Startpagina Bedrijfsnieuws

Biotechbedrijf Biotalys (AgroSavfe) denkt klaar te zijn voor de markt

In Gent vinden we enkele opmerkelijke biotechbedrijven die wereldwijd hoge ogen gooien. Eén ervan is het ambitieuze Biotalys, tot voor kort AgroSavfe. Na enkele jaren van veelbelovend onderzoek en ontwikkeling staat het nu dichtbij de stap om zijn eerste product op de markt te brengen. De firma kondigt aan te zullen uitpakken met oplossingen die even effectief zijn als chemische bestrijdingsmiddelen en even veilig als biologische.

Leestijd : 6 min

AgroSavfe ontstond in 2013 als spin-off van het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie). Ze beschikt over een platform waarmee het biologische bestrijdingsmiddelen ontwerpt en ontwikkelt. Daarvoor haalt ze inspiratie uit het immuunsysteem van lama’s. Onlangs veranderde het bedrijf haar naam tot Biotalys.

Kantelpunt in bestaan

De firma doet denken aan Ablynx, een ander Gents biotechbedrijf. Dat maakt medicijnen, die eveneens zijn geïnspireerd op het immuunsysteem van lama’s. In 2018 is dat overgenomen door de Franse farmareus Sanofi voor 3,9 miljard euro. Daarbij kreeg dat bedrijf de volledige pijplijn van Ablynx, 45 onderzoeksprogramma’s, in handen.

Ook Biotalys staat voor een kantelpunt in zijn bestaan. Binnen een drietal jaar zou de firma met haar eerste product op de markt kunnen komen. 30 juli haalde ze alvast 35 miljoen euro op. Dat zal ze onder meer gebruiken voor de ontwikkeling, registratie en productie op volle schaal van een biofungicide en bio-insecticide. Het verst gevorderd is het fungicide, dat ze in 2022 op de markt zou brengen voor toepassing op groente en fruit in de VS; snel daarna zou ze het ook in Europa en elders uitrollen. Tevens zou dat geld dienen om de producten die nog in de pijplijn zitten, verder te ontwikkelen en op de markt te brengen.

Nieuwe CEO Patrice Sellès

Op 2 juli kreeg de firma een nieuwe CEO: Patrice Sellès. Hij heeft meer dan 17 jaar ervaring, in Europa en in de VS, bij Syngenta, een Zwitserse multinational die zaden en chemische gewasbeschermingsmiddelen produceert. In 2013 nam die firma DevGen over, eveneens een spin-off van VIB; die ontwikkelt gewasbeschermingsmiddelen op basis van RNA. “Ik vind het heel boeiend dat ik de kans krijg Biotalys te leiden in dit belangrijke stadium”, zei hij bij zijn benoeming. We kregen de kans hem uitgebreid te spreken.

Jullie zeggen dat jullie voedsel willen beschermen ‘van boerderij tot vork’.

Ongeveer 30% van al het voedsel dat we produceren, gaat verloren. We kunnen na de oogst geen chemische producten meer op het voedsel aanbrengen omdat de consumenten voedsel willen waarop geen sporen van chemicaliën meer te bespeuren zijn. Maar ónze molecule vindt zijn oorsprong in natuurlijke stoffen en wordt geproduceerd door fermentatie. Het is een eiwit, dat afbreekt aan de snelheid waarmee eiwitten gewoonlijk afbreken. Daardoor kunnen we in principe onze molecule tot veel verder in de voedselwaardeketen gebruiken. We hebben dan ook partners op verschillende plaatsen in de voedselwaardeketen. Samen met enkelen van hen onderzoeken we hoe we onze molecule niet alleen vóór, maar ook vlak ná de oogst kunnen gebruiken om het voedsel langer dan wat vandaag mogelijk is, te beschermen.

U test dat fungicide in ongeveer 100 veldproeven. Wat zijn de resultaten?

We toonden aan dat ons product op aardbeien even goed schimmel bestrijdt als enkele chemische producten die daar vandaag vaak voor worden ingezet, zowel bij gebruik van ons product alleen, als bij gebruik in combinatie met andere oplossingen bij geïntegreerde bestrijding. Bij druiven toonden we een gelijkaardig activiteitsniveau aan. Ten tweede hebben we bewezen dat we, bij geïntegreerde bestrijding, het niveau van detecteerbare, chemische residuen met 40 procent kunnen verminderen. En ten derde hebben we aangetoond dat we door het gebruik van het biofungicide, dat we beogen om in 2022 op de markt te brengen, de houdbaarheid kunnen verlengen. Wie bijvoorbeeld ons product gebruikt bij aardbeien, kan na enkele dagen 70 procent minder voedselverlies hebben. Er zijn nog andere veldproeven bezig; daarvan zullen we mogelijks binnen enkele maanden de resultaten rapporteren. Ons uiteindelijke doel is dat het de boeren zal helpen aan het eind van de rit de maximale waarde uit hun gewas te halen met een minimum aan residuen, zodat ze een hogere prijs kunnen vragen omdat de kwaliteit van de producten die ze op de markt aanbieden, zo hoog is.

