Wanneer het weer zacht is, blijven de bladluizen die aanwezig zijn in het graanperceel actief en kunnen ze zich verder vermenigvuldigen en het vergelingsvirus van plant tot plant verspreiden. Naarmate de bladluizen langer in het veld aanwezig blijven, hoe groter het risico. Hoe lager de temperatuur, hoe minder de bladluizen actief zijn.
Wanneer de temperatuur onder de 3° C komt, zijn de bladluizen niet meer actief, maar kunnen ze wel overleven (Bron: Arvalis, Frankrijk). Om de bladluizen die in granen aanwezig zijn te doden, zijn meerdere dagen van intense en constante vorst (-5°C) nodig en dit zonder sneeuwbedekking (Bron: CePiCOP, Gembloux en Arvalis, Frankrijk).
Virusdragende bladluizen
De vraag stelt zich welke winter we vervolgens zullen hebben. Indien het een zachte winter zou worden kan de aantasting door het vergelingsvirus verder uitbreiden en leiden tot belangrijke, mogelijks zelfs grote schade. Want volgens analyses uitgevoerd in Wallonië is het percentage bladluizen dat virusdrager is, dit najaar groter dan de voorgaande jaren.
Wat blijkt uit de recentste bladluiswaarnemingen enerzijds, de hogere virulentiegraad van de bladluizen dit najaar én de onzekerheid over de komende winter (strenge of zachte winter) anderzijds, is het aan te raden om de wintergranen (zeker ook de zaai eerste week november) te controleren op de aanwezigheid van bladluizen vooral in het geval de temperatuur terug zou toenemen. En om op veilig te spelen een insecticidebehandeling te voorzien indien er bladluizen worden waargenomen.
Middelen zijn niet systemisch
Dit geldt zowel voor onbehandelde percelen, maar ook voor reeds behandelde percelen die niet meer beschermd zijn. Trouwens, de toegelaten middelen zijn niet systemisch en bieden geen bescherming aan de nieuwe blaadjes gevormd na de behandeling.
Zelfs percelen die nu net aan het bovenkomen zijn kunnen reeds bladluizen vertonen. Wees zeer alert indien de temperatuur terug zou stijgen, want de bladluisactiviteit kan dan terug toenemen.