Startpagina Vleesvee

Veehouder Geert Demasure: ‘Maatregelen bioveiligheid centraal in bedrijfsvoering’

Veehouder Geert Demasure won 2 jaar geleden de DGZ-Bioveiligheid Award in de categorie vleesvee. “Het was voor ons de erkenning van wat al jaren centraal staat in onze bedrijfsvoering: de bioveiligheid, extern én intern. Die prijs houdt ons nu alert.”

Leestijd : 6 min

In tijden waarin het dierenwelzijn ook hoog bovenaan de politieke agenda prijkt, staat dat aspect van bedrijfsvoering op het Van Ter Bos van Geert Demasure en Veerle Vercaemer in het West-Vlaamse Avelgem al jaren op de eerste plaats.

Dierenwelzijn uitgangspunt

“Een hoge status van dierenwelzijn heeft een zeer positieve invloed op de bioveiligheid en op de economische winst van ons bedrijf”, duidt Geert Demasure. Als het op bioveiligheid aankomt, is Geert Demasure niet de eerste de beste. Twee jaar geleden won hij de DGZ Bioveiligheid Award bij het vleesvee. Hij heeft recht van spreken.

Veel aandacht wordt besteed aan de huisvesting en aan het voeder.
Veel aandacht wordt besteed aan de huisvesting en aan het voeder. - Foto: LV

Van Ter Bos is een fokbedrijf met stamboek witblauwe dikbilrunderen van hoge genetische waarde, met ongeveer 200 kalveringen per jaar. Er zijn op het bedrijf vandaag ruim 450 runderen. Het is niet toevallig dat op dit bedrijf bioveiligheid voorop staat. Het is voor Geert Demasure deels het verlengde van zijn karakter en de manier waarop hij het liefst werkt.

Boeren en handelaars

Ook enkele tegenslagen in het verleden zetten hem aan om nog meer over externe en interne bioveiligheid na te denken. “Bioveiligheid is voor ons heel belangrijk om enerzijds onze waardevolle dieren te beschermen tegen ziektes van buitenaf, maar anderzijds kan door de grootte van ons bedrijf de infectiedruk binnenin het bedrijf vlug oplopen en een grote economische schade veroorzaken.”

Op verschillende plaatsen op het bedrijf staan wasplaatsen voor laarzen.
Op verschillende plaatsen op het bedrijf staan wasplaatsen voor laarzen. - Foto: LV

Veel aandacht gaat naar het voorkomen van de insleep van ziektes van buitenaf. “We hebben uiteraard niks tegen de mensen zelf, maar andere landbouwers en veehouders, dierenartsen en vooral handelaars zijn de grootste risicofactoren. Daar zien we heel streng op toe. Zij mogen enkel onze ontsmette laarzen en onze overalls aantrekken... Ik stel nog te vaak vast dat anderen het minder nauw nemen, met alle gevolgen van dien. Ja, op dat vlak ben ik heel streng en zorgzaam. Handelaars moet je echt uit de stallen weren.”

Huisvesting, voeder én genetica: het zijn voor Geert Demasure op het vlak van bioveiligheid de drie voornaamste punten op het bedrijf.

Huisvesting

Er werd geopteerd voor ruime en open stallen. “Alle dieren lopen bij ons vrij rond en staan niet gebonden. Ze beschikken allemaal over ruime, goed ingestrooide boxen, zodat ze gemakkelijk hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen. In alle boxen is een ruif aanwezig, waar ze altijd hooi of stro kunnen eten. Eén keer per dag worden de volwassen runderen gevoederd met een gemengd, uitgebalanceerd rantsoen waar ze de hele dag over beschikken.”

Twee jaar geleden wonnen Geert en Veerle de Bioveiligheid Award voor vleesvee van DGZ,  een erkenning waar ze terecht trots op zijn.
Twee jaar geleden wonnen Geert en Veerle de Bioveiligheid Award voor vleesvee van DGZ, een erkenning waar ze terecht trots op zijn. - Foto: LV
Verder is er in elke box een drinkbak, die dagelijks op bevuiling wordt gecontroleerd. Met een circulatiepomp wordt er vers en proper water ter beschikking gesteld. Zo kunnen de dieren zich verder ontwikkelen, vrij van pijn, verwondingen, ziektes, angst of stress. “De kalveren worden van de oudere dieren gescheiden en we hebben ook veel respect voor de looplijnen en voor het materiaal dat wordt gebruikt. Op verschillende plaatsen op het bedrijf zijn er ook machines om de laarzen schoon te maken.”

De dieren worden ook vroeg in het jaar op de weides geplaatst. “Half maart hebben we soms al een 10-tal koeien buiten op een droge weide staan. Het zijn dan vaak koeien die problemen hebben met klauwen of hoogdrachtige koeien. Ze liggen dan languit in de zon en dat zorgt voor een goed herstel. Zo kan je problemen oplossen die je bijvoorbeeld niet zo goed met antibiotica kunt verhelpen.”

Geschreven protocollen

Een tweede belangrijk aandachtspunt is het voeder. “Onze dieren worden voornamelijk gevoederd met producten van onze eigen grond: maïs en gras vooral, maar ook met onder andere bierdraf, spelt, winterveldbonen en perspulp als reststroom van suikerwinning. We laten ook alle kuilen analyseren en waar nodig wordt de voeding (op vlak van eiwit/energie) aangepast.

Het is ook belangrijk om de kuilen goed af te schermen en voor een perfecte bewaring te zorgen. Iedereen weet dat wel, maar ik zie bedrijven waar het allemaal niet zo goed verloopt. Je moet daar echt blijvend aandacht voor hebben. En dat moet je doen om alle risico’s uit te sluiten, want je bent hele dagen in de bedrijfsvoering bezig met levend materiaal.”

Een voedermengwagen is dan ook geen overbodige luxe om een uitgebalanceerd rantsoen aan de runderen te kunnen geven. “Ik droom ervan om alle bestanddelen van het voeder op eigen terrein te kunnen telen. Hoewel er nu controles gebeuren op externe bestanddelen, zouden we dan nog meer alles zelf in de hand hebben. En dat is nog altijd beter controleerbaar en beheersbaar.”

Veel aandacht werd besteed aan een apart sanitair blok.
Veel aandacht werd besteed aan een apart sanitair blok. - Foto: LV

Ook het biestmanagement werd aangepast. “De kalfjes krijgen bij ons biest van een uitstekende kwaliteit. Dat is een van de redenen waarom we jaren geleden zwaar hebben geïnvesteerd in een pasteurisator. Na grondig onderzoek en uitgebreid testen is gebleken dat kalveren die gepaseuriseerde biest van mindere kwaliteit kregen meer antistoffen hadden dan niet-gepasteuriseerde biest van topkwaliteit.”

Minder gezondheidsproblemen

Moraal van het verhaal: als er kiemen in je biest zitten, zijn de antistoffen bezig met het bestrijden van de kiemen en die antistoffen komen niet terecht in het bloed van het kalf. “Door gebruik van die gepasteuriseerde biest hebben de kalveren merkbaar minder gezondheidsproblemen. Zo zijn er bij de laatste longspoelingen geen mycoplasma meer teruggevonden. Daarnaast is het ook comfortabel werken: per kalving winnen we minstens een uur. En als je er jaarlijks ruim 180 hebt, kan je zelf uitrekenen wat dat in winst betekent.”

Ook hier wordt via een standaard protocol gewerkt: eigen biest en aangekochte biest wordt met een Brix-refractometer op antistoffen gecontroleerd. Elke zak biest bevat minstens 250 g antistoffen. In de pasteurisator wordt dit gepasteuriseerd tijdens 60 minuten op 60 °C. Daarna wordt de biest afgekoeld en wordt er extra vloeibare selenium ingedaan. “Vervolgens wordt de biest in cassettes ingevroren. In nog geen halfuur is zo’n cassette op de juiste temperatuur van 42 °C gebruiksklaar.”

Naast huisvesting en voeding, is er nog de genetica. “Het is bekend dat het Belgisch witblauw griepgevoeliger is dan andere rundveerassen. Sommige bloedlijnen geven minder longinhoud, waardoor ze nog gevoeliger zijn voor griep. Dat zijn dan meestal de extreem bevleesde dieren. We vaccineren alle jonge dieren, het jaar rond. Kalveren van griepgevoeliger stieren worden vaak nog eens extra gevaccineerd.”

Er wordt ook spaarzaam omgegaan met het gebruik van antibiotica. “Dat is één derde minder dan vroeger.” Geert Demasure vindt het ook belangrijk om zelf zoveel mogelijk van ziektes en symtomen af te weten. “Het is elke dag belangrijk om alert en waakzaam te zijn en om onmiddellijk bepaalde symptomen te herkennen en in overleg met de dierenarts op een effectieve en efficiënte manier in te grijpen, ook door analyses van bloedstalen en meststaalafnames.”

Andere aandachtspunten

Wat het preventief beheersen van ziektes betreft, maakt het bedrijf gebruik van uitgeschreven protocollen. Daarin wordt haarfijn en in detail uitgelegd wat er wanneer gebeurt om ziektes te voorkomen of te bestrijden. Er werd daarnaast ook zwaar geïnvesteerd in onder andere de sanitaire ruimte, keizersnedebox en afkalfruimte, de kalfkoeienstal, de klauwkapbox, kalveriglo’s buiten en kalverhutten binnen, pasteurisator, jongveestal, vaarzenstal, zoogkoeienstal, kadaverplaats, koeienstal, silo’s, stierenstal, ongediertebestrijding...

En wat met de hond op het bedrijf? “Honden hebben altijd deel uitgemaakt van het gezin en van de boerderij. De honden lopen hier dan ook vrij rond. Maar er gaat extra aandacht naar, zo kunnen ze niet in de afkalfstal en in de jongveestal. De nageboorte wordt ook niet op de mesthoop, maar in het putje van de afkalfstal of in de afgesloten Rendac-ton gedaan.” Of er toch nog 1 aandachtspunt is? “Op 1 plaats is er tussen 2 weides maar 1 draad gespannen. Dat kan beter. En daar maken we nu ook werk van.” Of hoe op Van Ter Bos geen enkel detail aan de aandacht ontsnapt. “Het winnen van die award was niet alleen een erkenning. Het houdt ons ook blijvend alert, zodat we niet lui worden. Het is vaak dan dat je problemen krijgt op je bedrijf.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken