Startpagina Covid 19

VanDrie slacht veel minder dan anders, vreest miljoenenstrop

Kalfsvleesproducent VanDrie slacht nog maar 3 tot maximaal 4 dagen per week, in plaats van 5. Door de coronacrisis is de afzet naar de horeca – goed voor circa 40% van de omzet – zo goed als weggevallen. Het bedrijf zou commercieel gezien eigenlijk nog minder moeten slachten, maar dat gaat niet, legt directeur corporate affairs Marijke Everts uit, want dan komt de hele keten in gevaar.

Leestijd : 3 min

VanDrie is de grootste kalfsvleesproducent van Europa. Het van origine Nederlandse bedrijf heeft in België een slachthuis in Hasselt. Het bedrijf kan niet zomaar kalverhouderijen die het als integrator controleert, stopzetten. Of de melkveehouderij daarvoor. Dat willen we ook niet. We moeten naar de toekomst toe de hele keten zo goed mogelijk in stand houden. Een keten is maar zo sterk als de zwakste schakel. Daarom draaien we zoveel we kunnen door.”

De verkoop aan restaurants en catering zijn zo goed als stilgevallen in heel Europa, bevestigt Everts. “Dat is normaal toch zo’n 40% van onze omzet. In supermarkten verkopen we nog wel, maar dit zijn toch de wat goedkopere delen. Bovendien: kalfsvlees heeft geen goedkoop imago, en in tijden van onzekerheid laat men dat sneller liggen. Men winkelt nu ook sneller.”

Italiaanse markt

Een tweede probleem is de Italiaanse markt. Hoewel VanDrie vooral in Nederland en België produceert, zit de consumptie eerder in Frankrijk, Italië en Duitsland. VanDrie exporteert daarom het overgrote deel van haar productie. “Ook hier geldt: de supermarkten kopen nog wel, maar de horeca ligt stil.” Een tweede probleem: “de modemerken in bijvoorbeeld Italië en Spanje kopen ook even geen of weinig kalfsvellen. Een nevenproduct, maar wel belangrijk voor onze totale som.”

Een voordeel is dat VanDrie terugblikt op goede resultaten. In 2018 steeg de omzet bijvoorbeeld met 4% tot 2,2 miljard euro. De winst nam toe met 300.000 euro tot 92,3 miljoen. De schuldgraad is in orde. Van 2019 maakt VanDrie nog geen cijfers bekend. Het bedrijf heeft ook als voordeel dat het eigendom is van een familie, die minder op de cijfer drukt dan bijvoorbeeld het geval is bij een beursgenoteerd bedrijf.

Een groot deel van de productie stuurt VanDrie naar de vrieshuizen. Vooralsnog is daar geen capaciteitstekort, aldus Everts. “Maar er komt een moment dat we door de concurrentie op die opslagmarkt met andere vleesproducenten, de frietindustrie etc. toch tegen limieten aanlopen. Hopelijk kan de horeca snel weer gedeeltelijk geopend, op een veilige manier.”

Financieel zwaar jaar

Financieel zal 2020 een gitzwart jaar worden, erkent Everts. “De paar maanden stilstand in 2020 gaan we nog 2 tot 3 jaar met ons mee dragen. Ook omdat door de onzekerheid en straks de recessie die volgt het consumentenvertrouwen weg valt, en men dus een ‘luxe’-product sneller laat staan. De volumes die we nu niet verkopen, worden straks ook niet of nauwelijks meer ingehaald. Misschien dat mensen even wat meer naar restaurants gaan, na de lockdown, maar dat zal vrees ik een druppel op de gloeiende plaat zijn.”

Die 40% neemt van een omzet van 2,2 miljard, begrijpt dat het om een groot verlies kan gaan.

Groeimarkten in het Oosten

Bieden Aziatische markten geen oplossing? Al jaren neemt VanDrie deel aan ongeveer elke handelsmissie, zelfs naar landen die nog gesloten zijn voor Nederlands of Belgisch kalfsvlees. Sinds 2018 zijn de Chinese, Japanse en Koreaanse markt geopend. Het zijn markten waar VanDrie jaarlijks groeit.

“Fantastisch nieuws natuurlijk”, zegt Everts. “Het zijn grote landen met koopkracht. De afzet daar is echter wel een kwestie van lange adem. Er is een culinaire kloof… consumenten, zelfs chefs kennen het product nauwelijks. in China hebben we zelfs het woord voor kalfsvlees moeten uitvinden. De volumes blijven beperkt.”

Everts hoopt dat Europees aan noodsteun voor de sector wordt gewerkt. “Anders gaat een mooie sector in de problemen komen.”

Jan Cees Bron

Lees ook in Covid 19

Meer artikelen bekijken