Startpagina Bedrijfsnieuws

Belchim wil van 450 naar 700 miljoen omzet

Met vers Japans kapitaal, een goed gevulde pijplijn met veelbelovende producten, een wereldwijde uitrol van eigen werkzame stoffen en het uitbouwen van de positie op de thuismarkt verwacht Belchim de komende jaren sterk te groeien. Belchim ging door een donkere tunnel, geeft topman Johan De Saegher toe, maar staat sterker dan ooit.

Leestijd : 6 min

Belchim was jarenlang een paradepaardje van de Belgische agribusiness. In 1987 richtte Dirk Putteman het bedrijf op als distributeur van gewasbeschermingsmiddelen. In 1995 kwamen werkzame stoffen van de Japanse chemiereus ISK Biosciences naar Londerzeel. Het bedrijf richtte een R&D-afdeling op om de werkzame stoffen om te zetten in voor Europese teelten effectieve producten.

Deze stap van distributeur naar innovatief bedrijf stelde Belchim in staat vanaf 2001 Europees te expanderen. In 2013 volgden de eerste ‘eigen’ moleculen. Het bedrijf groeide de volgende jaren hard. In 2018 kwam aan de reeks positieve berichten over het bedrijf een einde. De oprichter en CEO overleed onverwachts. Zijn opvolger, voormalig directielid Johan De Saegher, zag al snel dat de boeken niet klopten.

Twee auditkantoren lichtten het bedrijf door. De omzet over 2017 bleek met een aantal boekhoudkundige trucs opgeblazen te zijn met zo’n 60 miljoen euro. De kosten waren dan weer tientallen miljoenen euro’s te laag genoteerd. Zwarte cijfers hadden dieprood moeten kleuren. Het bedrijf bleek financieel gezien op een zwakke fundering te rusten. “Een nieuwe investeerder was nodig”, aldus De Saegher. “We zijn direct gaan zoeken. Zo’n proces is niet eenvoudig.”

Schoon schip maken

Maar die investeerder stapt niet zomaar in. Het jaar 2019 kwam in het teken te staan van een grondige herstructurering. Er kwam een nieuwe financieel directeur en een auditcomité. De oude revisor werd de deur gewezen. “In essentie heeft de heer Putteman een indrukwekkend bedrijf opgebouwd, gericht op innovatie. Een belangrijke les die je kunt leren uit de situatie, is dat het hele huis goed moet staan, niet alleen je R&D. Nu is dat het geval.”

Een meerderheid van aandelen, 62%, zat bij de familie Putteman. Het oorspronkelijke uitgangspunt was dat de familie Putteman haar belang zou behouden. Dat betekent dat met de inbreng van nieuw kapitaal de belangen van de andere aandeelhouders zou verwateren. De andere aandeelhouders zijn in Europa vrij onbekende Japanse chemiebedrijven die werkzame stoffen aanbrengen: ISK Biosciences en Mitsui Chemicals Agro.

In Japanse handen

Uiteindelijk verkocht de familie Putteman dan toch het volledige belang. De koper is opnieuw een Japanse firma: Mitsui Agriscience International (MASI), een handelsmaatschappij die volledig los staat van het bijna gelijknamige chemiebedrijf. De verkoop verloopt in 2 tranches, waarbij het totale belang van 62% in februari volgend jaar bij MASI ligt. De andere aandeelhouders ondersteunen het nieuwe aandeelhouderschap.

De versterkte Japanse link en het werken met een grote distributeur maakt ook dat Belchim mogelijk meer Japanse partners kan vinden om op te bouwen, benadrukt hij.

“Japan telt nog zo’n 10 tot 15 chemiebedrijven die allemaal onderzoek doen naar werkzame stoffen… de consolidatieslag die in het Westen heeft plaatsgevonden, blijft er uit. De Japanse markt is deels afgeschermd. Japanse boeren betalen 3 tot 4 keer meer voor gewasbeschermingsmiddelen dan hier. Zo verdienen de Japanse chemiebedrijven hun kosten weer terug en is er minder noodzaak om samen te werken. Ze zijn niet erg op het Westen gericht: er ligt dus veel onbenut potentieel voor ons om te rapen.”

Belchim wil dus een toegangspoort zijn. Belchim is niet alleen een toegangspoort in de zin dat via haar bedrijf producten worden gedistribueerd. “Zo werkt het niet. De Japanse producten zijn vrijwel altijd eerst voor bijvoorbeeld de rijstteelt ontwikkeld. Wij laten de fase van het vinden van nieuwe werkzame stoffen aan hen, en zij laten ons de producten formuleren voor de Europese teelten. En daarna, en dat is cruciaal voor ons model, willen we de landbouwer meerwaarde bieden met technisch advies.”

MASI is ook meerderheidsaandeelhouder van Certis, dat vanuit Nederland geleid wordt. Hier deelt ze het aandeelhouderschap met 2 andere Japanse chemiebedrijven. Is een samenvoeging van Belchim en Certis niet de logica zelf? “Dan moeten dus 5 Japanse bedrijven het eens worden. Dat valt niet mee en al helemaal niet in Japan, waar men een consensuscultuur kent. Men beslist pas als iedereen het eens is. Het zijn bedrijven die elkaar voor een stuk beconcurreren in Japan… het is niet evident en ligt nu niet op tafel.”

Een goed gevulde pijplijn

Tussen 2020 en 2025 wil Belchim groeien van een omzet van 450 miljoen euro, naar 700 miljoen euro, 8 % per jaar dus. De groei wordt aangedreven door goede producten, aldus De Saegher. “We denken onze positie op kernmarkten uit te kunnen bouwen, met nieuwe producten die vanuit Japan worden aangedragen, en met eigen producten. De eigen producten gaan we ook op veel meer plaatsen afzetten.” Het zijn producten die al even onderweg zijn. De registratie duurt in de EU zo’n 4 jaar. Met ook nog 3 jaar voorbereiding voor het dossier.

Van oudsher richt Belchim zich vooral op de specialty crops , zoals aardappelen, groenten en fruit. In aardappelen heeft het bedrijf naar eigen zeggen een Europees marktaandeel van circa 25%. “Dat heeft ons geen win deieren gelegd”, aldus De Saegher. De Belgische en Nederlandse frietindustrie verovert de wereld. “De aardappelteelt in België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Engeland is daardoor stevig gegroeid.”

In een normaal teeltjaar zijn aardappelen goed voor circa 40% van de omzet. In het droge teeltjaar 2019 was dat eerder 35%. Het tweede belangrijkste gewas zijn druiven, die in 2019 goed waren voor circa 15% van de omzet. Net als bij aardappelen moeten druiven vaak bespoten worden, en zijn de kosten van een misser in het programma hoog. 14% van de omzet wordt met granen gerealiseerd, en 7% met zowel groenten als maïs.

De extra groei zal de komende jaren komen van de groenteteelt en de maïs, maar ook de categorie ‘overig’, waar onder meer soja en zonnebloem onder vallen.

Het bedrijf heeft geen plannen ook in zaaigoed te stappen. Het is een combinatie waar BASF recent wel voor koos, en een weg die al eerder werd behandeld door onder meer Bayer en Syngenta. “Ik zie daar niet veel voordelen aan”, aldus De Saegher. “Ik denk ook niet dat Europese boeren graag alles uit 1 hand kopen. De distributie is in de EU zeker nog gescheiden. In de VS en Zuid-Amerika, waar je over andere oppervlakten praat maar waar vooral ook genetische modificatie wordt toegepast, is dat anders. Veel gewassen in de VS en Zuid-Amerika zijn genetisch zo aangepast dat ze tegen bepaalde gewasbeschermingsmiddelen kunnen. In de EU zijn deze zaden niet toegestaan.”

Biologische toekomst

Het aantal toegelaten werkzame stoffen neemt ondertussen jaarlijks verder af. De EU wordt wereldwijd gezien als de standaard. “In de EU zijn nog 400 werkzame stoffen toegelaten. In de VS zijn dat er nog 800, maar de tendens is wel hetzelfde. Wat hier wordt verboden, komt elders ook onder een vergrootglas te liggen.” Of dat terecht is? “Er is een verschil tussen de vraag of een stof gevaarlijk kan zijn, en wat het risico is.”

De Green Deal die de Europese Commissie recent voorstelde, behelst het doel om het gebruik van fytoproducten te halveren. De Saegher mist de onderbouwing van dit streven. “Tonnen werkzame stof zijn een ruwe graadmeter… het toedienen van 10 g werkzame stof kan erger zijn dan heel veel meer van een ander product. Het volume zegt niet zo veel over de totale ecologische impact van een bespuiting.”

Toch zet ook Belchim in op biologisch. Het is de trend. “Publieke instellingen zetten allemaal of vrijwel allemaal uitsluitend in op biologische middelen. De Japanse chemiebedrijven zijn nog niet zo met biologische middelen bezig, dus kijken we vooral daar naar.” Biologische middelen zijn nu goed voor 2 of 3% van het totaal, schat De Saegher. “Dat gaat zeker groeien, maar zonder chemie kunnen we voorlopig niet.”

De kosten zijn niet het breekpunt, denkt De Saegher, en ook landbouwers zijn volgens hem niet intrinsiek tegen biologische producten gekant – integendeel. Toch zagen we alweer 10 jaar geleden een golf van overnames, waarbij steeds grote chemiebedrijven kleinere biologische bedrijven kochten. Denk bijvoorbeeld aan de overname van Becker Underwood door BASF, en de overname van Devgen in Gent, door Syngenta. Sindsdien is het vrij stil.

Het opschalen van productie wordt wel eens als een bottleneck genoemd, maar het grootste probleem is volgens De Saegher de effectiviteit, en de selectieve werking. “Het is moeilijk een product te maken met een breedspectrumwerking. De simpele oplossingen, die zijn er straks niet meer. Een landbouwer zal beter moeten nadenken over wat op zijn veld aan de hand is, en dan specifieke producten daarvoor inzetten. Het is ook een ontwikkeling die meer technisch advies zal vragen.”

Belchim behoort tot de grootste spelers in de fytowereld.
Belchim behoort tot de grootste spelers in de fytowereld.

De digitalisering zal de sector helpen, met bijvoorbeeld ziektedetectie, denkt De Saegher. “We staan aan het begin van de ontwikkeling veel nieuwe mogelijkheden om met veel meer precisie te telen. Het kan heel snel gaan. Voor ons is dat een reden samenwerkingsverbanden aan te gaan met de bedrijven die dat soort technologie ontwikkelen. Het is belangrijk dat onze producten direct ingezet kunnen worden met dergelijke systemen.”

Jan Cees Bron

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken