Nieuwe variëteiten ontdekken bij Aveve

In het gamma van Aveve zitten enkele nieuwe variëteiten als aanvulling of opvolging van bekende rassen.
In het gamma van Aveve zitten enkele nieuwe variëteiten als aanvulling of opvolging van bekende rassen. - Foto: TD

Alvorens vooruit te kijken naar wat de genetica ons brengt blikte Toon Kerkhofs (Technisch manager Aveve zaden) eens terug welke teeltperiode voor granen we achter de rug hebben.

Voor de uitzaai van gerst werden we de eerste 3 weken van september geconfronteerd met een warme droge periode. Hierna volgden 2 weken regen. De gerst kende zo een lange uitzaaiperiode. Voor de wintergerst is er wel een tendens naar minder vroege inzaai merkbaar. Dit door de zachte winters die sterk ontwikkelde wintergerst in het vroege voorjaar geeft, waardoor de gerst ook ziektegevoeliger is. Bijkomend kan een latere zaai, zelfs één week, helpen om een verminderd risico te hebben op dwergvergeling.

De wintertarwezaai is doorgaans onder degelijke omstandigheden op een normaal tijdstip kunnen gebeuren. Enkel waar laat gezaaid is (november-december) door bijvoorbeeld een late aardappeloogst, is het resultaat slechter. Overvloedige neerslag na zaai kon hier zorgen voor een dichtgeslagen zaaibed.

We hebben ook een lange, natte winter achter de rug. Zeker de eerste helft van maart was nat zodat de eerste stikstoffractie laat gegeven is. Concluderend kunnen we zeggen dat waar laat gezaaid is, laat een eerste stikstoffractie is gegeven, we dit jaar een merkelijk dunnere gewasstand merken in de tarwe.

Van 20 maart tot begin juni viel er dan weer nauwelijks neerslag. Deze vroege droogte was vooral problematisch voor de opkomst en onkruidbestrijding in de voorjaarsteelten. De wintergranen hebben het voordeel in het voorjaar al dieper geworteld te zijn. Op diep bewortelbare en goede gronden zal het effect van de droogte dus een mindere invloed op het graan hebben gehad. Gronden met structuurschade of zandbodems laten een groter effect van de droogte in het graangewas zien.

Toon Kerkhofs wees ook op problemen die in de praktijk gemeld worden met plantuitval door ritnaalden. Deze kunnen voorkomen na oud grasland. Maar ook de bonenvlieg zorgt voor plantuitval. Het risico is groter als er meer organisch materiaal te vinden is, bijvoorbeeld na een voorteelt suikerbieten. Als remedie hiertegen wees Toon Kerckhofs op de zaaizaadbehandeling met het insecticide Langis. Dit is ook erkend tegen de smalle graanvlieg.

Wintertarwe

Crossway is een eerste nieuwe wintertarwe in het aanbod van Aveve. Toon Kerkhofs noemt het een interessant ras daar het een baktarwe is met een goed hectolitergewicht en dus een goede kwaliteitstarwe is. Het is een ras dat resistent is voor de oranje tarwegalmug en het kan ook stevig tegen gele roest. Hij concludeert dat het een baktarwe is die toch goede opbrengsten scoort.

Nog een nieuwe tarwe is LG Lunaris die zich veelbelovend uit voor de korrelopbrengst. LG Lunaris bezit het Pch1-gen dat betekent dat het ras resistent is tegen oogvlekkenziekte. Tevens is er resistentie tegen de oranje tarwegalmug. Het gezonde karakter en de legervastheid maakt het een goed ras voor de IPM-teelttechniek. Aangeraden wordt het ras vroeg tot op een normaal tijdstip te zaaien, maar zeker niet te laat. Het ras stoelt moeilijker uit, dus moeten we het nog wat de kans geven in het najaar om uit te stoelen. Echter zijn het wel zware aren met veel korrels per aar.

Een derde nieuwe wintertarwe is SU Ecusson, een voeder- en biscuittarwe. In tegenstelling tot LG Lunaris is dit wel een goede uitstoeler. SU Ecusson scoort goed op bladgezondheid en biedt een stevige weerstand tegen de vroege bladziekten.

