Belbeefstandaard
Duurzaamheidsmonitor
“Op 1 oktober 2018 werd de duurzaamheidsmonitor (DZHM) voor vleesveehouders in het leven geroepen”, vertelt Tom De Winter. “Veehouders worden binnen de Belbeefstandaard hieraan getoetst. Het is de bedoeling om duurzaamheidsinitiatieven die vandaag al op vleesveebedrijven worden toegepast in kaart te brengen. Deze DZHM kwam er op uitdrukkelijke vraag van de landbouworganisaties.” De DZHM bevat dan ook geen verplichte eisen. De Winter geeft een voorbeeld: “Wanneer je dak naar het noorden is gericht, dan hoef je bijvoorbeeld geen zonnepanelen te plaatsen. De landbouworganisaties willen met de DZHM vooral weten waar de sector vandaag staat en hoe deze evolueert inzake duurzaamheid. Dat kan alleen als je jaarlijks een duurzaamheidsrapport publiceert.”
De 45 beschreven duurzaamheidsinitiatieven zijn verdeeld over 10 verschillende rubrieken (dierengezondheid, dierenwelzijn, energie, biodiversiteit, milieu en omgeving, dierenvoeding, bodem, water, sociaal en economie). “Heel wat van deze initiatieven, bijvoorbeeld beschikken over een contract met een bedrijfsdierenarts of over een erkende bedrijfsboekhouding, het voorzien van een propere afkalfruimte, zijn vandaag evident. Maar de veehouder kan zich ook door de voorgestelde duurzaamheidsinitiatieven laten inspireren om sommige daarvan in overweging te nemen om toekomstig toe te passen op het eigen bedrijf.”
Voor gemengde bedrijven is er mogelijk een overlap met de DZHM van Integrale Kwaliteitszorg Melk (IKM) waar dezelfde codering wordt toegepast. De door de veehouder ingevulde monitor wordt beoordeeld tijdens de driejaarlijkse audit door één van de negen onafhankelijke certificeringsinstellingen (OCI’s).
Veehouders kunnen de DZHM consulteren en downloaden via de website van Belbeef (www.belbeef.be). De Winter adviseert om de monitor op papier in te vullen – bijvoorbeeld tijdens een rondgang op je bedrijf - maar dit daarna toch online in te vullen op het productenportaal, want dat levert tijdswinst op bij de audit. Twee initiatieven van de DZHM werden tijdens de studiedag verder toegelicht.
Eiwithoudende gewassen
Economische aspecten
Zoals eerder aangehaald omvat een van de rubrieken van de DZHM ook de economische aspecten van de bedrijfsvoering. “Het past binnen het project ‘Boerentrots’ om veel punten te halen op de DZHM”, stelt Boerenbondconsulent Dirk Audenaert. “Het is immers iets waar je best trots op mag zijn.” Focus, de bedrijfseconomische boekhouding van Boerenbond, helpt daarbij. Een duurzaam bedrijf is immers een economisch rendabel bedrijf.”
Audenaert wees op de grote (inkomens)verschillen tussen bedrijven. “Een goed technisch management is niet voldoende. Je moet ook je kostenstructuur goed kennen.” Zo wees hij onder meer op de grote verschillen in ruwvoederkosten.
“Een saldo behalen van 1.000 euro per zoogkoe is een absoluut streefdoel. Voor 2018 zal dit echter niet haalbaar zijn door de tegenvallende ruwvoederkosten en de zwakke prijzen.”
Audenaert wijdde een deel van zijn presentatie ook aan het belang van de IVB-gegevens. “Alle veehouders betalen voor de gegevens van de Interprofessionele Vereniging voor het Belgisch Vlees (IVB), namelijk 55 cent per karkas. In ruil hiervoor krijg je de slachtgegevens ter beschikking. Vreemd genoeg vraagt slechts 10% van de bedrijven deze op! Dit aandeel omvat slechts 32% van de dieren, zowel vleesvee als melkvee. Als je deze gegevens niet kent, hoe kan je dan je bedrijf rendabel opvolgen?” Audenaert verwijt erfbetreders dan ook hier niet meer nadruk op te leggen. “Zij moeten deze informatie hebben om je bedrijf vooruit te helpen.”
“Durf rekenen, durf vergelijken en stuur bij waar nodig”, stelde Audenaert dan ook als slot.