Startpagina Actueel

Onderzoek van UGent opent weg voor kweek van virusresistente honingbijen

Nieuw onderzoek van het team van Honeybee Valley, onder leiding van professor Dirk de Graaf (UGent), toont aan dat de weerstand van honinbijen tegenover virussen genetisch bepaald is. Dat betekent een doorbraak in de aanpak van wintersterfte bij onze bijen.

Leestijd : 4 min

Honingbijen staan onder druk, onder andere omwille van de parasitaire varroamijt die zich in het broed ontwikkelt en de virussen die zij overdraagt. Deze virussen bepalen in grote mate het ziektebeeld van de kolonie, en zijn dus doorslaggevend voor het al dan niet overleven van een bijenvolk tijdens de winter. Momenteel ligt het accent volledig op de beheersing van de varroamijtziekte, en dit zowel op het vlak van de bijenteeltpraktijk als het fundamenteel onderzoek.

Professor Dirk de Graaf richtte, met de steun van de Faculteit Wetenschappen van UGent, op 1 oktober 2014 het samenwerkingsplatform Honeybee Valley op. Hierdoor werden de onderzoeksactiviteiten over bijen en bijenteelt verder uitgebouwd. De Gentse onderzoekers van Honneybee Valley toonden nu aan dat sommige bijenkolonies in staat zijn om de virusinfecties te onderdrukken en dat dit kenmerk genetisch bepaald is. Hiermee ligt de weg open voor het kweken van virusresistente volken.

Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het Vlaams Bijenteeltprogramma, een steunprogramma voor de Vlaamse imkers dat gefinancierd wordt door de Vlaamse overheid en de Europese Commissie, waarin een belangrijk luik ‘selectie’ zit. Hierbij worden de volken getest op genetische kenmerken die te maken hebben met gedrag (zachtaardig, raamvast, zwermtraag), productie (honingopbrengst, voorjaarsontwikkeling) en veerkracht (hygiënisch gedrag, varroa reproductie, varroa index, uitwinteringssterkte). In het kader van dit onderzoek werd hieraan een analyse van de bijenvirussen toegevoegd.

Broedraam met eitjes

Een vijftigtal imkers werkten aan het onderzoek mee. Ze lieten op vrijwillige basis gezondheidscontroles uitvoeren op hun teeltmoeren in de periode 2015-2018. De onderzoekers kozen voor een niet-destructieve staalname, waarbij de koninginnen werden gespaard en enkel de eitjes werden onderzocht op virussen. Er werd aan de telers aangeraden om preferentieel verder te kweken met de moeren met een gunstig gezondheidsprofiel en gaandeweg leidde dit tot een aanzienlijke daling van de virusbesmetting met het meest gevaarlijke deformed wing virus (DWV). In het laatste jaar waren amper 6% van de eitjes geïnfecteerd door DWV, tenminste als het nazaten betrof van virusvrije teeltmoeren. In het eerste jaar was dat nog 35% voor de moeren die zonder enige voorkennis van de virusstatus waren geteeld. Dus redenen genoeg om te veronderstellen dat hier een erfelijke factor aan de basis lag.

Professor Pim Brascamp van Wageningen University and Research deed vervolgens een erfelijkheidsschatting op basis van de verwantschap van de geteste moeren. “Hieruit bleek dat de virusstatus van het ei voor een deel genetisch bepaald wordt en dus dat bepaalde bloedlijnen voorbestemd zijn om weinig tot geen virussen te dragen”, stelt professor de Graaf. De onderzoekers gaven het erfelijkheidskenmerk de naam ‘suppressed in ovo virus infectie’ of kortweg SOV, wat zoveel wil zeggen als ‘onderdrukking van de virusinfecties in het ei’.

Aansluitend konden de onderzoekers in Gent aantonen dat het SOV-kenmerk een gunstig effect heeft op de viruslast van het volk in zijn geheel. Verschillende ontwikkelingsstadia van zowel werksters als darren werden getest op virussen en dit zowel voor 4 SOV-volken als voor 4 controlevolken vanop dezelfde bijenstand. Er werden duidelijk minder viruszieke stalen gevonden in de SOV-groep. Er kwam amper een hoge viruslast in de SOV-groep voor.

Kweken van veerkrachtige bijen

Professor Dirk de Graaf : “Uit ons onderzoek blijkt dat de sleutel tot gezonde bijen dus bij het ei ligt. De selectie naar virusresistente volken gebruikmakend van het SOV-kenmerk is ongetwijfeld een belangrijke hefboom om te komen tot veerkrachtige bijen. Het selecteren naar varroaresistentie zit al vele jaren in ons kweekprogramma. Door dit nu te combineren met de selectie naar virusresistentie hopen we om sneller tot een goed resultaat te komen, met name veerkrachtige bijen die zonder tussenkomst van de imker kunnen overleven.”

Het lijkt aannemelijk dat de genetische aanleg van virusresistentie al jaren circuleert in onze bijenstapel, maar de imkers waren er zich niet bewust van en hebben vooral geselecteerd op honingopbrengst en zachtaardigheid. Waardevolle koninginnen zijn zo verloren gegaan. “Deze bevindingen zullen ongetwijfeld een nieuwe dynamiek geven aan het selectiewerk in Vlaanderen. We gaan de reeds geleverde inspanningen verderzetten. Dus de Vlaamse imkers krijgen verder de mogelijkheid om een gezondheidsanalyse te laten uitvoeren op hun teeltmoeren. Daarnaast hebben we concrete plannen om op de campus De Sterre van de UGent een bevruchtingsstand uit te bouwen waar aanparing met SOV-positieve bloedlijnen mogelijk is om zo dit gunstig kenmerk verder te verspreiden onder de Vlaamse bijenstapel. Ook willen we de beschermende mechanismen die hier aan de basis liggen verder in kaart brengen”, aldus prof. de Graaf.

De bevindingen van dit onderzoek verschenen gisteren, 31 augustus, in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports. Je kunt het volledige artikel consulteren via de link: www.nature.com/articles/s41598-020-71388-x

Honeybee Valley/AV

Lees ook in Actueel

Impact hagelbuien en uitbreiding bladziektes bij wintertarwe

Granen Het Landbouwcentrum Granen gaf woensdag 24 april een overzicht van de toestand van wintergranen op hun waarnemingspercelen tijdens de eerste helft van deze week. Zo wordt er meer dan enkel bladziekten waargenomen: lokaal werd de impact van enkele hagelbuien duidelijk. Op vlak van ziekteaantasting breidden bladseptoria en bruine roest afgelopen week verder uit en ook gele roest breidde lokaal uit.
Meer artikelen bekijken