedrijf, met 35 ha aan pootgoed en 20 ha aan consumptieaardappelen. Als variëteiten koos hij voor Spunta, Draga, Jackson, Alegria, Gala, Agria en Bintje. Het is een weloverwogen keuze, als we hem horen. “Jackson is een nieuw frietras dat we wilden proberen, Alegria staat veel in België en doet het goed in export. En met Gala, daar werkt Colruyt mee. De consumptieaardappelen sorteren en verpakken we, waarna ze naar de klant gaan. 90% van de consumptieaardappelen zijn voor België.“

Verder heeft het bedrijf nog 25 ha aan wintertarwe en -gerst, 10 ha suikerbieten en 17 ha ajuinen. 8 ha vast grasland en 5 ha maïs zijn bedoeld voor het vee. Dat areaal ligt dus verspreid in Nederland en België. 65 ha ligt in Nederland, de andere 55 ha in België. Daarvan wordt 30 à 40 ha gepacht, waarvan het meeste in Nederland. 70% van zijn percelen liggen om en rond zijn bedrijf, de rest ligt verder Nederland in. “Mensen zeggen wel eens: ‘jullie kunnen van beide kanten profiteren doordat jullie aan de grens zitten’. Dat klopt ergens wel, maar we ondervinden ook de lasten van beide kanten”, vertelt hij.

Project met Colruyt in België

Met Colruyt werkt Renaat samen in een project met de variëteit Alegria. De supermarktgroep Colruyt, waaronder ook Okey en Smatch behoort, werkt rechtstreeks en in contract samen met landbouwers met deze frietaardappel. “Colruyt werkt samen met drie verpakkers die de aardappelen leveren. Vroeger was het de verpakker die de prijs bepaalt, nu hebben we met Colruyt een vaste prijs afgesproken. Hierdoor hebben niet alleen wij als telers een goede prijs, maar verdient de verpakker er ook mooi aan.” Na 5 jaar wordt geëvalueerd of het project goed werkt, en dan wordt er misschien uitgebreid naar tafelaardappelen.

Gunstige pachtwetgeving in Nederland

Over de pachtwetgeving valt ook wat te zeggen, want die verloopt in Nederland anders. “In Nederland liggen de prijzen hoger. Terwijl je in België ongeveer 350 euro per ha betaalt, is dat in Nederland 600 euro. In Nederland weet je wel al wat de prijzen het volgend jaar zijn, aangezien dat meegegeven wordt met de factuur. Dat is niet het geval in België, waar men met een coëfficiënt werkt”, geeft Renaat allereerst mee.

In Nederland wordt net als in België gewerkt met reguliere pachtcontracten van 9 jaar. Echter, landbouwers kunnen ook onder liberale pacht zitten. “Dit bestaat niet in België, maar is wel een goed systeem en zou in België ook wel mogen. Een liberale pacht neem je voor 6 jaar, maar het kan ook voor een nog kortere termijn en dat maakt het zo interessant.”

Mest naar Nederland

Dat de mestwetgeving in Nederland en in België zo verschillend is, begrijpt Renaat helemaal niet. “De grond waarop we telen is in beide landen hetzelfde, toch behandelen we ze op een andere manier. De mestwetgeving in België is een pak strenger, dus onze mest gaat richting de Nederlandse percelen en niet of minder naar de Belgische”, vertelt hij. “Maar er zal een reden zijn waarom Nederland nu problemen heeft met nitraten.”

De digitalisatie in Nederland, daar is hij wel over te spreken. “Dat is zoveel beter geregeld. Om een voorbeeld te geven: elke kilogram meststoffen dat ik koop in Nederland, wordt onmiddellijk geregistreerd.”

Fyto, een zootje!

Wat echt een rompslomp is, is alles wat met bespuitingen te maken heeft. De producten houden ze volledig gescheiden, met een bestrijdingskast voor producten van België en een kast voor Nederland. Veel producten zijn hetzelfde, maar moeten worden gebruikt in andere dosissen en ook het aantal toepassingen kan verschillen. “De resistentieproblematiek is anders in Nederland in vergelijking met België”, verklaart hij. “Het etiket lezen is belangrijk om verkeerde toepassingen te vermijden, bij ons grenslandboeren zeker.”

Renaat houdt zijn middelen strikt gescheiden met twee bestrijdingskasten: één voor België en één voor Nederland.
Renaat houdt zijn middelen strikt gescheiden met twee bestrijdingskasten: één voor België en één voor Nederland. - Foto: MV

Ook de spuittoestellen moeten worden gekeurd. Dat gebeurde vroeger eerst in Nederland, en dan in België. “Dat is nu gelukkig gelijkgesteld met een sticker.” Hij hoopt dat ze iets gelijkaardig gaan doen met de spuitlicentie. Dat moeten ze nu dubbel doen en dus ook dubbel betalen. “Het zou fijn zijn mochten de ministers van beide kanten daarover eens samenzitten. Nederland werkt al zo’n 15 jaar met zo’n spuitlicentie, België pas 3 à 4 jaar. België staat op dat vlak achter.”

Er bestaat een aparte regeling voor grenslandboeren, maar die is niet helemaal op punt. Mocht de grens worden verlegd en hij kon kiezen of hij volledig Nederlands of volledig Belgisch werd, zou hij toch eerder voor het Belgisch systeem kiezen. “Ik denk dat het financieel interessanter is naar BTW-boekhouding toe. In Nederland word je veel zwaarder belast.” Toch niet al slecht in België dus.

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken