Startpagina Akkerbouw

“Een loonwerkbedrijf leiden met je vader zorgt voor gezonde discussies”

Ward Rommens (22) uit Dessel begon 4 jaar geleden met de overname van het ouderlijk loonwerkbedrijf. Verder studeren bleek niets voor hem, ook al had hij er de hersenen wel voor. Hij kocht enkele aandelen en werd medebedrijfsleider naast zijn vader. Ondertussen richtte hij ook zijn eigen transportbedrijf met een vrachtwagen en tractor op.

Leestijd : 9 min

Bij loon- en groenwerken Rommens doen ze aan loonwerk, bosbouw, transport en eigen akkerbouw. Het voornaamste werk is momenteel hout hakselen in de bosbouw. In het voorjaar rijdt vader Jan vooral rond met een zelfrijdende spuitmachine. Ward rijdt het liefst met de ploeg. Verder hebben ze voor op het veld onder andere een meststofstrooier die gps-gestuurd is met weeginrichting en een 4-elements hark. Vroeger deed Ward vaak mee met ploegwedstrijden. Zo eindigde hij net naast het podium op het Belgisch kampioenschap. Nu heeft hij daar de tijd niet meer voor, maar hij ploegt nog steeds even graag.

Studeren was niets voor Ward

Al in het middelbaar wist Ward dat hij ook loonwerker wilde worden, maar zijn ouders wilden hem zien verder studeren. “Ik vond studeren tijdverspilling. Met een hoger diploma ga ik niet meer verdienen in deze sector. Daar heb ik veel discussies over gehad, vooral met mijn moeder. Zij wou dat ik voor industrieel ingenieur ging. Dat wou ik niet, dus ging ik als compromis Landbouwmechanisatie volgen in Geel.

In december 2016 begon de eerste examenperiode, maar mijn boeken zaten nog verpakt in plastic. Zonder medeweten van mijn moeder, ging ik die periode oefenen voor mijn rijbewijs C. Toen ik mijn examens op school moest afleggen, ging ik in de plaats daarvan mijn examen voor de vrachtwagen afleggen. Ik was erdoor, maar toen ik thuis kwam en vertelde dat ik stopte met school was mijn moeder daar niet zo blij mee. Mijn vader was wel op de hoogte.”

“Ik heb altijd heel hard moeten ‘knokken’ om mijn diploma in de verpleging te behalen”, vertelt zijn moeder, Nicole. “Ward heeft de hersenen in de schoot geworpen gekregen en hij doet daar weinig mee. Dat vind ik moeilijk om te aanvaarden. In het middelbaar studeerde hij Industriële Wetenschappen. Zonder moeite was hij de beste van de klas. We merkten wel dat hij openbloeide toen hij stopte met zijn opleiding. Hij doet zijn werk heel goed, maar ik zal het toch een gemiste kans blijven vinden.”

Moeilijke taakverdeling

“Het is moeilijk om een duidelijke taakverdeling te maken binnen ons bedrijf”, vertelt Ward. “Klanten bellen naar mij en mijn vader om afspraken te maken. Zo is het soms moeilijk te weten wie met wat bezig is. We maken ook steeds zelf de factuur van ons eigen werk. Dat is wel handig, want we weten zelf beter wat de afspraak was met de betrokken boer. De verdere boekhouding doet mijn moeder. Zij is verpleegster in het ziekenhuis van Turnhout.”

Ward heeft nog een jongere zus, Jolien. Zij heeft een bachelor in de bouw en is onlangs gestart als werf leider in de wegenbouw bij Van Geel. Zij heeft geen interesse in het loonwerkbedrijf, maar ze helpt soms wel. Dan rijdt ze mee met de kar om aardappelen te rooien, of helpt ze met het spitten in het voorjaar.

Van varkensboer naar loonwerker

Tot 7 jaar geleden had het gezin een varkensbedrijf in Retie. Doordat ze geen ruimte hadden om uit te breiden, zijn ze daarmee gestopt. Jan besliste om te beginnen met wat loonwerk. Zijn eerste aankoop voor de landbouw was een spuitmachine van Delvano. Dat was een oud model om mee te starten, dus kocht hij een jaar later een nieuwer model. Die machine heeft jammer genoeg een schuurbrand niet overleefd, dus kocht Jan zijn derde spuitmachine: de Delvano Terresta 4000. Een houthakselaar had hij al, want dat werk deed hij al langer. Om wat extra werk te krijgen, ging hij ook collega-loonwerkers helpen.

Vijf jaar geleden verhuisde het gezin naar Dessel. Daar stonden 2 varkensstallen. Die braken ze af, waarna ze 2 nieuwe loodsen bouwden. Een jaar later kocht Ward zijn eerste aandelen van het ouderlijk loonwerkbedrijf. Er was nog niet genoeg werk voor 2, dus verhuurde hij zichzelf als chauffeur. Zo ging hij werken in de wegenbouw en bij andere loonwerkers. Na een tijdje was er genoeg werk binnen het eigen bedrijf, waardoor vader en zoon zelfs een derde werkkracht in dienst namen.

Jan, Nicole en Ward toonden ons trots hun loonwerkbedrijf.
Jan, Nicole en Ward toonden ons trots hun loonwerkbedrijf. - Foto: SN

Eigen bedrijf opgericht

Ondertussen heeft Ward, naast het vennootschap met zijn ouders, nog een eigen bedrijf opgericht met een vrachtwagen en een tractor. Zo houden ze de transporttak gescheiden van de rest. De familie Rommens doet ook aan eigen akkerbouw. Dat komt doordat vader Jan nog wat velden had van in de tijd met de varkens.

“Die akkerbouw geeft wat meer werkzekerheid. Als we eens een halve dag geen werk hebben, kunnen we op ons eigen veld werken. Vaak hangen de machines toch al aan de tractor. Voor onze aardappelen hebben we een contract, waardoor we dit jaar gelukkig nog wat inkomsten hadden. Anders was de verkoop daarvan een ramp geweest door de coronacrisis. De maïs en triticale verkochten nog wel goed.

Drie Deutzen en een Fendt

Op het bedrijf staan 3 Deutzen: een 7230 TTV, een 6210 en een M620. Sinds vorige week kwam daar een Fendt 930 bij. “Mijn vader is opgegroeid met het Deutz-verhaal, maar wij wilden eens iets nieuw proberen”, vertelt Ward. “Onze werknemer Joost is zot van Fendt, daarom kozen we daarvoor. We hebben ook een John Deere en een Kubota geprobeerd, maar iedereen stoeft zo over Fendt, dat we graag wilden ondervinden waarom. Veel kan ik er nog niet over zeggen”, lacht Ward, “want ik heb hem alleen nog maar binnengereden van de dieplader. Twee weken geleden hebben we ook nog een zaag gekocht voor aan de kraan, onder meer om het werk in de winter wat op te vullen. Daarmee kunnen we rond velden snoeien.”

De pas aangekochte Fendt vervoegt de andere machines in de loods.
De pas aangekochte Fendt vervoegt de andere machines in de loods. - Foto: SN

Veel werkuren

“In het voorjaar hebben we altijd heel veel werk. Dan slaan we nachten over en werken we 7 op 7. In de winter valt veel veldwerk weg. Nu zijn we vooral bezig met bosbouw. We hebben een kraan met een houtgrijper en een knipper van Groeneveldt. Die kan bomen afknippen en meteen rechtop verplaatsen. Dat is gevaarlijk, maar leuk werk. We hakselen ook veel hout dat verkocht wordt om biomassa van te maken.

In de winter rijd ik ook meer met de vrachtwagen. Ik begin graag vroeg, want dan wordt het licht als ik bezig ben. Dat is leuker dan dat het donker wordt als ik al moe ben. Gisteren stond ik om 3 uur op om pulp op te laden bij een fabriek in Tienen. Andere keren begin ik om 7 uur. Alle dagen verschillen naar gelang de opdrachten die we krijgen. Ik vind het niet zo erg om ook op zondag te werken.

Ik zit heel graag in de tractor of vrachtwagen en amuseer me daar wel. Soms is het jammer dat je een evenement moet missen, zoals Trekkertrek, maar daar hadden we dit jaar met de coronacrisis natuurlijk niet zoveel last van. Van de pandemie hebben we over het algemeen weinig last ondervonden. Het veldwerk ging niet lopen. We merkten wel dat het bij de boeren verre van gemakkelijk ging. Financieel hadden zij het heel moeilijk, wat soms ook een effect had op onze inkomsten.”

Liefde versus bedrijf

“Ik ben nu 3 jaar samen met mijn vriendin, Romy. Zij heeft helemaal geen landbouwachtergrond en had voor onze relatie begon nog nooit een koe of tractor van dichtbij gezien. Ze vindt het soms jammer dat ik zo weinig tijd voor haar kan maken, maar dan rijdt ze wel eens met mij mee. Romy moet van mij zeker niet mee in het bedrijf komen. Zij studeert nu voor een job in de zorgsector en gaat dat heel goed doen. Vooral onze toekomstige woonplaats moeten we nog bespreken. Ik wil graag hier blijven, maar zij wil zelf een huis bouwen. Daar moeten we dus nog eens goed over nadenken.”

Leuk werken bij boeren

Tijdens ons gesprek komt de vader van Ward binnen. Jan vertelt dat het leuk is om voor boeren te werken. “Zij komen al eens een babbeltje slaan en brengen wat te drinken. Zo hebben we veel sociaal contact en blijven we op de hoogte van al het laatste nieuws in de streek.”

Ook Ward komt graag bij de boeren: “Als ik bij een fabriek kom, merk ik dat die mensen vaak tegen hun zin werken en dat alles snel vooruit moet gaan zodat ze naar huis kunnen. Als ik bij een boer kom, krijg ik inderdaad ook iets te drinken aangeboden en doen we wel eens een babbeltje. Bij sommige boeren moet je wel goed oppassen. Daar kan je een halve dag blijven hangen”, lacht Ward.

Samenwerking vader – zoon

“Er zijn dagen waarop het gemakkelijk samenwerken is met Ward”, zegt zijn vader met een lach. “Op andere dagen zijn er wel eens discussies, maar daarvoor is water uitgevonden zeker? Om dat bij de wijn te doen?” Ward gaat daarop verder: “We werken goed samen. Soms verschillen we van visie of aanpak en dan durf ik mijn gedacht wel eens zeggen. Dat komt er soms bruut uit, maar ze kennen mij, en hopelijk weten ze dat ik dat niet slecht meen.

Mijn vader vindt ook dat ik vaak te veel hooi op mijn vork neem. Ik wil veel gedaan krijgen op één dag, maar volgens hem is dat té veel. Als je samen met je vader een bedrijf hebt, hoort daar wel eens gezonde ‘ambras’ bij. We botsen regelmatig met onze mening, maar ze zeggen toch dat we hard op elkaar lijken.”

Invloed van Ward op het bedrijf

“Toen ik mee in het bedrijf stapte, vond ik het belangrijk om meer reclame te maken via sociale media. Enkel een website, dat werkt niet meer. Ik maakte een pagina op Facebook voor ons bedrijf en postte enkele filmpjes. Filmpjes van landbouwmachines en tractors doen het altijd heel goed. Bij elk filmpje krijg ik nieuwe volgers. Momenteel heb ik er 870. Ik denk er ook over na om nog een Instagrampagina te maken. Dat is momenteel meer in trek bij de jeugd.

Verder maakte ik kleine aanpassingen die onze manier van werken gemakkelijker maakten. Zo werkte mijn vader altijd met facturen in Word. Nu hebben we daar een speciaal programma voor. In de loods hangt nu ook een bord waarop iedereen moet schrijven wat stuk is aan een machine en welke onderdelen we moeten halen in de winkel. Het gebeurde anders wel eens dat we vergaten om een machine te maken, waardoor we in moeilijkheden kwamen als we de machine terug nodig hadden. Ook de aankoop van de nieuwe zaag was een ideetje van mij, maar we zullen nog moeten zien of dat project succes heeft.”

Grootste uitdagingen als startende loonwerker

“Ik vond vooral het financiële plaatje een grote uitdaging. Ik werkte na mijn schooltijd niet eerst als werknemer, waardoor ik maar een kleine spaarpot had. Al mijn geld zit nu in die 2 bedrijven. Als loonwerker weet je ook niet op voorhand of je morgen of volgende week werk hebt. Dat maakt het beroep heel onzeker.

Ik heb veel contact gehad met een boekhouder om zo mijn financieel plan op te stellen. Met het krijgen van een lening heb ik niet veel problemen gehad. Ik merkte wel dat ik soms mijn plannen overschatte. Daar wil ik anderen ook voor waarschuwen. Als je een idee hebt, lijkt het snel logisch dat dat wel zal lukken. Een boekhouder kan met cijfers laten zien dat dat niet zo is. Ook mensen die al veel langer in het vak staan, kunnen een grote hulp zijn. Daarom moet je soms zeker ook naar ‘den ouwe’ luisteren”, lacht Ward.

“Als loonwerker moet je je werk ook tot in de perfectie willen uitvoeren. Als boeren hun veldwerk zelf doen, zijn ze sneller tevreden dan wanneer ze iemand betalen voor dat werk. Dan moet alles perfect in orde zijn. En natuurlijk moet je bereid zijn om op zondagen en feestdagen te werken. In het voorjaar, als het mooi weer is, heb je gigantisch veel werk. In de winter zit je dan weer vaker thuis, maar als dit beroep je droom is, maakt dat allemaal weinig uit.

Als laatste koop ik niet vaak de nieuwste machine, want het kan evengoed dat die machine geen succes wordt. Tweedehands kopen kan evengoed! Bij een investering probeer ik erop te letten welke machines in de omgeving weinig voorkomen. Wij proberen steeds slim te investeren, maar we hebben natuurlijk geen glazen bol.”

Toekomstvisie

“Ik zou graag nog groeien in alles wat ik doe. Onze aardappelen wil ik zeker behouden en verder wil ik ook nog experimenteren met wortelen of met een heel nieuwe teelt. Hopelijk kunnen we het loonwerk ook nog uitbreiden. Hoe meer werk, hoe meer vreugd. Ik probeer ook steeds wat te vernieuwen en onze aanpak zo efficiënt mogelijk te houden. Hopelijk kan ik dit werk mijn hele leven blijven doen!”

Sanne Nuyts

Lees ook in Akkerbouw

Gouverneur en Antwerpse deputatie ontvangen eerste witte asperges uit volle grond

Groenten Op donderdag 25 april waren de grootmeesters van ‘het Grafelijk Genootschap van de Klein-Brabantse Asperges’ te gast in het provinciehuis. Ze brachten de eerste witte, Vlaamse asperges uit volle grond mee. Dat doen ze zo goed als elk jaar sinds 1993. Provinciegouverneur Cathy Berx (cd&v) is ridder in het Grafelijk Genootschap. Zij kreeg samen met de Antwerpse deputatie de eer om de eerste asperges te ontvangen.
Meer artikelen bekijken