Startpagina Veeteelt

Onderzoek over criteria voor gerecycleerde meststoffen in primeur voorgesteld

Verwerkte mest zal in de toekomst ook veilig gebruikt kunnen worden in onze contreien mits het toepassen van strenge criteria. Deze criteria werden tijdens het tweejaarlijks congres ManuREsource in primeur voorgesteld.

Leestijd : 5 min

ManuREsource is een internationaal congres dat om de 2 jaar georganiseerd wordt door het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM), UGent, Inagro en POM West-Vlaanderen. Op 27 en 28 november 2019 waren er meer dan 200 deelnemers aanwezig tijdens ManuREsource 2019 in Hasselt om mestbeheer en valorisatie op Europees niveau te bespreken. Deze vierde editie werd georganiseerd in samenwerking met het Nederlands Centrum Mestverwaarding (NCM).

Met dit congres willen de organisatoren het belang aantonen van de terugwinning van nutriënten uit mest, de overgang naar een circulaire, biogebaseerde economie faciliteren en knelpunten identificeren die deze overgang belemmeren.

Nieuwe criteria voorgesteld

Tijdens de openingssessie presenteerde Wim Debeuckelaere van de Europese Commissie DG ENVI voor het eerst de belangrijkste bevindingen van de JRC SafeManure-studie met de criteria voor het veilig gebruik van verwerkte mest in kwetsbare nitraatzones, bovenop de drempel voor dierlijke mest die is vastgelegd door de Nitraatrichtlijn. Hierbij werd een nieuwe term voor teruggewonnen stikstof geïntroduceerd, namelijk Renure.

De voorgestelde criteria voor het gebruik van de verwerkte mestproducten werden benadrukt in de context van de Europese Nitraatrichtlijn. Deze resultaten wijzen op een groot potentieel voor ammoniumzouten en mineraalconcentraten als biogebaseerde meststoffen. Dit kan beschouwd worden als een eerste stap in de richting van de end-of-manure status voor verwerkte en opgewaardeerde mest.

An Derden, vertegenwoordiger van het Vlaams onderzoeksinstituut VITO, gaf een presentatie over de methodologie voor het bijwerken van het Vlaamse BBT-document (Best Beschikbare technieken) voor mestverwerking met technieken voor terugwinning van nutriënten. Theodora Nikolapoulou van EC DG GROW gaf een overzicht van de Fertiliser Product Regulation en de raakvlakken met andere regelgevingen rond dierlijke bijproducten. Vervolgens presenteerde Henning Lyngso Föged (Organe) uit Denemarken, de beste praktijken en technologieën voor het terugwinnen van nutriënten en de circulaire economie in het Baltische zeegebied.

Betrokkenheid van landbouwers cruciaal

Het debat met vertegenwoordiging uit de landbouwadministratie van de regio Lombardije (IT), onderzoek (WUR, NL), mestverwerkingsinstallaties (Fertikal en La Ferme du Faascht, BE), minerale kunstmestindustrie (YARA) en de groente -en fruithandel (GroentenFruitHuis, NL) werd gevolgd door een interactieve bevragingspoll. Het publiek kreeg zo de kans om zijn mening en ideeën te geven over onderwerpen als de ideale schaalgrootte voor het terugwinnen van nutriënten, het belang van voorbehandeling van mest op boerderijniveau, de hogere kosten die bij het terugwinnen van nutriënten horen, lessen die kunnen getrokken worden uit de afvalwaterzuiveringsindustrie, de definitie van circulariteit en het belang van de eisen van de eindgebruiker. Gelijkaardige onderwerpen werden ook meer in detail besproken tijdens de rondetafelgesprekken in kleinere groepen.

Er werd geconcludeerd dat het terugwinnen van nutriënten de aanvoer van nutriënten in de agrarische nutriëntencyclus reduceert en dat het belang van de toevoeging van organisch materiaal aan de bodem door het gebruik van dierlijke mest, om de bodemkwaliteit te waarborgen, niet onderschat mag worden. Verder is de betrokkenheid van de landbouwers cruciaal om de transitie naar een circulaire mestverwerking op gang te houden.

Flash presentaties van de sponsors Nijhuis / GEA, Tema Process, Geltz, VP-Hobe, Elsinga, Colsen, en Water Fund Investments Group benadrukten de nieuwste technologieën en processen voor het terugwinnen van nutriënten.

Parallelle sessies handelden over de impact van R&D op de overgang van innovatie naar kapitalisatie en onderwerpen zoals product- en procesinnovaties voor mest en digestaat, milieu-effectbeoordeling van mest- en digestaatbehandeling en de impact van agrofoodbedrijven op de transitie naar een circulaire economie. Deze sessies gaven onderzoekers van verschillende instellingen de kans om hun nieuwste resultaten over bovengenoemde onderwerpen te delen.