KWS Emerick is nog een nieuwe wintertarwe, een baktarwe die kwaliteit biedt. Het ras biedt een hoge opbrengst en een hoog eiwitgehalte dankzij de hoge stikstofbenutting. De fusariumtolerantie maakt het ras uitstekend geschikt als baktarwe én als tarwe na maïs. Hiernaast is er een zeer goede tolerantie voor gele roest.

Biotarwerassen

Ter volledigheid nog meegeven dat Aveve 2 nieuwe wintertarwes voor de biologische teelt in het aanbod heeft opgenomen. Een eerste is de variëteit Posmeda, een voeder- en baktarwe. Een hoog eiwitgehalte wordt gecombineerd met een hoog hectolitergewicht en een hoge stro-opbrengst. Een tweede nieuwe biologische variëteit is Imperator. Deze is resistent aan de oranje tarwegalmug, heeft een hoge bladgezondheid en een goede legervastheid.

Hybride wintergerst

Aveve heeft een nieuwe hybride wintergerst in het aanbod, SY Baracooda. Dit is een hybridegerst van de derde generatie en is interessant om te positioneren in moeilijke omstandigheden zoals bij droge gronden. Toon Kerkhofs wees ook op de aangepaste teelttechniek die aangehouden moet worden voor hybride rassen. Zo is vooreerst de zaaidichtheid lager (180 korrels/m2) maar belangrijk is ook om de eerste stikstoffractie te verlagen ten opzichte van een klassiek ras en dan de tweede fractie te verhogen. Dit wordt gedaan omdat hybriderassen sowieso al een sterke uitstoeling hebben van nature. Via deze ingreep wordt de kans op legering tegen gegaan. SY Baracooda is een lange voedergerst met dus veel stro-opbrengst.

Nieuwe wintergerstvariëteiten

Een nieuwe klassieke wintergerst bij Aveve is het ras Sensation. Toon Kerkhofs wijst meteen op het dubbeltolerante karakter van de variëteit. Sensation is namelijk tolerant aan het dwergvergelingsvirus én aan het gele mozaïkvirus type 2. In bepaalde regio’s duikt dit heel vroeg in het jaar, februari-maart, op. Na het oprichten van het gewas is dit niet meer te zien. De opbrengstderving zit op zo’n 5 à 10%, maar omdat je het verschijnsel dan niet meer in het gewas ziet, wordt vaak de link niet gelegd met het gele mozaïkvirus type 2. Met deze eigenschap is het een gezonde wintergerst geschikt voor een IPM-bewuste teelttechniek. Sensation is een Frans type, een zeer vroege en korte voedergerst en komt van de Duitse kweker DSV.

Opbrengstfactoren wintertarwe

Toon Kerkhofs waagde zich even aan een voorspelling wat de graanopbrengst dit jaar kan zijn. Al is hij nuchter genoeg om te beseffen dat de opbrengst pas definitief te zien is op de weegbrug.

Om de opbrengst in te schatten zijn er enkele factoren die in acht genomen moeten worden. Een eerste is het aantal aren per vierkante meter. Ideaal ligt dit bij een 400 à 500 aren/m2. Maar net dit gegeven kan dit jaar een beperkende factor zijn voor de opbrengst. De rassen die een betere uitstoeling hebben, zullen vermoedelijk een betere opbrengst laten noteren in 2020.

Een tweede opbrengstbepalende factor bij wintertarwe zijn het aantal korrels per aar. Ideaal zijn 50 tot 80 korrels per aar. Vermoedelijk ligt dit jaar hier het probleem niet.

Een derde factor die een grote invloed heeft op de kilogramopbrengst is het duizendkorrelgewicht. Dit gaat van 35 tot 52 gram. De regen van begin juni zal een extra stimulans geweest zijn voor de korrelvulling bij tarwe, maar zal net te laat gekomen zijn voor de gerst.

Toon concludeert dat op de betere gronden de wintergerst nog een behoorlijke opbrengst zal leveren. Naar gelang de grond lichter wordt, zullen de resultaten minder worden. Om de tarweopbrengst in te schatten zal de mate van uitstoeling bepalend zijn.

Tim Decoster

Meest recent

Meest recent