Boudewijn Schepers zag als BWP-jurylid de wereld
Boudewijn Schepers (1959) was vele jaren voorzitter van de BWP-hengstenjury, een opdracht die niemand hem benijdt. Hij was niet alleen actief in eigen land, maar heeft de wereld rond gereisd om BWP-paarden in het buitenland te jureren. Over zijn ervaringen hadden we een gesprek.
Zijn mooiste momenten zijn vooral de grootse prestaties (Olympische Spelen) van de hengsten die hij heeft mee goedgekeurd zoals Clinton, Parco en Quintus. Persoonlijk vindt hij nog altijd het WK 2010 in Kentucky het hoogtepunt. Van de 130 paarden waren er 13 gekeurde BWP-hengsten. “Toch een bewijs dat ons keuringssysteem goed werkt”, aldus Boudewijn. Van al de keuringen steekt de E-jaargang er bovenuit met hengsten als Eldorado van de Zeshoek, Emerald, Elvis, Expleasure, Erco van te Roosakker, e.a.
Boudewijn heeft een hele evolutie meegemaakt: “We zijn geëvolueerd van een veelzijdig sportpaard naar de splitsing van dressuur- en springpaarden, nu ingeburgerd bij de fokkers. Binnen BWP hadden we schrik dat onze goede springlijnen zouden verloren gaan door het gebruik van de dressuurhengsten. Onze fokkers hebben dit met de nodige kennis goed aangepakt.”
Via BWP heeft Boudewijn een groot deel van de wereld gezien: zoals Noord-Amerika met een tour van drie weken (vliegtuig in en uit), gevuld met stamboekwerk zoals registreren, schetsen, keuren van veulens, merries en hengsten, en het branden van de veulens. “De kwaliteit van de paarden is er”, volgens Boudewijn, “sterk verbeterd dankzij het gebruik van sportmerries en meer Europese tophengsten.” Verder was Boudewijn actief in het departement Centraal Europa met de keuring in de omgeving van Boedapest, en in Spanje met de keuring bij familie Campos. Op uitnodiging heeft hij gejureerd in Nederland, Zweden en in Polen. Daar keurde hij mee in het kampioenschap van jonge springpaarden, vierjarigen op exterieur en vijfjarigen op springen.
We hadden het ook over de handel. “Er is op dit moment terug meer vraag naar jonge paarden. Veilingen krijgen meer en meer belang als afzetmogelijkheid van veulens. Ondanks moeilijke tijden doen de onlineveilingen het goed, met als nadeel dat er vooral gezocht wordt naar veulens van bekende hengsten en daardoor krijgen de jonge hengsten minder kansen.”
“Door de medische evolutie (KI, ET en ICSI) wordt het voor de kleine fokker moeilijker om zijn weg te vinden in het fokkerijlandschap. Dankzij deze technieken worden meer goede sportmerries in de fokkerij gebruikt en komt dit de kwaliteit van de paarden ten goede, maar anderzijds zal het de bloedlijnen vernauwen waaraan we als stamboek de nodige aandacht moeten schenken”, besluit Boudewijn.
Bernard Lenaerts