Conclusies uit vragenlijst over resistente grassen
Steeds meer Vlaamse graantelers melden percelen waar grassen moeilijk onder controle te krijgen zijn. Uit een enquête binnen het Grassweeds Project (Straits Committee), uitgevoerd door onder andere Inagro en UGent, blijkt dat vooral duist, Italiaans raaigras en windhalm hardnekkige problemen veroorzaken. Tegelijk groeit ook het inzicht in wat wel werkt.

De meeste ingezette actieve stoffen zijn flufenacet, diflufenican, chloortoluron en de ACCase-remmers. Glyfosaat wordt veel voor de teelt gebruikt, om het veld onkruidvrij te zetten voor zaai. Veel landbouwers merken echter dat de werking afneemt. Dat wijst op een groeiende aanwezigheid van herbicideresistente grassen.
Uit de bevraging blijkt bovendien dat landbouwers het belang van niet-chemische maatregelen erkennen. De meest ingezette alternatieven zijn ruimere gewasrotatie, vals zaaibed en verlaat zaaien. De grootste drempels blijven echter tijd, weer en betrouwbaarheid van de alternatieve methodes. Tegelijk groeit de overtuiging dat een geïntegreerde aanpak de beste garantie biedt voor duurzame onkruidbeheersing, waarbij het combineren van methodes loont. Dit is vergelijkbaar met de ruimere Noordzee-regio. In het Verenigd Koninkrijk is de resistentie tegen ALS- en ACCase-remmers bevestigd door testen en ruim aanwezig, maar ook in de regio Pas-de-Calais (Frankrijk) en Zeeland (Nederland) is het probleem vergelijkbaar met Vlaanderen. Overal is er een sterke afhankelijkheid van chemische bestrijding, al groeit ook daar de interesse in niet-chemische alternatieven.
Uit de antwoorden blijkt ook dat de Vlaamse akkerbouwers bereidheid tonen tot samenwerking en kennisuitwisseling. Via studiekringen, gesprekken met familie en vrienden en praktijkgericht onderzoek delen telers steeds vaker hun ervaringen en oplossingen. Door kennis te bundelen en strategieën slim te combineren, blijft de beheersing van probleemgrassen haalbaar.
Dit onderzoek maakt deel uit van het project Grassweeds, medegefinancierd door het Initiatief voor Kleinschalige projecten van het Comité van de Kanaalzone aan de Noordzee door de provincies West-en Oost-Vlaanderen, de provincie Zeeland (Nederland), Département du Pas-de-Calais (Frankrijk), en Kent County Council (Verenigd Koninkrijk).





