Duurzaam ondernemen als vleesveehouder

De interprofessionele organisatie Belbeef vzw werd opgericht op 9 februari 1995. Ze is vandaag samengesteld uit alle betrokken nationale schakels van de rundvleesverwerkingsketen. Zij beheert de Belbeefstandaard – de opvolger van Meritus - die een compleet certificatieprogramma voor rundvlees omvat. De Raad van Bestuur van Belbeef is samengesteld uit personen uit verschillende organisaties. Zo is Christel Buyse (FWA), tevens vleesveehoudster, de voorzitster en Guy Depraetere (ABS) en Michael Gore (Febev) zijn beiden ondervoorzitter. Roel Vaes (Boerenbond) is secretaris en Nathalie De Greve (COMEOS) neemt de taak van penningmeester op zich.

Belbeefstandaard

“De Belbeefstandaard heeft als doel een compleet certificatieprogramma voor rundvlees te ontwikkelen, dat alle stadia van de rundvleesproductie omvat”, legt Tom De Winter van Belbeef uit. Basisvoorwaarde is de autocontrole-certificatie (ACS) voor elke schakel in de keten. Daarnaast worden bovenwettelijke bepalingen opgelegd. Diervoederfabrikanten, veehouders, slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels vallen onder de schakels van de keten.

Belbeef beheert de Belbeefstandaard en organiseert en houdt toezicht op de bijhorende certificatie. De verschillende schakels uit de keten hebben toegang tot de Belbeefdatabank, die centraal wordt beheerd door Belbeef. Gebruikers van de databank kunnen enkel gegevens uploaden of data uit de databank consulteren die hen rechtstreeks aanbelangen.

Duurzaamheidsmonitor

“Op 1 oktober 2018 werd de duurzaamheidsmonitor (DZHM) voor vleesveehouders in het leven geroepen”, vertelt Tom De Winter. “Veehouders worden binnen de Belbeefstandaard hieraan getoetst. Het is de bedoeling om duurzaamheidsinitiatieven die vandaag al op vleesveebedrijven worden toegepast in kaart te brengen. Deze DZHM kwam er op uitdrukkelijke vraag van de landbouworganisaties.” De DZHM bevat dan ook geen verplichte eisen. De Winter geeft een voorbeeld: “Wanneer je dak naar het noorden is gericht, dan hoef je bijvoorbeeld geen zonnepanelen te plaatsen. De landbouworganisaties willen met de DZHM vooral weten waar de sector vandaag staat en hoe deze evolueert inzake duurzaamheid. Dat kan alleen als je jaarlijks een duurzaamheidsrapport publiceert.”

De 45 beschreven duurzaamheidsinitiatieven zijn verdeeld over 10 verschillende rubrieken (dierengezondheid, dierenwelzijn, energie, biodiversiteit, milieu en omgeving, dierenvoeding, bodem, water, sociaal en economie). “Heel wat van deze initiatieven, bijvoorbeeld beschikken over een contract met een bedrijfsdierenarts of over een erkende bedrijfsboekhouding, het voorzien van een propere afkalfruimte, zijn vandaag evident. Maar de veehouder kan zich ook door de voorgestelde duurzaamheidsinitiatieven laten inspireren om sommige daarvan in overweging te nemen om toekomstig toe te passen op het eigen bedrijf.”

Voor gemengde bedrijven is er mogelijk een overlap met de DZHM van Integrale Kwaliteitszorg Melk (IKM) waar dezelfde codering wordt toegepast. De door de veehouder ingevulde monitor wordt beoordeeld tijdens de driejaarlijkse audit door één van de negen onafhankelijke certificeringsinstellingen (OCI’s).

Veehouders kunnen de DZHM consulteren en downloaden via de website van Belbeef (www.belbeef.be). De Winter adviseert om de monitor op papier in te vullen – bijvoorbeeld tijdens een rondgang op je bedrijf - maar dit daarna toch online in te vullen op het productenportaal, want dat levert tijdswinst op bij de audit. Twee initiatieven van de DZHM werden tijdens de studiedag verder toegelicht.

Eiwithoudende gewassen

Het telen van eiwithoudende gewassen is ook een van de initiatieven in de DZHM. Thijs Vanden Nest van ILVO belichtte de teelten luzerne en gras-klaver. Luzerne wordt hier nog niet zoveel geteeld, maar wint aan populariteit. Luzerne presteert het best op zandleem, leem en klei, maar ook lichtere bodems kunnen geschikt zijn. Sowieso stelt deze teelt hoge eisen aan de bodem. Omdat luzerne steunt op stikstoffixatie moeten de omstandigheden ideaal zijn voor de rhizobiumbacterie. Daarnaast is luzerne niet geschikt voor natte percelen. Het gewas is dankzij de penwortel best wel droogtetolerant. Vanden Nest waarschuwt evenwel: “Luzerne maakt een goede bodem beter, maar maakt van een slechte bodem geen goede!”

Luzerne moet steeds geïnoculeerd worden met rhizobium bij het zaaien. Ook dit is niet weggelegd voor alle telers. Voor het maaitijdstip moet je een compromis zoeken tussen voederwaarde en opbrengst. Vanden Nest adviseert vier sneden per jaar: “De eerste twee in bloemknop, de derde in volle bloei en de vierde in bloei of laat genoeg opdat hergroei de wortel niet uitput. Kies minimaal 6 cm als maaihoogte om nieuwe spruiten te sparen, en 10 cm bij latere oogst om stengel te vermijden. Het is ook opletten geblazen als je een klepelkneuzer of schudder gebruikt. Agressieve bewerkingen beschadigen het blad, dat veel voederwaarde geeft, teveel.

Economische aspecten

Zoals eerder aangehaald omvat een van de rubrieken van de DZHM ook de economische aspecten van de bedrijfsvoering. “Het past binnen het project ‘Boerentrots’ om veel punten te halen op de DZHM”, stelt Boerenbondconsulent Dirk Audenaert. “Het is immers iets waar je best trots op mag zijn.” Focus, de bedrijfseconomische boekhouding van Boerenbond, helpt daarbij. Een duurzaam bedrijf is immers een economisch rendabel bedrijf.”

Audenaert wees op de grote (inkomens)verschillen tussen bedrijven. “Een goed technisch management is niet voldoende. Je moet ook je kostenstructuur goed kennen.” Zo wees hij onder meer op de grote verschillen in ruwvoederkosten.

“Een saldo behalen van 1.000 euro per zoogkoe is een absoluut streefdoel. Voor 2018 zal dit echter niet haalbaar zijn door de tegenvallende ruwvoederkosten en de zwakke prijzen.”

Audenaert wijdde een deel van zijn presentatie ook aan het belang van de IVB-gegevens. “Alle veehouders betalen voor de gegevens van de Interprofessionele Vereniging voor het Belgisch Vlees (IVB), namelijk 55 cent per karkas. In ruil hiervoor krijg je de slachtgegevens ter beschikking. Vreemd genoeg vraagt slechts 10% van de bedrijven deze op! Dit aandeel omvat slechts 32% van de dieren, zowel vleesvee als melkvee. Als je deze gegevens niet kent, hoe kan je dan je bedrijf rendabel opvolgen?” Audenaert verwijt erfbetreders dan ook hier niet meer nadruk op te leggen. “Zij moeten deze informatie hebben om je bedrijf vooruit te helpen.”

“Durf rekenen, durf vergelijken en stuur bij waar nodig”, stelde Audenaert dan ook als slot.

Anne Vandenbosch

Meest recent

Meest recent