Startpagina Archief

De jongveeopfok zo efficiënt mogelijk organiseren

Wat is het ideale moment om maïs te introduceren? Wat is het effect van ad libitum melk voeren op de groei van kalveren? Heeft mijn kalf de juiste lichaamsverhoudingen? En hoe zit het met methaanemissies bij jongvee? Dat zijn allemaal onderzoeksvragen vanuit het project Jongleven om de jongveeopfok op punt te stellen.

Leestijd : 3 min

Het project Jongleven heeft als doel om veehouders duidelijke handvatten aan te reiken waarmee ze de opfok van hun jongvee in de praktijk kunnen verbeteren. Het project werd in 2018 opgestart door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Inagro en de Hooibeekhoeve, en duurt tot 2023. Enkele onderzoeken vinden plaats binnen diverse gerelateerde projecten rond jongvee-opfok. Ze zijn allemaal nog in volle ontwikkeling, maar de onderzoekers konden toch al enkele voorlopige resultaten meedelen.

Introductie van maïs

Het ILVO onderzoekt reeds 3 jaar het effect van maïs in het rantsoen op de pensontwikkeling om na te gaan of de pens gestuurd kan worden naar een betere groei en voederefficiëntie van kalveren en dat bij Belgisch witblauw én Holstein Friesian.

In 2018 bleek na het afnemen van een brede enquête dat 40% van de veehouders start met maïs voederen voor het spenen, 20% na het spenen en 24% vanaf 4 maanden. Het ILVO onderzoekt of dat startmoment invloed heeft op de groei, de drogestofopname (DS), de pensontwikkeling, de voederefficiëntie, de vruchtbaarheid, de voederopname en op de melkproductie. Maryline Lamérand, onderzoeker bij het ILVO, geeft meer duiding.

Belgisch witblauw

“Van Belgisch witblauw maakten we 2 ad randomgroepen van 20 kalveren”, legt onderzoekster Lamérand uit. “De ene groep kreeg maïskuil vanaf week 6, terwijl de andere maïskuil in het rantsoen kreeg vanaf week 16. Die laatste groep is onze controlegroep.

Uit onderzoek naar de DS-opname bleek dat die negatief beïnvloed wordt wanneer men vroeg start met maïskuil voederen. Die dieren gingen significant minder krachtvoer en hooi opnemen ten opzichte van de controlegroep. Die lagere opname betekent ook een lagere opname van energie en eiwit, wat zich uit in de groei van de dieren. De vroege starters groeiden minder snel.

Desalniettemin zagen we geen effect op de voederefficiëntie. Toch raden we af om vroeg te starten met het geven van maïs aan Belgisch witblauw kalveren. Het best kan je starten op de leeftijd van 16 weken.”

Holstein Friesian

“Bij Holstein Friesians verdeelden we 60 vaarzen en 15 stieren willekeurig in 3 groepen. De eerste groep kreeg op 4 weken leeftijd maïs, de tweede groep op 10 weken en de derde groep op 16 weken. Die laatste is opnieuw onze controlegroep.

Op de leeftijd van 16 weken bestudeerden we de pensontwikkeling bij de groep stieren. We zagen dat de groep die op 4 weken maïs kreeg, minder krachtvoer en hooi opnam, maar er was op die leeftijd geen invloed op de totale DS-opname en ook niet op de dagelijkse groei of op de voederefficiëntie. Aan de binnenzijde van de pens waren ook geen significante verschillen te merken.

Als we keken naar de kalveren die maïs kregen vanaf 10 weken, zagen we dat ook zij minder hooi en krachtvoer opnamen. De resultaten van de DS-opname gaven aan dat de vroege starters (vanaf 4 én 10 weken) méér DS opnamen dan de starters vanaf 16 weken. Er was echter geen effect op de dagelijkse groei en de voederefficiëntie.”

Gewicht in functie van leeftijd

“Als we bij de Holsteins naar het gewicht van de vaarzen gaan kijken in functie van de leeftijd, zien we dat de 3 groepen hetzelfde pad afleggen. Er was ook zo goed als geen effect op de vruchtbaarheid, afkalfleeftijd, melkproductie en voederefficiëntie. In de opfokperiode en op lange termijn maakt het startmoment hier dus niet veel uit”, gaf de onderzoekster nog mee.

Sanne Nuyts

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen