gezonde discussies”

Studeren was niets voor Ward
Al in het middelbaar wist Ward dat hij ook loonwerker wilde worden, maar zijn ouders wilden hem zien verder studeren. “Ik vond studeren tijdverspilling. Met een hoger diploma ga ik niet meer verdienen in deze sector. Daar heb ik veel discussies over gehad, vooral met mijn moeder. Zij wou dat ik voor industrieel ingenieur ging. Dat wou ik niet, dus ging ik als compromis Landbouwmechanisatie volgen in Geel.
In december 2016 begon de eerste examenperiode, maar mijn boeken zaten nog verpakt in plastic. Zonder medeweten van mijn moeder, ging ik die periode oefenen voor mijn rijbewijs C. Toen ik mijn examens op school moest afleggen, ging ik in de plaats daarvan mijn examen voor de vrachtwagen afleggen. Ik was erdoor, maar toen ik thuis kwam en vertelde dat ik stopte met school was mijn moeder daar niet zo blij mee. Mijn vader was wel op de hoogte.”
“Ik heb altijd heel hard moeten ‘knokken’ om mijn diploma in de verpleging te behalen”, vertelt zijn moeder, Nicole. “Ward heeft de hersenen in de schoot geworpen gekregen en hij doet daar weinig mee. Dat vind ik moeilijk om te aanvaarden. In het middelbaar studeerde hij Industriële Wetenschappen. Zonder moeite was hij de beste van de klas. We merkten wel dat hij openbloeide toen hij stopte met zijn opleiding. Hij doet zijn werk heel goed, maar ik zal het toch een gemiste kans blijven vinden.”
Moeilijke taakverdeling
“Het is moeilijk om een duidelijke taakverdeling te maken binnen ons bedrijf”, vertelt Ward. “Klanten bellen naar mij en mijn vader om afspraken te maken. Zo is het soms moeilijk te weten wie met wat bezig is. We maken ook steeds zelf de factuur van ons eigen werk. Dat is wel handig, want we weten zelf beter wat de afspraak was met de betrokken boer. De verdere boekhouding doet mijn moeder. Zij is verpleegster in het ziekenhuis van Turnhout.”
Ward heeft nog een jongere zus, Jolien. Zij heeft een bachelor in de bouw en is onlangs gestart als werf leider in de wegenbouw bij Van Geel. Zij heeft geen interesse in het loonwerkbedrijf, maar ze helpt soms wel. Dan rijdt ze mee met de kar om aardappelen te rooien, of helpt ze met het spitten in het voorjaar.
Van varkensboer naar loonwerker
Tot 7 jaar geleden had het gezin een varkensbedrijf in Retie. Doordat ze geen ruimte hadden om uit te breiden, zijn ze daarmee gestopt. Jan besliste om te beginnen met wat loonwerk. Zijn eerste aankoop voor de landbouw was een spuitmachine van Delvano. Dat was een oud model om mee te starten, dus kocht hij een jaar later een nieuwer model. Die machine heeft jammer genoeg een schuurbrand niet overleefd, dus kocht Jan zijn derde spuitmachine: de Delvano Terresta 4000. Een houthakselaar had hij al, want dat werk deed hij al langer. Om wat extra werk te krijgen, ging hij ook collega-loonwerkers helpen.
Vijf jaar geleden verhuisde het gezin naar Dessel. Daar stonden 2 varkensstallen. Die braken ze af, waarna ze 2 nieuwe loodsen bouwden. Een jaar later kocht Ward zijn eerste aandelen van het ouderlijk loonwerkbedrijf. Er was nog niet genoeg werk voor 2, dus verhuurde hij zichzelf als chauffeur. Zo ging hij werken in de wegenbouw en bij andere loonwerkers. Na een tijdje was er genoeg werk binnen het eigen bedrijf, waardoor vader en zoon zelfs een derde werkkracht in dienst namen.
Eigen bedrijf opgericht
Ondertussen heeft Ward, naast het
Drie Deutzen en een Fendt
Op het bedrijf staan 3 Deutzen: een 7230 TTV, een 6210 en een M620. Sinds vorige week kwam daar een Fendt 930 bij. “Mijn vader is opgegroeid met het Deutz-verhaal, maar wij wilden eens iets nieuw proberen”, vertelt Ward. “Onze werknemer Joost is zot van Fendt, daarom kozen we daarvoor. We hebben ook een John Deere en een Kubota geprobeerd, maar iedereen stoeft zo over Fendt, dat we graag wilden ondervinden waarom. Veel kan ik er nog niet over zeggen”, lacht Ward, “want ik heb hem alleen nog maar binnengereden van de dieplader. Twee weken geleden hebben we ook nog een zaag gekocht voor aan de kraan, onder meer om het werk in de winter wat op te vullen. Daarmee kunnen we rond velden snoeien.”
Veel werkuren
“
Liefde versus bedrijf
“Ik ben nu 3 jaar samen met mijn vriendin, Romy. Zij heeft helemaal geen landbouwachtergrond en had voor onze relatie begon nog nooit een koe of tractor van dichtbij gezien. Ze vindt het soms jammer dat ik zo weinig tijd voor haar kan maken, maar dan rijdt ze wel eens met mij mee. Romy moet van mij zeker niet mee in het bedrijf komen. Zij studeert nu voor een job in de zorgsector en gaat dat heel goed doen. Vooral onze toekomstige woonplaats moeten we nog bespreken. Ik wil graag hier blijven, maar zij wil zelf een huis bouwen. Daar moeten we dus nog eens goed over nadenken.”
Leuk werken bij boeren
Tijdens ons gesprek komt de vader van Ward binnen. Jan vertelt dat het leuk is om voor boeren te werken. “Zij komen al eens een babbeltje slaan en brengen wat te drinken. Zo hebben we veel sociaal contact en blijven we op de hoogte van al het laatste nieuws in de streek.”
Ook Ward komt graag bij de boeren: “Als ik bij een fabriek kom, merk ik dat die mensen vaak tegen hun zin werken en dat alles snel vooruit moet gaan zodat ze naar huis kunnen. Als ik bij een boer kom, krijg ik inderdaad ook iets te drinken aangeboden en doen we wel eens een babbeltje. Bij sommige boeren moet je wel goed oppassen. Daar kan je een halve dag blijven hangen”, lacht Ward.
Samenwerking vader – zoon
Invloed van Ward op het bedrijf
“Toen ik mee in het bedrijf stapte, vond ik het belangrijk om meer reclame te maken via sociale media. Enkel een website, dat werkt niet meer. Ik maakte een pagina op Facebook voor ons bedrijf en postte enkele filmpjes. Filmpjes van landbouwmachines en tractors doen het altijd heel goed. Bij elk filmpje krijg ik nieuwe volgers. Momenteel heb ik er 870. Ik denk er ook over na om nog een Instagrampagina te maken. Dat is momenteel meer in trek bij de jeugd.
Verder maakte ik kleine aanpassingen die onze manier van werken gemakkelijker maakten. Zo werkte mijn vader altijd met facturen in Word. Nu hebben we daar een speciaal programma voor. In de loods hangt nu ook een bord waarop iedereen moet schrijven wat stuk is aan een machine en welke onderdelen we moeten halen in de winkel. Het gebeurde anders wel eens dat we vergaten om een machine te maken, waardoor we in moeilijkheden kwamen als we de machine terug nodig hadden. Ook de aankoop van de nieuwe zaag was een ideetje van mij, maar we zullen nog moeten zien of dat project succes heeft.”