In 2022 komt allicht jullie eerste product op de markt, een biofungicide. Welke kunnen we daarna verwachten?

Op dit moment zijn een biofungicide en een bio-insecticide verst gevorderd. Daarna komen allicht nog 2 bio-fungiciden, waarvan we nu de mogelijkheden testen. Die 2 hebben niet alleen potentieel voor de fruit- en groetenteelt, maar ook voor de sierteelt. Voorts zijn we bezig aan een biobactericide. We focussen op dit moment dus vooral op schimmels, insecten en bacteriën.

Op welke soorten bacteriën en insecten zal het zich richten?

Wat de bacteriën betreft, kijken we op dit moment vooral naar bacteriën die bederf veroorzaken bij onder meer verse appels en peren. Maar tegelijk zijn we alert voor andere kansen die zich, vanuit een marktperspectief, aanbieden. Het bio-insecticide en bio-bactericide richten zich op specifieke insecten en bacteriën, maar welke dat zijn, maken we op dit moment nog niet bekend.

We gebruikten vaak de term ‘bio’. Betekent dat dat het product gecertificeerd zal zijn voor gebruik in de biologische landbouw?

Daar werken we aan. Het is niet gemakkelijk, vooral in Europa, om een biocertificaat te krijgen. Wat we op de markt brengen, is heel nieuw. Wat bestrijdingsmiddelen betreft, heb je aan de ene kant de chemicaliën waarvan sommige, zoals kopersulfaat, mogen gebruikt worden in biologische landbouw. Aan de andere kant heb je de microbiële stoffen, plantenextracten en micro-organismen. Wat wij gaan brengen, echter, is een eiwit dat als het ware tussen die twee bestaande types in zit. Het biedt het beste van beide werelden: het heeft het activiteitsniveau van chemische bestrijdingsmiddelen en de veiligheid van microbiële en plantaardige. Doordat het zo nieuw is, bestaat er nog geen regelgeving om deze molecule op de markt te brengen.

In de VS kijkt de regelgever naar het eindproduct: als dat een eiwit is, zoals ons product, maakt het een vrij grote kans gebruikt te mogen worden bij bioproductie. Maar in Europa kijken ze ook hóe dat eiwit tot stand is gekomen. Nu komen eiwitten zoals de onze tot stand door fermentatie, een algemeen gebruikt proces dat ook voorkomt bij de productie van bier of kaas. En de micro-organismen die we daarvoor gebruiken, zijn over het algemeen genetisch gemodificeerd, zodat ze deze eiwitten kunnen aanmaken. We overleggen daaromtrent met de regelgever, en weten nog niet of we het op de biologische markt zullen kunnen aanbieden.

Maar eigenlijk richten we ons sowieso vooral op de conventionele markt, omdat daar een grotere stap voorwaarts te maken is. Daar gebruiken mensen gewoonlijk veel chemicaliën, wat detecteerbare residuen geeft op het fruit en de groenten. Dat betekent niet dat die residuen gevaarlijk zijn, maar de consumenten maken zich er wel zorgen over. Boeren in de conventionele landbouw kunnen met onze producten het gehalte aan zulke residuen verminderen.

Als het net zo effectief is als de chemische producten en net zo veilig als de biologische en bovendien competitief op vlak van prijs, betekent dat dat ons binnen de tien jaar op dat vlak een revolutie staat te wachten?

We streven niet naar een revolutie, maar naar een transformatie. We zijn niet de enige oplossing: zo is er de tendens naar precisielandbouw - er zijn steeds meer digitale oplossingen die de boeren ondersteunen. Er zijn ook steeds meer andere microbiële stoffen op de markt. Elk daarvan zal een deel van de oplossing zijn. Maar het zijn wel wij die vandaag in deze sector beschikken over een uniek platform dat steeds weer nieuwe actieve ingrediënten tegen specifieke ziekten kan ontwikkelen. Dat platform helpt ons om toegang te krijgen tot een bijna eindeloze pijplijn aan producten die een oplossing bieden voor de agro- en voedingssector.

Ooit sprak ik met de CTO van Umicore. Hij zei dat de sterke aandacht van dat bedrijf voor duurzaamheid hen helpt om beter personeel aan te trekken.

Bij ons is het precies hetzelfde. En duurzaamheid is de kern van wat we proberen te bereiken. We hebben producten nodig die vanzelf verdwijnen, zonder enige impact op het milieu: niet in het water, niet op het ecosysteem, niet op de bijen, zonder negatieve impact op de biodiversiteit en dergelijke. Je wil dat de producten doen wat ze moeten doen, en dan vanzelf verdwijnen.

Biotalys groeide de afgelopen achttien maanden van ongeveer 20 naar 40 mensen. Dus het bedrijf is geen startup meer, het is zich aan het ontwikkelen en doet dat dankzij het enthousiasme van de mensen in dit bedrijf. Dat is van cruciaal belang om het succesrijk te laten zijn. Dat we dit product hebben en voor deze mijlpaal staan, zou niet mogelijk zijn geweest zonder het enthousiasme van dat team.

Koen Vandepopuliere

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken