Startpagina Covid 19

Interview Willem ter Heerdt (ING): ‘Voedingssector komt goed door de crisis heen’

De voedingssector draait overuren om de hamsterende consument te bedienen. Tegelijk ziet de sector zich gesteld voor grote uitdagingen in binnen- en buitenland. Volgens Willem ter Heerdt van ING, een belangrijke financier van de agribusiness, is het spel door corona even volledig veranderd.

Leestijd : 5 min

H et coronavirus zet alles op zijn kop. De voedingssector en landbouw worden op diverse manieren geraakt, aldus Willem ter Heerdt van ING, die positief is over de perspectieven.

Hoe denkt u dat de coronacrisis de voedingssector raakt?

Om te beginnen valt de out-of-home markt grotendeels weg, in zo goed als heel Europa en ook daarbuiten. Dan spreek je over horeca - hotels, café’s en restaurants. Maar je spreekt ook over grootkeukens, die koken voor het personeel van grote bedrijven en organisaties zoals ziekenhuizen. Vliegtuigcatering: tsja, daar is nu ook niets van over. Tegelijk zien we mensen massaal hamsteren in supermarkten. Het aanbod verschuift dus van het één naar het ander.

Het lijkt me netto nadelig.

Wat dat netto betekent voor de foodsector, valt nog niet te zeggen. Het is natuurlijk zo dat je in principe meer verdient in de horeca dan in de supermarkt. Een deel van de bedrijven bedient alleen het een of het ander, maar een deel bedient beiden of kan nu switchen. Maar dat kan niet altijd. De vraag naar kip was de afgelopen weken groter dan het aanbod, want daar koken we thuis vaak mee. De vraag naar biefstuk daarentegen staat onder druk. In elk geval staat voor mij als een paal boven water: als er een sector is die sterk uit deze crisis komt, is het wel onze sector. De landbouw en voedingssector gaan door, komen er door.

Omdat mensen blijven eten?

Omdat mensen blijven eten inderdaad, maar dat is niet alles. Het is ook een sector die helaas gewend is aan crises. Als wij als ING nu klanten bellen in andere sectoren is men soms verbaasd en bezorgd en heeft men vaak niet direct een antwoord op de vraag hoe we er samen door gaan komen. Onze sector is het gewend, is proactief, trekt direct haar plan. Het is ook de eerste crisis die ik me kan herinneren waar de sector positief gediscrimineerd wordt, door overheid en beleid.

Hoe bedoelt u?

Bij voedselcrises, dierenwelzijnscrises, komt de sector er niet goed uit. Bij een financiële crisis is de voedingssector een sector die volgens iedereen niet geïmpacteerd wordt. Maar in deze crisis wordt de sector direct gepromoot als een sterke sector, een essentiële sector, een sector die moet worden gefaciliteerd omdat er zoveel vanaf hangt. Banen, omzet… Het mag gezegd worden: België mag blij zijn dat ze zo’n sterke voedingssector heeft, want het is een zeldzame sector die hier echt goed doorheen gaat komen.

Wordt de weggevallen consumptie in de horeca straks goedgemaakt?

Ik vrees dat dit niet zo zal zijn. Mensen zullen misschien meteen na de lockdown het er even goed van nemen, maar daarmee compenseer je maanden stilstand helaas niet. In mijn gesprekken met de leveranciers van de horeca, dan hoor ik toch vaak dat het een verloren jaar is. Onderschat ook niet het effect van het toerisme… komen die Japanners nog naar Gent? Lopen er straks Amerikanen en Italianen over de Grote Markt in Brussel? Ik betwijfel het.

Voor iedereen is het economisch perspectief onzeker.

Mensen worden van zo’n crisis onzeker, ook al behouden ze zelf hun baan. Economen spreken over een diepe recessie en dat stemt mensen voorzichtig. En op dit moment weet je als toerist zelfs niet zeker of je nog naar huis kunt.

Behalve de out-of-homemarkt… hoe wordt de sector nog meer geraakt?

Het is voor bedrijven een grote uitdaging om voldoende personeel in de fabrieken te hebben, en voor landbouwers is het spannend of ze voldoende seizoenarbeiders voor in het veld krijgen. Ik ken een bedrijf in de voedingssector waar de vraag met 25% is toegenomen door de lockdown, maar door het coronavirus ook 25% van de werknemers thuis zit. Dan zit je dus wel met een groot probleem, zeker als sommige van de mensen die uitvallen een rol spelen die je niet zomaar even kunt overnemen…

Welke oplossing ziet u, ook voor seizoensarbeid?

Uiteindelijk zijn heel veel mensen nu tijdelijk of helemaal werkloos. Ik denk dat dit reservoir moet worden aangesproken. Lokaal, want je kunt mensen niet van Antwerpen naar ergens diep in Limburg sturen. Kijk naar de grote groenteverwerkers in West-Vlaanderen… in die provincie zijn nu ook veel bedrijven gesloten. Er zitten mensen thuis.

De overheid moet die mensen stimuleren aan de slag te gaan, in een prachtige sector. Naast de verschuiving van de out-of-home markt naar de supermarkten en het personeel, is er nog de uitdaging in de logistiek.

Grenzen zijn dicht…

Sinds de coronacrisis in China begon, in Wuhan, is de logistiek in Azië bemoeilijkt. Havens lagen of liggen half stil. Er kwam eenvoudigweg een tekort aan containers. Dat probleem is versterkt sinds ook in de EU de poppen aan het dansen zijn, en in de VS. Chauffeurs staan voor dichte grenzen, of staan enorm lang in de file bij grenzen. Chauffeurs mogen soms niet uitstappen om te lossen. Het is allemaal wat moeilijker dan gewoon.

De Vlaamse voedingssector is enorm afhankelijk van de export. Verwacht u dat de export na de crisis zal aantrekken naar oude niveaus?

Het is nog te vroeg om daar uitspraken over te doen. In principe blijft handel doorgaan, daarvan ben ik wel overtuigd.

We produceren nu eenmaal niet allemaal hetzelfde, of even efficiënt.

Inderdaad. Het is denk ik wel zo dat de samenleving en bedrijven de achterkant van de medaille van globalisering zien. Ik denk dat die bewustwording wel gevolgen kan hebben voor de wijze waarop mensen consumeren, produceren en ook hoe bijvoorbeeld machinebouwers hun toevoerketen inrichten.

Zijn er sectoren in de landbouw of voedingsketen die nu bijzondere aandacht verdienen?

Alle sectoren hebben zo hun uitdagingen en kansen maar ik ben toch wel bezorgd over de aardappelsector. De Belgische producenten zijn vooral gericht op de retail, maar een niet onaanzienlijk gedeelte gaat toch naar de out-of-home markt. Ik denk dat ruim de helft van de markt voor friet bestaat uit de buitenhuismarkt. Nederlandse producenten zijn meer dan Belgische producenten afhankelijk van de internationale fastfoodketens. Maar ik vrees enerzijds een waterbedeffect als Nederland met heel veel aardappelen blijft zitten, en anderzijds dat toch ook de Belgische export onder druk komt.

Jan Cees Bron

Lees ook in Covid 19

Meer artikelen bekijken