Startpagina Actueel

Krijgt ‘hop’ een plantenpaspoort? Commerciële meerwaarde versus gecertificeerde kwaliteit

“De commerciële meerwaarde van Vlaams uitgansmateriaal moet altijd worden afgewogen tegen gecertificeerde kwaliteitsnormen.” Dat is het antwoord van Vlaams landbouwminister Hilde Crevits op de vraag van partijgenote Loes Vandromme (CD&V) over de al dan niet invoering van een plantenpaspoort voor hop.

Leestijd : 5 min

In de commissie Landbouw in het Vlaams parlement bracht Vlaams parlementslid Loes Vandromme (CD&V) nog eens de ‘hop’ onder de aandacht. “Poperinge is niet alleen de hoofdstad van het goede leven, de stad is ook het epicentrum van de Belgische hop. Hop is een van de belangrijkste basisingrediënten voor de productie van bier, maar dat wisten jullie wellicht al. Samen met de hoptelers en begeleidende instanties ijvert de stad Poperinge al vele jaren voor het behoud van de Belgische hop en werkt men aan een toekomstgerichte en stevige positie op de internationale hopmarkt”, aldus Loes Vandromme.

Loes Vandromme.
Loes Vandromme. - Foto: Belga

“Buitenlandse onderzoekscentra zijn er al langer mee bezig, maar recent werd ook in België een eigen veredelingsprogramma opgestart. Dat is een goede zaak want nieuwe hopvariëteiten uit buitenlandse centra kunnen alleen in het land van herkomst geteeld en gecommercialiseerd worden.”

Projectdossier HopBel

Samen met een aantal copromotoren zoals onder andere Inagro vzw en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), richtte Poperinge een eigen veredelingsprogramma op en werd via het Europees subsidieprogramma LEADER een projectdossier ‘HopBel - ontwikkelen van streekeigen Belgische hopvariëteiten’ ingediend. Het project werd goedgekeurd en kon op 1 januari 2020 van start gaan.

“Ondertussen stelt men op het terrein vast dat steeds meer hoptelers hopplanten vermeerderen en verkopen op hun eigen bedrijf voor particulier of professioneel gebruik zonder bijhorend essentieel plantenpaspoort. Bij verkoop en transport binnen de EU moeten bepaalde plantensoorten, waaronder ook plantmateriaal voor hop, vergezeld zijn van een plantenpaspoort. Hop is weliswaar een paspoortplichtige plant maar toch bestaat hier geen Vlaamse reglementering voor.”

Officiële certificering?

“Tot voor kort vormde er zich geen probleem omdat er geen vermeerdering of verkoop van plantmateriaal gebeurde, maar sinds een tijdje is deze situatie dus gewijzigd. De stad is samen met de betrokken hoptelers en de begeleidende instanties dan ook vragende partij om te voorzien in de nodige Vlaamse reglementering onder de vorm van een Vlaams besluit. Zo kan de officiële certificering in Vlaanderen gebeuren, wat een noodzaak is voor de ontwikkeling en verdere commercialisering van streekeigen hopvariëteiten.”

Vlaams landbouwminister Hilde Crevits.
Vlaams landbouwminister Hilde Crevits. - Foto: LV

“Het gebeurt eigenlijk zeer zelden dat een sector zelf aan de overheid vraagt om regels in te voeren. Meestal pleiten ondernemingen voor minder overheidsregels, maar in dit dossier wordt de vraag gesteld in het belang van de gehele sector”, antwoordt Vlaams Landbouwminister Hilde Crevits.

De bedoeling van het certificeren van planten is te voorzien in een kwaliteitscontrole op het teeltmateriaal voordat het in de handel komt. Voor een aantal plantensoorten is dat door de Europese Unie ook verplicht maar voor hop niet. Bij certificering wordt een kwaliteitscontrole gedaan die breder gaat dan alleen een controle op de gezondheid van de planten en op de aanwezigheid van schadelijke organismen. Ook kwaliteitskenmerken zoals de rasidentiteit, raszuiverheid en andere fysische kenmerken van het materiaal worden er gecontroleerd.

Overleg met hopsector

“Certificering van het plantgoed garandeert de hopteler ook dat hij zijn teelt start met kwaliteitsvolle planten. Onze administratie bekijkt op dit ogenblik op welke manier we al dan niet gevolg kunnen geven aan de vraag. Door de coronacrisis is dat niet zo evident, maar we gaan toch op korte termijn in overleg met de sector. Belangrijk is wel om altijd voor ogen te houden dat, als we nieuwe regelgeving willen introduceren die niet door een Europees kader wordt verplicht, dat geen concurrentienadeel mag veroorzaken bij onze Vlaamse ondernemers door hun regels op te leggen die hun collega’s in Wallonië of in de rest van de Europese Unie niet moeten volgen.”

“We moeten dat dus afwegen tegenover de commerciële meerwaarde van Vlaams uitgangsmateriaal aan bepaalde gecertificeerde kwaliteitsnormen. Aan die overheidsregels is ook een kostenplaatje verbonden, want de kosten om plantmateriaal te certificeren worden doorgerekend aan de vermeerderaars van de hopplanten zelf. Collega Vandromme, het is dus echt van belang dat we zeer goed de pro’s en contra’s voor iedereen gaan afwegen. Ik ben zeker bereid om dat te doen, u vraagt mij dat ook, maar ik zal dat niet top-down doen. We zullen dat samen met de sector doen en zullen dat alleen maar doen als al die pro’s en contra’s goed zijn afgewogen en dit wordt gedragen in de sector.”

Over de verschillende rassen die binnen het door u vermelde project van de vzw worden ontwikkeld, hebben we vandaag nog niet alle informatie. Het project is gestart op 1 januari en plantenveredelingsprocessen zijn altijd een werk van lange adem, met bijzonder veel geduld en soms ook wel met vallen en dan altijd weer opstaan. Dat zal in dit geval niet anders zijn. Sommige kruisingen met het oog op nieuwe rassen zullen veelbelovend zijn, andere zullen in de evaluatie ervan sneuvelen. Daarom zal het nog wel enige tijd vergen, denk ik, vooraleer er nieuwe Vlaamse hoprassen zijn die op commerciële schaal voor de productie van hop zullen worden uitgeplant. We houden dit echter heel nauwlettend in de gaten.”

Harmonisatieverordening

“De Vlaamse hopmeesters komen inderdaad meer en meer onder financiële druk te staan door gelijkaardige programma’s in het buitenland die nu worden afgeschermd voor onze telers”, gaat Joris Nachtergaele (N-VA) verder in op het onderwerp.

Joris Nachtergaele.
Joris Nachtergaele. - Foto: Belga

“Ik heb twee bijkomende vragen. De eerste vraag gaat erover dat er een Europese harmonisatieverordening is. En dan heb je het Vlaamse niveau, dat verantwoordelijk is voor de certificering. Je hebt ten slotte het federale niveau, dat verantwoordelijk is voor de controle van de fytosanitaire status. Werkt die versnippering niet vertragend? Zou de fytosanitaire controle ook niet beter Vlaams gebeuren? Ik had daarover graag uw insteek gehoord. Dit project loopt nu tien jaar, en de totaalkost van het project is 78.400 euro. Ik begrijp dat men via LEADER 50 procent wil bekostigen.”

Helder en goed opvolgbaar

“Er zijn op dit moment besprekingen aan de gang tussen het federale niveau en de gewesten over de implementatie van die nieuwe plantengezondheidsregels. Ik denk dat ik daar met jullie ook al even over van gedachten heb gewisseld”, antwoordt Vlaams landbouwminister Hilde Crevits. “Die bevoegdheidsverdeling is duidelijk, maar het belangrijkste voor mij is dat dat niet tot complexiteit leidt voor de telers, en dat het voor hen allemaal helder en goed opvolgbaar is. Daarom duren de besprekingen iets langer, om uiteindelijk tot eenvoudige oplossingen te komen. Wat de LEADER-projecten betreft: die vallen onder de bevoegdheid van collega Demir, dus u zult die zaken met haar moeten bespreken.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken