Startpagina Akkerbouw

Landbouw en natuur rendabel verzoenen, het kan!

Landbouw en natuur staan vaak lijnrecht tegenover elkaar. Dat hoeft echter zo niet te zijn. Met het project ‘Vijfsterrenlandschap voor Boer en Natuur’ wil regionaal landschap Dijleland zich inzetten voor boerennatuur. Ze stimuleren landbouwers om maatregelen te nemen voor de natuur. Door bijvoorbeeld voedsel te voorzien, maar ook door nestplaatsen onverstoord te laten of ruimte voor nestplaatsen te creëren. Landbouwers worden hierin ondersteund, en worden geholpen in de kosten.

Leestijd : 7 min

Weilanden, akkers en graslanden tekenen het Vlaams-Brabantse landschap. Bijna twee derde van de oppervlakte is er bestemd voor agrarisch gebied. Veel soorten, waaronder akker- en weidevogels, zijn afhankelijk van deze biotopen. Landbouwers kunnen verschillende maatregelen nemen op hun erf om die soorten – en dus de biodiversiteit – te behouden en te ondersteunen. Hagen, heggen en houtkanten kunnen schuilplaatsen bieden voor bijvoorbeeld vogels. Bloemenrijke akkerranden kunnen insecten aantrekken en door in de winter de wintergranen te laten staan, wordt er voor voldoende voedselaanbod gezorgd. Er zijn dus talrijke voorbeelden van maatregelen hoe de natuur een handje te helpen in Vlaams-Brabant. “Belangrijk binnen ons project is dat we de harde opdeling tussen landbouw en natuur niet willen maken, maar juist met mekaar willen verzoenen. Binnen een landbouwomgeving worden automatisch heel wat natuurfuncties vervuld en omgekeerd in natuurgebieden kunnen landbouwactiviteiten natuurbeheer ondersteunen”, klinkt het vanuit Regionaal Landschap Dijleland. Door maatregelen te implementeren, verdient de landbouwer sterren en werkt hij dus mee aan het ‘Vijfsterrenlandschap’.

Hun bedoeling was natuur in de mate van het mogelijke te integreren in een rendabele bedrijfsvoering voor onze landbouwers met laagdrempelige maatregelen, ze er kennis mee te laten maken en er de voordelen van te tonen.

Landbouwleven stelde de organisatie enkele gerichte vragen.

Voor welke soorten zijn extra natuurelementen echt nodig ?

Een typische akkerdier dat we in Vlaams-Brabant reeds zijn kwijtgeraakt is bijvoorbeeld de Europese hamster. Ook heel wat typische akkerkruiden en bloemen verdwijnen stilaan uit ons landschap, zoals het prachtig blauwepaarse groot spiegelklokje, akkergeelster, gele ganzenbloem …

Als landbouw evolueert is het natuurlijk logisch dat het bijhorende soortenpallet mee evolueert. Helaas stellen de landbouwers waarmee we spraken zelf ook vast dat de soortendiversiteit en hun aantallen sterk achteruit gaan op hun velden.

Opvallende soorten die de laatste decennia achteruit boerden zijn veldleeuwerik, kievit, patrijs, grauwe gros, geelgors, maar ook heel wat loopkevers, spinnetjes, en bladwespen verdwijnen aan sneltempo en dat is net de voedselbron voor veel dieren.

Dankzij een aantal maatregelen zoals beheerovereenkomsten met de VLM houdt de veldleeuwerik nog wat stand in de akkervogelgebieden. Geelgors profiteert dan weer van de vele heggen en houtkanten die aangeplant worden in het landschap. Een poel of tijdelijke plas doet wonderen voor een kievit en zijn jongen. Elke maatregel heeft een voordeel voor een bepaalde soortengroep. We spreken wel eens van een patrijzenakker, die met zorg en nadrukkelijk voor de patrijs wordt aangelegd maar andere soorten profiteren hier zeker mee van. Deze vogel is typisch voor onze open landbouwlandschappen en doet het heel erg slecht. Daarom was de patrijs een van onze kapstoksoorten binnen het project. Sommige maatregelen hoeven niet veel plaats in te nemen of een impact te hebben op de bedrijfsvoering. Daarom hebben we gewerkt met 3 categorieën in ons project waar de landbouwers rond konden werken: nestgelegenheid, voedselaanbod, landschapselementen.

Akkervogels zoals de veldleeuwerik zijn afhankelijk van landbouwgebied.
Akkervogels zoals de veldleeuwerik zijn afhankelijk van landbouwgebied. - Foto: Pixabay

Wat is een patrijzenakker?

Dat is een akker die ingezaaid wordt met een bloemenmengsel, vaak het Göttinger mengsel of een variant ervan, met vlas, struikrogge, boekweit, venkel, haver, zonnebloem, honingklaver,…. In essentie is het een mix van één- en meerjarige planten die goed boven de bodem uitgroeien zodat het gemakkelijk toegankelijk blijft voor grondbroeders en ze er goed in kunnen foerageren en dat het goed opdroogt na regenbuien. Een patrijzenakker is best niet te klein om predatie te vermijden, met 50 are of meer. Het voordeel van het bloemenmengsel met het voorgeschreven beheer is dat het doorheen het volledige jaar dekking biedt. In het voorjaar is nestgelegenheid aanwezig en zijn door de bloei van de planten insecten vaak vertegenwoordigd. Later op het jaar zorgen zaden voor voedsel. Het moet dus een ideale kweekplaats worden voor patrijzen, maar heel wat andere akkerleven profiteert er mee van: de insectenpopulatie neemt immens toe en ook hazen, gorzen, kneu, groenlingen voelen zich er perfect in thuis, zeker als er een heg of lage struiken in de buurt staan.

Zijn sommige natuurelementen belangrijker dan andere omdat ze meer bijdragen? En hoe is het sterrensysteem hierop gebaseerd?

Op basis van onze categorieën konden de landbouwers hun tijd en moeite zelf verdelen afhankelijk van de mogelijkheden binnen hun bedrijf. Met elke categorie hoger was de inspanning voor de landbouwer groter, maar tegelijk werd de financiële en praktische ondersteuning ook groter.

De belangrijkste elementen voor de natuur waren de lange termijn inrichtingen zoals landschapselementen. Daar kon de boer tot 3 sterren mee verdienen. Tijdelijke inrichtingen voor bijvoorbeeld voedselaanbod door een bloemenstrook waren 2 sterren waard. Een bijenwand of nestkast voor een Torenvalk was dan weer 1 ster waard. Uit elke categorie moesten de landbouwers minstens 1 actie kiezen dat bij hun bedrijf paste zodat ze aan 5 of meer sterren geraakten.

Wij zorgden meestal kosteloos voor de nestkasten en plaatsing, sommige duurdere ingrepen zoals een op maat gemaakte bijenwand rekenden we op een bijdrage van 20-50%. Beheersovereenkomsten en bijhorende vergoedingen liepen via de VLM en voor het aanleggen van een patrijzenakker kreeg de boer een gelijkaardige beheervergoeding per ha. Zelfs voor de aanleg van de kleine landschapselementen zoals houtkanten, heggen, poelen stonden we gerant voor een financiële inbreng van 80% en meestal vonden we oplossingen via VLIF steun of samenwerkingen met de wildbeheereenheden zodat de financiële inbreng van de landbouwer beperkt bleef.

Dit alles was natuurlijk enkel mogelijk door een innovatief plattelandsproject met steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en onze basisondersteuning van het Regionaal Landschap Dijleland door de Provincie Vlaams-Brabant en was een samenwerking tussen verschillende partners.

Konden landbouwers ook eigen maatregelen ‘verzinnen’ die niet in de lijst staan?

We stonden open voor suggesties van de landbouwers zelf. Het was de bedoeling om op maat van het landbouwbedrijf dingen te realiseren. Daarom was niet alles zomaar mogelijk of haalbaar binnen het project. Zo hebben we bijvoorbeeld als extra maatregel door een school uit Haacht een ooievaarsnest laten maken en zullen we dit binnenkort ophangen op een landbouwbedrijf in Boortmeerbeek in de buurt van een poel die we bij hen hebben laten graven. De boeren gaven aan dat er vaak ooievaars over de vloer kwamen en dat ze hen graag wilden helpen. Bovendien eten ooievaars heel wat muizen en ratten op uit de naburige velden.

Hoe maken de landbouwers zichtbaar dat ze zich inzetten voor natuur?

Op het einde van het project kregen de deelnemende landbouwers een groot gepersonaliseerd infobord over hun vijfsterrenlandschap en de maatregelen die ze namen zodat ze dit zichtbaar op hun bedrijf konden hangen. Het is namelijk belangrijk om in te zien en te erkennen dan landbouwers niet alleen ons eten produceren maar tegelijk onze kostbare open ruimte beheren en vrijwaren. Zo kunnen bezoekers of voorbijgangers dit ook zien wat er in het landschap gebeurt en wat boeren zoal doen.

Natuurelementen kunnen ook voordelen voor de landbouwer opleveren. Vertaalt zich dat in hogere opbrengsten? Kan je voorbeelden geven?

Verschillende maatregelen hebben zeker voordelen voor de boer. Tijdens de projectjaren was het immers zeer droog en scheen de zon overvloedig. Dan is niets beter dan één of enkel solitaire bomen te planten in de uitgestrekte kale weiden om voor verkoeling voor het grazend vee te zorgen. Gras- en bloemstroken bieden anderzijds heel wat voordelen tegen erosie, waar de velden in onze streek toch gevoelig voor zijn. Heel wat nestkasten die we plaatsen, zijn er voor de nuttige dieren. Een voorbeeld zijn vleermuizen die immens veel muggen en vliegen vangen in de buurt van stallen, of de populaties schadelijke nachtvlinders in toom houden (maïsboorders, wintervlinder,..). Uilen of torenvalkkasten zijn dan weer nuttig omdat ze muizen en ratten vangen. De klassieke bijenblokjes en bijenhotels zorgen voor bestuiving van fruitbloesems en andere gewassen. Maar bovenal en vaak onderschat zijn de FAB ( Functionele AgroBiodiversiteit) die bij kleine landschapselementen horen: deze brengen een heel ecosysteem mee van nuttige insecten die helpen plagen te bestrijden zodat de boer minder gewasbeschermingsmiddelen moet inzetten, en het bijhorende bodemleven draagt bij aan een vruchtbare en gezonde bodem. Of de elementen zorgen voor koelere temperaturen en windbeschutting, …

Worden de landbouwers opgevolgd?

Het is zeker de bedoeling om te kijken hoe de maatregelen evolueren, sommige acties zoals de aanplantingen hebben tijd nodig om te groeien en moeten nadien ook beheerd en gesnoeid worden. Ook moeten planten die afgestorven zijn door de droge zomer opnieuw aangeplant worden. De landbouwers blijven ook welkom om bijkomende maatregelen te nemen of ideeën aan te brengen.

Hoe stimuleren jullie de boeren die moeilijker natuurelementen kunnen implementeren?

De bedrijfsvoering verschilt van boer tot boer, daarom hadden we de acties onderverdeeld in categorieën met daarin keuzemogelijkheden. Zo kon er op maat van het bedrijf gewerkt worden. Zo hebben we op kleinere bedrijven enkel vleermuiskasten opgehangen, een solitaire boom geplant, of een kleine bloemenweide gemaakt in plaats van een stukje gazon. Ik ben ervan overtuigd dat elke boer wel wat nestkasten, bloemenstruiken, een haag of een boom kan plaatsen op en rond zijn erf. En verhoudingsgewijs heeft hij het landschap dan evenveel kleur gegeven en de 5 sterren verdiend.

Zijn er nog andere projecten rond natuur in het verschiet?

Onze samenwerking met sommige landbouwers en de VLM was zo goed dat er nieuwe aanplantingsprojecten in de steigers staan van ettelijke kilometers hagen, heggen en houtkanten. Momenteel is het project afgelopen, maar we blijven geïnteresseerd om te bekijken met landbouwers wat we op hun bedrijf kunnen doen voor de natuur en of we zoiets tot een vervolgproject kunnen kneden.

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Innoverend onderzoek in monitoringstechnologieën bij Inagro

Groenten Al meer dan 20 jaar stuurt Inagro waarnemings- en waarschuwingsberichten voor verschilende openluchtteelten zoals (biologische) prei, kolen en witloof. Dankzij onderzoek naar nieuwe monitoringstechnologieën kan Inagro voortaan nog nauwkeuriger insecten tellen en de verkregen data sneller verwerken.
Meer artikelen bekijken