Startpagina Aardappelen

Rassen voor thuisverkoop leden onder de droogte

Net zoals in 2017 en 2018 werden op 2 locaties proeven aangelegd met 9 rassen bestemd voor thuisverkoop (combinatie van vastkokende en bloemige variëteiten). De 2 locaties leden sterk onder de droogte en de smaakkwaliteit was toch wat minder in 2019.

Leestijd : 9 min

Voor het derde jaar op rij werden op 2 locaties (Langemark en Wortegem-Petegem) proeven aangelegd met de focus op thuisverkoop. Er werd bewust gekozen om vooral rassen te beproeven die reeds gekend zijn (en waarvan dus pootgoed beschikbaar is). Hierbij werd een keuze gemaakt tussen rassen die eerder vastkokend zijn en waar dus de kookkwaliteit vooral van belang is. Anderszijds werden ook rassen opgenomen die eerder frietgeschikt zijn. Op beide proefplaatsen werden 9 rassen geplant.

Beide locaties hadden serieus te lijden onder de droogte en werden niet beregend. Heel wat rassen kenden een te snelle afrijping. Daarbij werden de aardappelen in Wortegem-Petegem later geplant en kende het gewas dus een korter groeiseizoen met een lagere opbrengst tot gevolg en een fijnere sortering. Het onderwatergewicht lag eveneens lager in Wortegem-Petegem. Toch was de frietkwaliteit van deze rassen beter in Wortegem-Petegem. Op vlak van smaak na koken was er gemiddeld gezien geen verschil tussen de locaties.

Knollen afkomstig uit Wortegem-Petegem vertoonden een grotere aantasting met Rhizoctonia.

THUISVERKOOP

In de groep van de vastkokende tafelaardappelen werd Charlotte als referentieras gekozen.

Allians

Deze vastkokende tafelaardappel kende in 2019 een tragere opkomst dan de andere rassen in proef. Allians is eerder een laatrijpe variëteit en dat is te zien aan zijn latere afrijping. Net zoals in 2018 vormde Allians een groot aantal knollen per struik, namelijk 27. Dit ras werd wel geleverd in een iets grotere maat (45/50 mm). Ook zijn aantal stengels per struik lag met 7,4 het hoogst van alle rassen.

In Wortegem-Petegem was zijn netto-opbrengst (+35mm zonder uitval) de op één na hoogste van de vastkokende rassen, terwijl dit ras in Langemark de laagste opbrengst haalde. Gemiddeld werd een meeropbrengst van 13% ten opzichte van Charlotte behaald. Ook in 2018 was het verschil tussen de 2 proefvelden hoog (reageerde positief op beregening van 1 locatie). Allians vormt heel wat knollen per struik waardoor dit ras niet grof uitgroeit (plantafstand 34 cm). Slechts 26% behoorde tot de sortering +50mm.

Al 2 jaar op rij behaalt Allians een laag onderwatergewicht op beide locaties met een gemiddelde van 329 g/5kg en 10% drijvers (dichtheid 1,06 kg/l). Zijn blauwgevoeligheid bleef dan ook uiterst laag. De smaak na koken schommelde tussen net voldoende en goed. Allians bleek, net als in 2018, niet frietgeschikt te zijn. Op de ene proeflocatie viel het uitzicht van de knollen vooral tegen door een zeer grote schurftaantasting. Op de andere proefplaats was er aanzienlijk wat lakschurft aanwezig op de knollen. Op vlak van wasbaarheid en vlakheid van de ogen scoorde Allians zeer goed. Ook zijn regelmaat van knollen is goed.

Allians vormt wel een gevestigde waarde bij de versmarktaardappelen in België. In 2008-2010 lag Allians al eerder in onze proeven aan met toen wisselende resultaten.

Annabelle

Deze vastkokende tafelaardappel kende geen problemen bij de opkomst. Annabelle is een vroegrijp ras waardoor dit ras sneller begon af te rijpen (net iets vroeger dan Charlotte). Dit ras vormde een mooi aantal knollen per struik namelijk 22 (cfr Charlotte) en heel wat stengels (7,2 per struik). Let op met metribuzin.

Annabelle haalde een netto-opbrengst die 3% lager bleef in vergelijking met Charlotte (8% lager in 2017). Vooral in Wortegem-Petegem bleef zijn opbrengst zeer laag. Annabelle is gekend voor zijn eerder lange, fijne knollen (salad-aardappel).

Op beide locaties bleef zijn onderwatergewicht zeer laag met een gemiddelde van 320 g/5kg met 13% drijvers (dichtheid 1,06 kg/l). Daardoor bleef ook zijn blauwgevoeligheid extreem laag. Zijn smaak na koken bleef hang op een net voldoende score. Dit zijn we van Annabelle niet gewoon, want dit ras scoort normaal als één van de beste (ondanks een lager onderwatergewicht). Annabelle is duidelijk niet frietgeschikt. Op vlak van uitzicht, regelmaat en wasbaarheid scoorde deze variëteit goed; voor vlakheid van de ogen zeer goed. Op het pootgoed was aanzienlijk wat lakschurft aanwezig en dat was ook terug te vinden op de knollen na oogst.

Artemis

Artemis is een vroeg (vrij) vastkokend ras (bijna even vroeg als Première). Dit ras vormt minder stengels en knollen per struik (16 per struik in 2019). Daarom wordt ook een nauwere plantafstand van 30 cm in de rij geadviseerd. De opkomst verliep zeer vlot. Ondanks zijn vroegrijpheid (en in tegenstelling tot de voorbije proefjaren) verliep de afrijping minder snel. Let op met metribuzin in voor-opkomst.

Net zoals de voorbije 2 jaar kende Artemis op beide locaties een grote meeropbrengst van gemiddeld 55% ten opzichte van Charlotte. De combinatie van weinig knollen per struik en de nauwere plantafstand zorgde er opnieuw voor dat 72% van de opbrengst in de grove sortering zat. Voor afzet als echte tafelaardappel zou dit te grof kunnen zijn, maar voor thuisverkoop betekent dit dat bijna de volledige opbrengst in de gewenste maatsortering van 35-70mm.

Het onderwatergewicht lag dit jaar hoog, namelijk op 421 g/5kg zonder drijvers. De voorbije 2 jaar scoorde Artemis heel wat lager. Ondanks de hogere hoeveelheid droge stof bleef zijn blauwgevoeligheid zeer laag (kenmerkend voor dit ras). Opnieuw zagen we in 2019 zijn uitstekende frietgeschiktheid met een index van 1,5. Zijn smaak na koken varieerde van net voldoende tot (zeer) goed. Artemis kennen we ondertussen ook al van zijn zeer mooi ogende, regelmatige knolvorm. Enkel de vlakheid van zijn ogen scoort minder goed.

Dit alles bevestigt de resultaten van al de proefresultaten van de afgelopen jaren: hoge opbrengst, voldoende grof, voldoende onderwatergewicht, goede frietkwaliteit, overwegend goede kookkwaliteit en mooie regelmatige knollen.

Er werd gekozen om vooral rassen te beproeven die gekend zijn en eerder vastkokend.
Er werd gekozen om vooral rassen te beproeven die gekend zijn en eerder vastkokend. - Foto: Pixabay

Charlotte

Charlotte werd als referentieras gekozen voor de vastkokende aardappelen. Er werden geen problemen vastgesteld bij de opkomst. Het was wel één van de snelst afrijpende rassen (samen met Annabelle) omwille van zijn vroegrijpheid. Charlotte vormde een mooi aantal knollen per struik (22). Let op, dit ras bezit géén resistentie voor aardappelcystenaaltjes.

Charlotte haalde een opbrengst op de 2 locaties van gemiddeld 39,2 ton/ha (+35 mm zonder afval). Deze proefopbrengst kan naar de praktijk vertaald worden door aftrek van 20% (spuitsporen, kopakkers) en bedraagt dan 31,4 ton/ha (gemiddeld van 2015-2018 is 31 ton/ha). Vooral in Wortegem-Petegem bleef de opbrengst laag met ook weinig knollen in de sortering +50mm. Gemiddeld over beide locaties zat slechts 27% in de grove sortering. De volledige opbrengst behoorde tot de sortering 35-70mm wat ook gewenst is voor vastkokende aardappelen.

Charlotte haalde een onderwatergewicht van respectievelijk 355 en 396 g/5kg in Wortegem-Petegem en Langemark met nauwelijks drijvers (dichtheid 1,06 kg/l); dit in combinatie met een blauwgevoeligheid van gemiddeld 68. Zijn smaak na koken viel dit jaar wel tegen met net een ‘voldoende’ (cfr 2018). Er werd ook wat grauwverkleuring opgemerkt. Als typisch vastkokende aardappel scoort Charlotte toch vaak ook goed voor de frietkwaliteit wat ook in 2019 weer het geval was. Vooral in Wortegem-Petegem werd heel wat lakschurft en ook wat diepschurft waargenomen op de knollen. Hierdoor viel zijn uitzicht en wasbaarheid tegen. Charlotte haalde wel een goede score voor zijn regelmaat van vorm en vlakheid van de ogen.

In de groep van de bloemige aardappelen (frietgeschikt) werd Bintje als referentieras gekozen.

Bintje

Aangezien Bintje nog vaak gebruikt wordt als aardappel voor thuisverkoop, werd dit ras als referentie opgenomen voor de bloemige rassen.

Zoals we van Bintje gewoon zijn, verliep zijn opkomst heel snel in combinatie met een trage afrijping. Dit ras vormt een mooi aantal stengels (4,9 per struik) en veel knollen per struik (23). Daarom wordt Bintje, in tegenstelling tot veel andere (nieuwe) rassen, op een ruime afstand van 40 cm geplant (grotere potermaat). Bintje is zoals gekend vatbaar voor aardappelcystenaaltjes.

De netto-opbrengst (sortering +35 mm zonder afval) op de 2 proefvelden kwam in 2019 uit op respectievelijk 54,7 en 48,9 ton/ha in Wortegem-Petegem en Langemark. Deze opbrengst (onder ideale omstandigheden) is vergelijkbaar met een praktijkopbrengst van 41,4 ton/ha na aftrek van 20% (geen invloed van kopakkers, spuitsporen, …). Bijna de volledige opbrengst behoorde tot de sortering 35-70mm. Bintje haalde een mooie grove sortering van 63% (maar dus zonder veel +70mm). Van de 5 bloemige rassen in deze proef scoorde Bintje toch de op één na laagste.

Op beide locaties haalde Bintje een onderwatergewicht van 368 g/5kg met nauwelijks drijvers. Dit is lager dan de andere bloemige rassen. Het is gekend dat Bintje redelijk blauwgevoelig is. Met een lager onderwatergewicht haalt Bintje toch de hoogste blauwindex. Zijn frietkwaliteit was (zeer) goed met een enkele heterogene friet. Zijn smaak na koken was voldoende, maar Bintje kan beter qua kookkwalitiet. Typisch voor Bintje is de vele gewone schurft op de knollen.

Challenger

Challenger kennen we al langer als frietras voor de verwerking. Dit ras zien we ook opduiken in de thuisverkoop en werd daarom voor het tweede jaar op rij in deze proef mee opgenomen. Challenger vormt ook een hoger aantal knollen (23) en stengels per struik (5,3). Dit ras kende in 2019 een vlotte opkomst en een tragere afrijping. De sterke groei op het einde van het groeiseizoen is typisch voor Challenger. Net zoals Bintje wordt Challenger ruim geplant op 40 cm en heeft het ras geen enkele resistentie voor aardappelcystenaaltjes.

Op beide proefvelden werd een meeropbrengst gevonden ten opzichte van Bintje met een gemiddelde van +15%. 65% behoorde tot de +50mm en slechts 2% was iets te grof voor thuisvrekoop (+70mm).

Challenger haalde het hoogste onderwatergewicht in de proef met 410 g/5kg zonder drijvers. Toch bleef dit ras weinig gevoelig voor stootblauw (index 21). Zijn frietkwaliteit was uitstekend. Ook zijn smaak na koken scoorde (zeer) goed. Ondanks zijn hoger onderwatergewicht viel zijn meligheid na koken goed mee. Er werden geen knollen gevormd met interne bruinverkleuring door roest (Challenger is hier gevoeliger aan).

Jelly

Jelly werd in de praktijk vernoemd als vervanger voor Bintje. Daarom werd dit ras in 2019 opgenomen in de rassenproeven. Jelly werd al eerder in onze rassenproeven opgenomen bij de frietrassen voor de industrie (2006-2008). Toen bleek Jelly hoge opbrengsten te behalen met grove knollen, maar met vaak een te laag onderwatergewicht met een matige frietkwaliteit tot gevolg.

In 2019 zagen we een goede opkomst, samen met een trage afrijping (laatrijp ras cfr. Challenger). Jelly vormde een gemiddeld aantal stengels (4,9) per struik en een gmeiddeld aantal knollen met 16 per struik. Om niet te grof uit te groeien werd een plantafstand van 32 cm aangehouden voor de grotere potermaat.

Jelly kende een meeropbrengst ten opzichte van Bintje van maar liefst 38%. Op beide proefvelden haalde Jelly duidelijk de hoogste opbrengst en dit ook met grofste knollen. De nauwere plantafstand kon niet beletten dat toch 16% tot de zeer grove sortering +70mm behoorde.

Jelly haalde een voldoende onderwatergewicht van 387 g/5kg zonder drijvers. Zijn blauwgevoeligheid bleef ook op een laag niveau (index 27). De frietkwaliteit schommelde sterk tussen de 2 proeflocaties met respectievelijk een zeer goede score in Wortegem-Petegem en slechts een aanvaardbare kwaliteit in Langemark. Zijn smaak na koken was op beide locaties goed. Schurft werd niet veel gevonden op de knollen. De aardappelen zagen er ook heel mooi uit, met goede wasbaarheid en zeer mooie regelmaat.

Valencia

Valencia is een jonger ras en wordt in de praktijk nog niet veel geteeld. Valencia is een laatrijp ras dat in 2019 een vlotte opkomst kende, maar toch ook wel een versnelde afrijping (zeker in vergelijking met de andere rassen). Valencia vormde 15 knollen per struik en de geadviseerde plantafstand voor de grotere potermaat was 36 cm in de rij.

Zijn opbrengst viel in 2019 tegen met een minopbrengst van 8% ten opzichte van Bintje en hiermee de laagste opbrengst van de bloemige rassen in proef. Er zat ook zo’n 8% in de zeer grove sortering +70mm.

Ook zijn onderwatergewicht schommelde tussen beide locaties van 356 tot 398 g/5kg zonder drijvers. Zijn blauwgevoeligheidsindex lag op 53. Op vlak van frietkwaliteit scoorde Valencia (zeer) goed met enkele heterogene frieten. De smaak na koken scoorde in Wortegem-Petegem (zeer) goed, maar dan weer slecht in Langemark. Op het pootgoed van Valencia was er iets meer lakschurft aanwezig en dit was ook zichtbaar na oogst. Net zoals in 2018 vormt Valencia wel mooie, zeer regelmatige knollen met mooie schilkwaliteit en wasbaarheid.

Ook in 2018 waren er zowel voor opbrengst als kwaliteit grote verschillen tussen de beide proeflocaties (waarvan één beregend).

Victoria

Als laatste werd ook het dubbeldoelras Victoria mee opgenomen in de rassenproeven thuisverkoop (ook in 2017+2018). Dit ras werd heel wat jaren terug ook al geplant in onze proeven late friet (1998 tot 2002 en in 2005).

Victoria vormde weinig knollen per struik (11) en werd dan ook op een dichtere plantafstand van 34 cm geplant. Zijn opkomst verliep vlot en zette gelijktijdig met Challenger de afrijping in.

Op beide locaties werd een meeropbrengst gemeten met gemiddeld +11% ten opzichte van Bintje. 81% van de opbrengst behoorde tot de sortering +50mm. Door zijn grofte behoorde uiteindelijke 86% tot de gewenste sortering 35-70mm. Hierdoor komt de vermarktbare sortering van Victoria op gelijke hoogte met die van Bintje.

Zijn onderwatergewicht kwam gemiddeld uit op 376 g/5kg met nauwelijks drijvers. Zijn blauwgevoeligheid lag wel iets hoger bij dergelijk onderwatergewicht. Zijn frietkwaliteit was uitstekend en de smaak na koken was op beide locaties goed. Ook zijn uitzicht en regelmaat van vorm waren goed.

V. De Blauwer (Inagro), M. Peumans (PIBO), I. Eeckhout (PCA), P. Vermeulen (VTI)

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken