
Duurzaamheidsprogramma
Op dat webinar presenteerde Renaat Debergh, voorzitter van de werkgroep Duurzaamheid MilkBE en voorzitter sectorgroep Zuivel VLAM, onder meer de resultaten van de Duurzaamheidsmonitor 2020.
“Om de vele initiatieven op het vlak van duurzaamheid in de zuivelsector in kaart te brengen, wordt sinds 2014 een sectorbreed duurzaamheidsprogramma in de hele Belgische zuivelketen uitgerold”, stelt Renaat Debergh. Het programma laat de melkveehouders toe om hun duurzaamheidsinspanningen te monitoren én zichzelf te vergelijken met de sector. “Dat moedigt melkveehouders ook aan om nog meer vooruitgang te boeken op het vlak van duurzaamheid.”
Om de 3 jaar een audit
Om het dan te hebben over de resultaten . Op het landbouwbedrijf worden 35 duurzaamheidsinitiatieven gemonitord. 97% van alle melkveehouders neemt actief deel aan deze monitoring. “Gemiddeld pasten zij in 2019 16,5 van de 35 initiatieven toe. Elke 3 jaar krijgen de melkveebedrijven bezoek van onafhankelijke auditeurs.”
De initiatieven zijn bovenwettelijk: niet alle bedrijven kunnen de criteria toepassen, omdat ze soms bedrijfsspecifiek zijn.
Ook tijdens het transport wordt de verduurzaming bijgehouden en gemeten. Dat gebeurt sinds 2006 op basis van de jaarlijkse gegevens van 8 zuivelbedrijven die samen 82% van de nationale melkaanvoer vertegenwoordigen. “Deze cijfers tonen hoe de transportsector evolueert op het vlak van aantal kilometers, totaal brandstofverbruik, milieuvriendelijkheid van de melkophaalwagens en efficiëntie per melkophaalwagen.”
Sinds 2005 wordt tot slot jaarlijks de verduurzaming van de zuivelverwerking bevraagd bij de zuivelverwerkende bedrijven.
“In 2018 namen 12 site-locaties deel, goed voor ruim 90% van de nationaal verwerkte melk”, aldus Renaat Debergh. “Zij leveren cijfermateriaal aan over jaarlijkse productie en verwerkte melk, energie- en waterverbruik, waterrecyclage, afvalwater, CO2-emissie, afvalverwerking en productie van groene stroom.”
83% heeft vaste dierenarts
In de Duurzaamheidsmonitor wordt een optimale stal gedefinieerd als een vrije loopstal met voldoende licht, lucht, ruimte en diercomfort. “Dat betekent minstens 40 m² per dier. In 2014 voldeed ongeveer de helft van de boeren hieraan, ondertussen is dat 71%.
Helft melkveehouders zet in op langleefbaarheid
Verder voorziet 69% van de melkveehouders een vorm van vachtverzorging voor de koeien. “Ofwel zijn er koeborstels aanwezig in de stal om zich tegen te kunnen schuren, ofwel worden de koeien in het najaar geschoren.”Steeds meer melkveehouders proberen hun koeien zo goed mogelijk te verzorgen zodat ze lang op de boerderij kunnen blijven. De helft van de melkveehouders geeft aan actief in te zetten op de langleefbaarheid van de koeien of een beperking van de vervanging van de koeien.
“Dierenwelzijn in de melkveehouder heeft een lange weg afgelegd”, stelt Renaat Debergh.
“De sector beschikt met Integrale Kwaliteitszorg Melk (IKM) en de Duurzaamheidsmonitor over goede instrumenten om de situatie op bedrijfsniveau op te volgen en te blijven versterken via benchmarking én sensibilisering. Nieuwe tools bieden extra kansen, waarbij melkveehouders en zuivelverwerkers zich engageren om verder in te spelen op de maatschappelijke verwachtingen rond dierenwelzijn.”