Ivan Tolpeprijs

In de sessie over de Ivan Tolpeprijs, een prijs voor innovatieve mestverwerking die om de 2 jaar wordt uitgereikt door het VCM, werden innovatieve technieken in mestverwerking voorgesteld door genomineerden van vorige edities. Er werd hierbij ook een oproep gelanceerd voor de Ivan Tolpeprijs 2021. In 2020 kunnen nieuwe voorstellen voor innovatieve technieken, die bijdragen tot een duurzame en kostenefficiënte mestverwerking, ingediend worden bij info@vcm-mestverwerking.be voor vrijdag 23 oktober 2020. Meer informatie kan gevonden worden op www.vcm-mestverwerking.be .

Posterprijs

Op het einde van het evenement werden er 3 genomineerden voor de beste posterprijs voorgesteld. Na een peiling door het publiek werd Tine Vergote (UGent) uitgeroepen tot winnaar voor de Best Poster Award ManuREsource 2019. De poster behandelde het effect van scheiding en thermale voorbehandeling op de monovergisting van varkensmest binnen het Vlaio LA-project Pocket Power.

Tine Vergote (UGent) wint de Best Poster Award ManuREsource 2019.
Tine Vergote (UGent) wint de Best Poster Award ManuREsource 2019. - Foto: VCM

Inzetten op mestvalorisatie

Gedreven door een breed scala aan discussies tussen onderzoekers, beleidsmakers, vertegenwoordigers van de industrie en vele andere belanghebbenden die afhankelijk zijn van wetenschappelijk onderzoek, gaf het congres suggesties om de transitie naar circulaire economie te versnellen vanuit het perspectief van mestvalorisatie.

Er werd geconcludeerd dat een holistische aanpak, rekening houdend met de 3 P's van duurzaamheid (People , Planet en Profit) en de samenwerking tussen de verschillende spelers – boeren, biogasindustrie, kunstmestbedrijven, agrovoedingsindustrie, eindproductgebruikers – van vitaal belang is.

Bezoek mestverwerkingsinstallaties

Op de laatste congresdag werden 2 innovatieve mestverwerkingsinstallaties bezocht, Arbio bvba in Arendonk en Biogas Bree in Bree.

In de biogasinstallatie Arbio worden de vergisters jaarlijks gevoed met 55.000 ton mest (7.000 ton van de eigen boerderij) en 35.000 ton afval van de voedingsindustrie. De zaakvoerder won in 2019 de Ivan Tolpe Prijs met het NPirriK-project. In dit project wordt het digestaat in verschillende stappen behandeld, inclusief een terugwinningsstap voor nutriënten gebaseerd op membraanfiltratie. Het mineralenconcentraat, momenteel niet erkend als kunstmest, wordt gemengd met de dikke fractie van digestaat om kunstmestkorrels te produceren met een hogere stikstof/fosfor-verhouding. Hiermee wordt er beter voldaan aan de verwachtingen van de akkerbouwer en fruittelers. Het overblijvende permeaat van de omgekeerde osmose kan gebruikt worden als irrigatiewater.

Biogasinstallatie Arbio produceert kunstmestkorrels met een hoge N/P-verhouding. Het overblijvende permeaat van de omgekeerde osmose kan gebruikt worden als irrigatiewater.
Biogasinstallatie Arbio produceert kunstmestkorrels met een hoge N/P-verhouding. Het overblijvende permeaat van de omgekeerde osmose kan gebruikt worden als irrigatiewater. - Foto: AV

Biogasinstallatie Biogas Bree ontvangt varkensmest van varkensboeren in een straal van 20 km. De mest is 30% van de totale hoeveelheid input die jaarlijks wordt verwerkt. Alle dierlijke mest wordt in een aparte lijn behandeld, naast de anaerobe vergisting van organisch biologisch afval. De verwerkingscapaciteit bedraagt 85.000 ton/jaar. De warmte van de WKK wordt gebruikt om de mest te verdampen en om het digestaat te drogen. Biogas Bree kijkt uit naar nieuwe technologieën voor de terugwinning van nutriënten. Tijdens het bezoek werd meer informatie gegeven over de geplande wervelbeddroger en een uniek granulatieproces. Dit biedt nieuwe marktmogelijkheden voor het behandelde digestaat. Biogas Bree is ook betrokken in het UNIR-project, waarbij wordt gezocht naar de doorbraak van ammoniumsulfaat, afkomstig van chemische luchtwassers op digestaat drooginstallaties en varkensstallen, als vervanger voor kunstmest. Dit wordt verwezenlijkt door centrale opslag, homogenisatie, filtratie en optimalisatie van de toepassingstechnieken.

Naar VCM

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken